Van Nu en Straks. Nieuwe reeks. Jaargang 4(1900)– [tijdschrift] Van Nu en Straks– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 94] [p. 94] Het eeuwig Liedeken Een eeuwig liedeken zingt in mij En maakt mijn jeudig harte blij, mijn harte blij.... ‘Wees jong, wees jong, de lente lacht, De weie is groen, de lucht is zacht, Kindeke-Mei!.... Ei! Ei! zoo zei dat liedeken... Die stemme suist, en 't suizend avond Gaat huppelend langs mijn ziele voort, mijn ziele voort... ‘Wees schoon, wees schoon, de liefde wacht, En de uchtend rijst in rozige pracht, Kindeke-Mei!...’ Ei! Ei! zoo zei dat liedeken.... [pagina 95] [p. 95] De zonne klaart, de zonne blinkt 'Wijl immer 't eeuwig liedeken klinkt, het liedeken klinkt.... ‘Wees vrij, wees vrij, een vrije man Kàn wat hij wil, wìl wat hij kan, Kindeke-Mei!....’ Ei! Ei! zoo zei dat liedeken.... En valt dan de avond rondom mij, Het liedeken zijgt.... komt dichter bij, komt dichter bij.... ‘Wees goed, wees goed, wees eeuwig goed, Mijn eeuwig liedeken te gemoet, Kindeke-Mei!...’ Ei! Ei! zoo zei dat liedeken.... [pagina 96] [p. 96] Homeros Ik wist niet dat ik zooveel hoop nog had, En dat de winden nog zoo leutig loeiden, En dat er bloemen nog zoo jeugdig bloeiden In mijnen tuin met zonne alom bespat.... Maar 'k weet nu dat er ochtenduren zijn, Waar groote woorden wonder-wiegend fluistren, Maar 'k weet nu dat er avenduren zijn, Waar 'k mijne ziel naar tochten voele luistren... Er ruischen harpezangen in den nacht, Die verre heldenstoeten begeleiden En 't rijzen van de zonne voorbereiden.... En toch - al is het allenthalve zacht, Omdoezeld in het droef rumeur daarbuiten - Mijn ziele stormt en kan haar vreugd niet uiten. Herman Teirlinck. Vorige Volgende