Van zeden
(1892)–Anoniem Van Zeden– Auteursrecht onbekendEen tweede Middelnederlandsch zedekundig leerdicht
W.H.D. Suringar (ed.), Van zeden. Een tweede Middelnederlandsch zedekundig leerdicht. Van der Hoek, Leiden 1892
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 1074 E 16
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Van zeden. Een tweede Middelnederlandsch zedekundig leerdicht in de editie van W.H.D. Suringar uit 1892. Het oorspronkelijke handschrift dateert van ca. 1380-1425.
redactionele ingrepen
p. V: kop ‘[Woord vooraf]’ toegevoegd.
p. 11: kop ‘95’ is op basis van de opvolgende nummering veranderd in ‘59’.
De ‘Verbeteringen’ op p. 140 zijn in de lopende tekst doorgevoerd.
p. 29: de verbetering van p. 140 is tussen vierkante haken toegevoegd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[pagina I]
VAN ZEDEN.
[pagina II]
leiden: boekdrukkerij van l. van nifterik hz.
[pagina III]
VAN ZEDEN.
EEN TWEEDE
MIDDELNEDERLANDSCH ZEDEKUNDIG LEERDICHT,
UIT HET COMBURGER HANDSCHRIFT
VOOR 'T EERST UITGEGEVEN EN TOEGELICHT
door
W.H.D. SURINGAR.
LEIDEN,
GEBROEDERS VAN DER HOEK.
1892.
[pagina XXVII]
INHOUD VAN DE INLEIDING.
Bladz. | |
---|---|
Plaats waar, en toestand waarin dit gedicht zich in Hs. bevindt | vii. |
Vermoedelijke reden, waarom het niet vroeger werd uitgegeven | vii. |
Benaming van dit gedicht | viii. |
Onbekendheid van den naam des dichters, evenals die van de plaats en den tijd, waarin het vervaardigd werd | viii. |
Volledigheid van dit gedicht | ix. |
Inhoud van dit gedicht | ix. |
Overeenkomst met Die Bouc van Seden, doch tevens verschil in aard en aanleg | x. |
Aanwijzing dat dit gedicht niets anders is dan eene vertaling van Liber Faceti | xi. |
__________ | |
Latere vertalingen van Facetus in verschillende Duitsche dialecten: | xii. |
die van Sebastian Brant | xii. |
die van Teutonice | xiv |
[pagina XXVIII]
twee vertalingen in Hss. te Maagdenburg: | xvii. |
de eerste uitgegeven door Kinderling | xvii. |
de andere uitgegeven door Wiggert | xix. |
eene nog niet uitgegeven vertaling in Hs. te Augsburg | xx. |
__________ | |
Waarde van dit thans voor 't eerst uitgegeven gedicht voor de studie der Middelnederlandsche taal | xxi. |
Wijze van deze bewerking | xxiv. |
[pagina 140]
VERBETERINGEN.
Bladz. 29 had bij Strophe 15 moeten geplaatst zijn: Lksp. III, 3, 455, waarvan de woorden zijn opgegeven in het Glossarium op Sonderlinc.
Bladz. 104 had bij het woord Middelheit moeten opgegeven zijn: Seneca, Epist. 39, 4: Magni animi est magna contemnere ac mediocria malle quam nimia, in plaats van Epist. 62, 3, als bron van Diet. Doctr. II, 3005.