Veelderhande liedekens, gemaect uut den Ouden ende Nieuwen Testamente
(1582)–Anoniem Veelderhande liedekens– AuteursrechtvrijC Een ander.
ONtwaeckt ghy Herders van Israel
Die inden Heer v verblijt
V schaepkens weyt na Godts beuel
Wt rechter liefden met iolijt
In gherechticheyt regeertse wel
Beschermtse voor discoort en nijt
Op dat geen schaepkens en blijuen verloren
Door v onachtsaemheyt verblent
Want Godt salt eyschen, hy heuet gesworen
Van uwer hant seer pertinent.
Wilt v Schaepkens niet beswaren
Maer bewaren voor alle verdriet
Eyghen baet laet ymmers varen
Ga naar margenoot†En cleet v met haer wolle niet
Ga naar margenoot‡Want het zijn Dieuen en Moordenaren
So Johannes ons claer bediet
Maer als goey Herders waecht v leuen
V siele voor v Schaepkens stelt
En wilt niet als den Huerlinck beuen
Die voor de Woluen vliet int velt.
Als de Wolf aen allen hoecken
Sijn stricken spreyt met veel gheschals
Wilt v dan met Godts woort vercloecken
Te strijen teghen de leeringhe vals
Ga naar margenoot*Tverloren schaepken wilt neerstich soecken
Nemet vlijtich op uwen hals
En brenghet ter rechter koyen binnen
Ga naar margenoot†Als Christus onse Herder minioot
Die voor zijn Schaepkens (wt minnen)
| |
[Folio 281r]
| |
Ga naar margenoot‡Ghestreden heeft tot inden doot.
Christus is de Herder vailliant
Sijn siele hy voor zijn Schaepkens set
Hy heeft ghebonden der liefden bant
Doen wy met sonden waren besmet
Ga naar margenoot*Tserpent verwonnen met zijnder hant
Dat hy hadde bracht in tsviants net
Ga naar margenoot†Hy is de Wijnstock, wy de rancken
Hy is de rechte Olijfboom soet
Ga naar margenoot‡Een Middelaer is hy voor de crancken
Ga naar margenoot*De wech, de waerheyt, het leuen goet.
Ghy Princelijcke Schaepkens reyn
Sijt oock niet rebel, maer met accoort
Bemint v Herders in tswerelts pleyn
Die v leeren trechte Gods woort
Gheeft hen ghehoor, tsy groot oft cleyn
Int goet, maer alle quaet versmoort
Hier met oorlof, en wilt ten besten keeren
Ons simpel verstant, en cleyn vermaen
Godt wil zijn gracy in ons vermeeren
Dat wy Ghenade moghen ontfaen.
|
|