Veelderhande liedekens, gemaect uut den Ouden ende Nieuwen Testamente
(1582)–Anoniem Veelderhande liedekens– AuteursrechtvrijC Na de wijse: Eenen strijt heb ick van binnen.
Ga naar margenoot‡GHelooft sy Godt de Heere
Ghepresen tot alder tijt
Die ons nu doet bekeeren
Al van des Duyuels strijt
Hy geeft ons nu de waerheyt claer
Dat mercken wy int openbaer
Ga naar margenoot*De nacht is wech, nu schijnt den dach
Godt is alleen die ons nu troosten mach.
Ga naar margenoot† Wy waren al verloren
Ghebracht in grooter noot
Ga naar margenoot‡Nu zijn wy weder gheboren
Ga naar margenoot*Verlost al vanden doot
Door Christus vleesch, des seker zijt
Ga naar margenoot†En zijn roode bloet ghebenedijt
Ga naar margenoot‡De nacht is wech, nu schijnt den dach
Godt is alleen die ons nu troosten mach.
| |
[Folio 86v]
| |
Dat pant van des Hemels Throone
Ga naar margenoot*Des Vaders Sone goet
Sijn woort, zijn leuen schoone
Cruys, doot, vleesch ende bloet
Was ons beroouet al ghelijck
Door des valschen verraders strijck
Den nacht is wech, &c.
Ga naar margenoot† De lueghen is gheresen
Bemint voor gherechticheyt
Bedroch wort nu ghepresen
Als nu totter salicheyt
Ga naar margenoot‡So is de blinde werelt verwoet
Den nacht is wech, &c.
De ghene die dit weten
Ende leuen na Gods woort
Die worden al doorreten
Ga naar margenoot*Ende iammerlijck vermoort.
Bespot, beschimpt, ghegheesselt, doorclooft
Ga naar margenoot†Haer goeden worden haer ontrooft
Den nacht is wech, &c.
Dus wast by ouden tijden
Ga naar margenoot‡Doen Adam eerst is gheweest
De gherechtighe moesten lijden
Alsomen van vele leest
Dat zaet Cain heeft douerhant
Dat is Gods kinderen wel bekant
Den nacht is wech, &c.
Dus hebben alle Vaderen
In beyden Testament
Ga naar margenoot*Gheleden alle gadere
Om Gods waerheyt wel bekent
Ga naar margenoot†Dus is Gods Lam recht ende goet
Vanden begin ghedoot met spoet
Den nacht is wech, &c.
Prince Godt wtuercoren
Wy dancken v al ghelijck
Ga naar margenoot‡Dat wy zijn nieu gheboren
Wt v woort, dwelck blijft eeuwelijck
| |
[Folio 87r]
| |
Lof, prijs, eer ende danckbaerheyt
Sy v al inder eeuwicheyt
Ga naar margenoot*Den nacht is wech, nu schijnt den dach
Godt is alleyn die ons nu troosten mach.
|
|