Veelderhande liedekens, gemaect uut den Ouden ende Nieuwen Testamente
(1582)–Anoniem Veelderhande liedekens– AuteursrechtvrijC Na de wijse: Waer mach sy zijn // die liefste mijn.
MIjn God waer sal ick henen gaen
Ga naar margenoot*Wilt my op uwe wegen stueren
Ga naar margenoot†De viant coemt nacht en dach om my staen
En wilt mijn siele verschueren
O Heer laet my v Geest ontfaen
So blijf ick op uwe weghen staen
Ga naar margenoot‡Dat ic wt tboec des leuens niet worde gedaen.
Doen ick noch in Egypten sadt vast
Ga naar margenoot*Den ruymen padt ginck ick treden
Doen was ick ghesien en een weert gast
Vande werelt was ick doen in vreden
Ga naar margenoot†Doen was ick vast in sduyuels strick
Mijn leuen was afgrijselick
Den Duyuel diende ick seer vlijtelick.
Doen ick my totten Heer begaf
En my vander werelt ginck keeren
Ga naar margenoot‡En liet my helpen wt dat boos gheslacht
En versaeckte Antechrists leeren
Doen wert ick begheckt, en seer versmaet
Om dat ick verachte Babels raet
Ga naar margenoot*De gherechtighe worden altijt ghehaet.
Ga naar margenoot† Alsmen oock leest van Abel fijn
Ga naar margenoot‡Sacharias wiltet niet vergheten
Ga naar margenoot*Daniel worde met valschen schijn
In den cuyl der Leeuwen ghesmeten
Ga naar margenoot†So hebben sy de Propheten ghedaen
En Ga naar margenoot‡ Christo selue, wilt die verstaen
| |
[Folio 203r]
| |
Ga naar margenoot*De Apostelen en zijn niet vry gegaen.
Veel Ga naar margenoot† lieuer kies ick onghemack
Al met Godts kinderen te lijden
Van ick van Pharao ontfang zijn schat
Om een cleyne tijt met hem te verblijden
Pharaos Rijck is tijtelijck
Ga naar margenoot‡Christus Rijck duert eeuwelijck
Hy ontfangt zijn kinder seer blijdelijck.
Ga naar margenoot* In de werelt wert ghy versmaet
Wilt v daer inne verblijden
Want Christus die wert oock ghehaet
Om ons daer door te beurijden
Ga naar margenoot†Hy heeft dat hantschrift wech ghedaen
Twelck de viant hadde ontfaen
Wildy ghy moecht int leuen gaen.
Ga naar margenoot‡ Als ghy door tvier wert ondersocht
Ga naar margenoot*Den smallen padt begint te treden
Verbreyt als dan des Heeren lof
Ga naar margenoot†Blijft vaste op zijne reden
Ga naar margenoot‡Ist saeck dat ghy volstandich zijt
Ga naar margenoot*Sijn woort al voor de menschen belijt
Ga naar margenoot†Hy gheeft v de croon seer blijdelijck.
Coemt hier mijn Bruyt, ontfangt v croon
Een halsbant root van goude
Ga naar margenoot‡Treckt aen dat cleet seer wit en schoon
V jaren sullen niet verouden
Ga naar margenoot*Door den doot zijt ghy int leuen ghegaen
Ga naar margenoot†De tranen worden van v ooghen ghedaen
V en sal gheen leet meer comen aen.
Nu staet ghy Sion seer wit en schoon
Die croon is v ghegheuen
Ga naar margenoot‡De naem mijns Gods en des nieu Jerusalem
Heb ick op v gheschreuen
Ghy waert mismaeckt en seer ontdaen
Ga naar margenoot*Nu hebt ghy het blinckende cleet ontfaen
Ga naar margenoot†En zijt tot mijnder rusten inghegaen.
Dan sullen de Godloose sien
En uwe heerlicheyt aenschouwen
Ga naar margenoot‡Dit zijn sy, waer sullen wy vlien?
| |
[Folio 203v]
| |
Wiens leuen dat wy hebben ghehouwen
Voor sotterny en gheckheyt
Wy meynden dat sy waren verleyt
Maer nu leuen sy inder eeuwicheyt.
Die ons dit Liedeken heeft ghestelt
Ter eeren Gods ghesonghen
Vanden ouden Adam was hy ghequelt
Daer toe so seer ghedronghen
Bidt Godt dat de liefde in hem ontfenckt
Dat hy hem met Babel niet en vermenckt
So mach hy mede comen in sHemels tent.
|
|