Veelderhande liedekens, gemaect uut den Ouden ende Nieuwen Testamente
(1582)–Anoniem Veelderhande liedekens– AuteursrechtvrijC Een ander.
O Godt hoe ydel zijn alle menschen
Maer voor hem die den Heere betrout
Geen meerder salicheyt en canmen wenschen
Dan tlicht zijns aenschijns, dwelc niet en flout
Als ghy menschen misdaden aenschout
Met straffinghe wilt ghy hem castijen
Wel hem die inden Heer can verblijen.
Ga naar margenoot* Ghy hebt den sluetel des leuens en des doots
Ghy muecht ons alleen maken salich
Ghy zijt ons stercte inden tijt des noots
Die op v betrouwen, en zijt ghy niet falich
Maer v goetheyt wil ick zijn verhalich
V gramschap duert eenen cleynen tijt
V goetheyt is eeuwich sonder respijt.
Al doode my God, seyt Job al voren
Noch sal ick altijts hopen in hem
Ga naar margenoot†Hy proeft het Ghelooue zijnder wtuercoren
Door lijtsaemheyt maect hy de zijne tem
Salich zijnse die stantuastighe, ick seker ben
Ga naar margenoot‡Ende die stantuastich blijuen tot inden ent
Wiens betrouwen op God den Heere is ghewent.
Ghy lijtsamige weest sonder smerten
Betrout op God sonder afgaen
Ga naar margenoot*Want hy is by den bedructen van herten
So de Psalmiste doet vermaen
Ga naar margenoot†Al liet een moeder haer kint seer saen
God en sal v niet laten int ghepijn
Inden dach des drucx sult ghy geholpen zijn.
Wat ghy begheert van God almachtich
Ghelooft, ende het wort v ghegheuen
Ga naar margenoot‡Hy sal veranderen v tranen clachtich
In blijschap, dus zijt vry van sneuen
Laet v herte tot God zijn verheuen
| |
[Folio 280v]
| |
Loeft ende danckt den Heere in uwen Gheest
Ga naar margenoot*En voor de menschen v niet en vreest.
Princelijcke Godt, ick arm gheuanghen
Typer in banden hert ende stijf
Met Manasse roep ick, boet mijn verlangen
Ga naar margenoot†Vergheeft O Godt mijn sondich bedrijf
Ga naar margenoot‡In sonden van Moeder ontfinck ick dlijf
Ga naar margenoot*Ghenade roep ick met den Publicaen
Och Godt wilt my in staden staen.
|
|