Van Nu en Straks. Nieuwe reeks. Jaargang 4(1900)– [tijdschrift] Van Nu en Straks– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 265] [p. 265] Avond aan Zee Voor L.N. De gladde golven glippen naar de reede Met klaterend even, weer gesmoord gekoos, De hemel schemert over zee, en mede Is vrede wijd en zijd en tijdeloos. En uit de haven komen zij gegleden De booten met hun zeilen roereloos, Een kantige schaduw tegen donkerheden, In 't spiegelende nat een schaduw broos. De nacht is peilloos; waar de verte zwicht, Verschijnt, verdwijnt het wezenlooze licht Van eene baken in de zee verloren. De booten, onbeweeglijk, gaan te lore. Ginds in den nachtelijken wederschijn, Schaduw en schaduwbeeld verschemerd zijn. Alfred Hegenscheidt. Vorige Volgende