Veelderhande liedekens, gemaect uut den Ouden ende Nieuwen Testamente
(1582)–Anoniem Veelderhande liedekens– AuteursrechtvrijC Een ander.
EN Ga naar margenoot† straft my niet, O Heere
In uwen toorne seere
Noch in dijn grammes moet
Want ick ben cleyn van weere
Swack ende teerder seere
Wilt stercken (O Heere) mijn ghemoet.
Ga naar margenoot‡ O Heere schout hier beneden
Op mijn arm swacke leden
Want crancheyt hangt my an
Wilt my ghenade gheuen
Na v woorden te leuen
O Heere wilt my stercken dan.
| |
[Folio 70r]
| |
Ga naar margenoot* Mijn gheest die is, O Heere
Bedruct, bedroeft so seere
Met sorch en swaren last
O Heere, hoe lang salt dueren
Dat ick aldus moet trueren
Ende hier zijn des lijdens gast?
Ga naar margenoot† Dus lig ick inder nachte
Gheswact in al mijn crachte
In mijn ghedachten ween
Heer gheeft tranende ooghen
Dat sy toch weenen moghen
O Heer wilt mijn ellendt aensien.
O Heer doet van my keeren
Dat wonderlijcke vseeren
Dat altijt is in my
Groot is mijn ouertreden
O Heer ick moet v beden
Van het steruen behoet toch my.
Wie sal toch inder Hellen
O Heer, dijn lof vertellen
Het is daer duyster nacht
Want onder al de dooden
En zijn Ja dijn gheboden
Niet ghehouden noch gheacht.
Mijn vianden omringen
My, om neder te bringen
Sterckt my, O Heere Godt soet
So sullen mijn vianden
Beschaemt staen haer tot schanden
Dat ghy my (O Heere) zijt so goet.
Die dit Liet heeft ghesongen
Den strijt is hy ontsprongen
Godt die heeft hem verhoort
Te Ghent voor groot en cleyne
Heeft hy betuycht de waerheyt reyne
En sterf om Godes woort.
|