Veelderhande liedekens, gemaect uut den Ouden ende Nieuwen Testamente
(1582)–Anoniem Veelderhande liedekens– AuteursrechtvrijC Na de wijse: Wel salich zijnse hier op Aerden leuende. | |
[Folio 70v]
| |
EEn Ga naar margenoot* yegelijc boom die geen goede vrucht voort en brengt
Die wort de bijl so ras al tot den boom gesent
Om hem af te houwen, ia houwen
En int vier te worpen sonder ent
Dus wilt te recht gaen bouwen.
Ga naar margenoot† Laet ons al oprecht zijn inder liefden goet
Ga naar margenoot‡Christus die is de Ga naar margenoot* stam die ons wel wassen doet
Wel haer die dit versinnen, ia sinnen
De Ga naar margenoot† vrucht des Gheests is also soet
Wilt die te recht beminnen.
Ga naar margenoot‡ En laet geen vuyl geclap wt uwen monde gaen
Ga naar margenoot*Wandelt als kinderen des lichts, twort v geraen
Wilt v nu becleeden, ia cleeden
Met de Ga naar margenoot† waerheyt aenghedaen
Ga naar margenoot‡Omgordet uwe leden.
En Ga naar margenoot* trecket nu aen den creeft der gerechticheyt
Ga naar margenoot†Geschoeyt aen uwe voeten, hoort na mijn besceyt
Op Ga naar margenoot‡ dz ghi wel moecht loopen, ia loopen
Al om den prijs, twert v gheseyt
De duere staet nu open.
Ga naar margenoot* Bouen alle dingen grijpt nu aen den schilt
Daer ghy de vierige pijlen met wtblusscen wilt
Des viants listighe laghen, ia laghen
Den helm der salicheyt, so Schrift vermilt
So wert ghy niet verslaghen.
Ga naar margenoot† Gods woort dat moet ghy nemen voor v sweert ghemeen
Ga naar margenoot‡Dat daer de bocken en schapen scheyt van een
Ghelijckmen noch sal hooren, ia hooren
Ga naar margenoot*Gaet ghy vermaledyde heen
Ga naar margenoot†Coemt ghy mijn wtuercoren.
Ga naar margenoot‡ Hout goede wacht op zijne coemst, en staet
Ga naar margenoot*Op dz ghy met de bocken nz wert wt gesceyt
Ga naar margenoot†Als daer gheschrey sal wesen, ia wesen
Deeuwighe pijn is haer toe gheseyt
Dus wilt den Heer recht vreesen.
Ga naar margenoot‡ Svleesch wercken die zijn openbaer, alsomen siet
Wel hem die van den Afgodischen wege vliet
| |
[Folio 71r]
| |
Gheen ouerspel bedrijuen, ia drijuen
Noch giericheyt dit wel bespiet
So moecht ghy eewelijck blijuen.
Ga naar margenoot* Wellusticheyt en dronckenschap, hier wel op siet
Ga naar margenoot†Nijdicheyt en achterclap oock wel vermiet
Also daer staet gheschreuen, ia schreuen
Ga naar margenoot‡Trijcke Godes en vercrijghen sy niet
Den tweeden doot sy aencleuen.
Ooc broeders en susters gemeen, ons Prins bemint
Ga naar margenoot†Hy soect de arme schaepkens, die hy dolende vint
So sy haer willen bekeeren, ia keeren
Ga naar margenoot‡En hy heeft ons lief als zijn kint
Ga naar margenoot*Hy is een Heer der Heeren.
|
|