Van Nu en Straks. Nieuwe reeks. Jaargang 1
(1896)– [tijdschrift] Van Nu en Straks– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 310]
| |||||||||||||||||||||||||
Het internationaal Kongres te Londen in 1896STEL u die achthonderd socialistische denkers voor, van alle hoeken der wereld gekomen, met het ernstig plan om het socialisme in 't algemeen te bespreken, zijne onderscheidene stroomingen, zijne strekkingen, zijne kansen van in een nabije toekomst verwezenlijkt te worden. Stel u die velerhande verstandskrachten voor, met haar verschillende persoonlijke en nationale karakters, met haar ervaring van tien, vijftien, twintig jaar werkzame propaganda onder de werklieden. Stel u voor hoe zij zich min of meer voorbereid hebben op de bespreking die ging plaats hebben, hoe zij zich op vrije wijze voor de bespreking van bizonderheden in kleine groepen organizeerden, en voor de gewichtigste vraagstukken in algemeene vergaderingen... Stel u die menschen voor met al hun persoonlijke gebreken, maar daar gekomen met de bedoeling om elkander wat te leeren - en zeg me of ooit een wetenschappelijk kongres zooveel kans had iets groots voort te brengen, iets dat beslissend zou meêhelpen in den vooruitgang van dezen of genen tak van werk of kennis? Daar ik volkomen weet wat wetenschappelijke kongressen zijn, veroorloof ik mij te beweren dat nooit dergelijke verzameling van verstandelijke krachten en dergelijke kans op vooruitgang zich in eenig wetenschappelijk kongres, of welk ander ook, voorgedaan heeft. Maar neen! Alles werd opgeofferd aan de heerschzucht der kleine familie van ‘vertrouwde mannen’ der sociaaldemokratie. Alles werd in den wind geslagen om nog eens te pogen wat men | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 311]
| |||||||||||||||||||||||||
reeds te 's Gravenhage, te Gent, te Zürich gepoogd had, - de oplegging, aan de socialistische beweging, van een socialistisch bewind, in de handen der familie geconcentreerd.’ Deze woorden van een man, die zeer zeker zijn sporen verdiend heeft in de arbeidersbeweging en wiens naam een Europeesche beroemdheid bezit, nl. van Peter Kropotkine in een reeks artikelen over het Londensch kongres in de Temps Nouveaux, geven een oordeel dat in juistheid weinig te wenschen overlaat. Wel is waar een Jules Guesde moge met minachting neerzien op Kropotkine en hem in dwazen overmoed en ijdele zelfingenomenheid aanduiden als een ‘hurluberlu et un homme sans aucune valeur’, wij gelooven dat als niemand den naam van dezen opgeblazen sectaire meer kent, Kropotkine door het dankbare nageslacht zal worden geëerd naar behooren als iemand, die door zijn geestelijke voorlichting veel heeft bijgedragen tot de ontvoogding der menschheid uit het juk van dwingelandij en slavernij. Zeker er waren er velen onder de proletariërs, die leefden in de blijde hoop, dat dit kongres te Londen de bevrijding van het proletariaat der gansche wereld een belangrijke schrede vooruit zou hebben gebracht. Helaas! hoe schromelijk werden zij teleurgesteld! En toch heeft ook dit kongres zijn nut gehad en wij voor ons wenschten meermalen, dat alle arbeiders het hadden kunnen bijwonen, en de debatten en intriges hadden kunnen volgen, hun oogen zouden zeker geopend zijn voor het droevige verschijnsel, dat de heilige arbeiderszaak door een troep gelukzoekers en intriganten misbruikt werd om zichzelven een positie te verwerven. De arbeiders hadden dan aanschouwelijk onderwijs gehad, waaruit zij beter dan uit lange betoogen hadden kunnen leeren, hoe zij niet hun vertrouwen moesten stellen in zoogenaamde leiders, maar op zichzelven, want dat Marx volkomen naar waarheid gezegd had, hoe de bevrijding | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 312]
| |||||||||||||||||||||||||
der arbeiders uit het diensthuis der kapitalistische slavernij het werk moest zijn van de arbeiders zelven. Bernard Lazare drukte het in de Echo de Paris ongeveer in gelijken zin uit, toen hij schreef: ‘Ik zei dat dat kongres op niets zou uitloopen. Jawel, het heeft er toe gediend, eenige fransche radikalen en Marxisten alle achting der socialisten te ontnemen; het heeft nog vuriger het verlangen gemaakt om het onverdragelijk juk der sociaaldemokratie één voor allemaal af te schudden, het heeft de onderlinge verhouding der partijen bepaald, en getoond hoe de revolutionaire strooming zich uitbreidt.’ Een teleurstelling was het kongres voor de eerlijke proletariërs, die hoog opzagen tegen dat ‘parlement van den arbeid’, waarop zij zulke hooge verwachtingen hadden gebouwd, maar ook voor de Duitsche sociaaldemokratie, die haar suprematie wilde opleggen aan de internationale socialistische beweging. Want had deze bij monde van Liebknecht in den Vorwärts vooraf verzekerd dat het zaakje met de anarchisten - men weet dat deze alle tegenstanders die het niet met hem eens zijn, tracht dood te verven met den naam van anarchist, wat in zijn oogen zoo wat het laagste is dat zich laat denken! - in zeer korten tijd zou zijn opgeknapt, het moet hun jammerlijk zijn tegengevallen dat drie heele dagen of wel de grootste helft van den tijd besteed is geworden aan de kwestie der al of niet toelating van de anarchisten op het kongres. Het is een socialisten- en geen anarchistenkongres, zoo sprak Hyndman, een der leiders van de Engelsche Social Democratic Federation, en daaruit leidde hij af: en dus de anarchisten hebben daar niets te maken. Daarop antwoordde Domela Nieuwenhuis hem: het is geen anarchisten-, maar ook geen sociaaldemokratenkongres en zoolang het kongres zich niet sociaaldemokratisch maar socialistisch noemt, zoolang hebben | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 313]
| |||||||||||||||||||||||||
de anarchisten het recht de uitnoodiging te beschouwen als ook aan hen gericht. Noemt u voortaan sociaaldemokratisch en de anarchisten zoowel als de anti-parlementaire socialisten zullen u voortaan niet langer lastig vallen.’ En hetzelfde standpunt nam Rouanet aan in de Petite République zoowel als Liebknecht in den Vorwärts. De laatste schreef: ‘een socialistenkongres is een socialistenkongres. De Manchesterlieden, papen- en politiesocialisten, anarchisten, enz. kunnen immers eigen kongressen organizeeren, waarop zij onder elkaar zijn. Niemand zal hun dat recht betwisten, niemand hen storen in hun verdiend en gerechtvaardigd isolement. Dat zijn zaken, die van zelf te begrijpen zijn, waarover men geen woord spreekt. Wanneer nu een warkop als b.v. de Italiaan Malatesta in den Engelschen Labour Leader den inval heeft om te beweren dat de anarchisten wel geen sociaaldemokraten, maar socialisten zijn, dat zij dus recht hebben om het internationaal socialistenkongres bij te wonen en te bezoeken - dan blijkt daaruit alleen, dat genoemde “Konfusionsrath” òf niet weet wat socialisme is, òf niet wat anarchisme is - òf wel dat hij - wat het waarschijnlijkste is - noch van het socialisme noch van het anarchisme eenig begrip heeft.’ Rouanet schreef: ‘het kongres is een socialistisch, hieruit volgt, dat alleen socialisten uitgenoodigd zijn, dat wil zeggen degenen, die de verovering der staatsmacht door het proletariaat nastreven. Dit is zeer duidelijk en zeer logisch.’ Inderdaad dit is zeer duidelijk, maar of het zeer logisch is, zijn wij zoo vrij om te betwijfelen. Als deze geen ‘Konfusionsrath’ wordt genoemd, dan komt dat omdat hij meewerkt de verwarring te helpen bevorderen, die Liebknecht bezig is te stichten. Of is het geen onzin om te beweren dat tusschen de begrippen ‘socialistisch’ en ‘anarchistisch’ in werkelijkheid een ‘onoverbrugbare afgrond gaapt’? Zou iemand durven | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 314]
| |||||||||||||||||||||||||
beweren dat de anarchisten geen socialisten zijn? Zeker als de duidelijke verklaring, die spiksplinternieuw is, dat ‘socialisten zijn dezulken, die de verovering der staatsmacht door het proletariaat nastreven,’ als die verklaring past op het socialisme, dan behooren de anarchisten niet tot het socialisme. Maar welk verstandig mensch neemt die bepaling aan? Verbeeld u dat iemand een katholiek geen christen noemt, omdat hij niet protestant is, uitgaande van de onderstelling dat alleen protestanten het recht hebben zich christenen te noemen, zou men zoo iemand niet uitlachen om zijn onkunde? Verba valent usu (de woorden hebben hun zin door het gebruik) - dat geldt ook hier. Een katholiek is wel een christen, maar daarom is elk christen nog geen katholiek. Een anarchist is wel een socialist, voor zoover hij nastreeft het socializeeren, het gemeenschappelijk maken der produktiemiddelen, maar daarom is elk socialist nog geen anarchist. Daarom herhalen wij: zoolang de uitnoodiging gericht is aan de socialisten, zoolang hebben de anarchisten het recht haar te beschouwen als ook aan hen gericht. Zij laten zich niet afdringen van den bodem van het socialisme, omdat eenige verwarring stichtende Konfusionsräthe voor den dag komen met een opzettelijk voor deze gelegenheid pasklaar gemaakte bepaling van het socialisme, die naar niets gelijkt. Zoodra men dus eerlijk spel speelt en zich sociaaldemokratisch of parlementair-socialistisch noemt, zal men bevrijd zijn van allen, die zich daaronder niet rangschikken. Zulk een nachtmerrie is overigens het anarchisme voor ‘vader’ Liebknecht, dat hij schrijft: ‘wij hebben geen gemeenschap met hen, wij willen geen gemeenschap met hen hebben. En tusschen socialisten en anarchisten kan niet eens meer de gemeenschap eener diskussie bestaan.’ Dus wel kan men diskussieeren met de bourgeois in de parlementen - anders | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 315]
| |||||||||||||||||||||||||
toch gaat men daar niet in! - maar niet met de anarchisten! En als hij dan zijn artikel vóór het kongres eindigt met deze woorden: ‘het Londensch kongres zal niet met de anarchisten en niet over het anarchisme diskussieeren. Dat is een lang overwonnen standpunt. En het voorstel tot al dan niet toelating kan in zeer korten tijd worden afgehandeld,’ dan moet hij zich vreeselijk teleurgesteld gevoeld hebben, toen hij op het kongres moest ervaren, dat men zoo gemakkelijk niet afkwam noch van het anarchisme noch van de anarchisten. Er staan te veel menschen op dit ‘lang overwonnen standpunt,’ dan dat men er zich buiten Duitschland met een machtspreuk van kan afmaken. In een ander artikel van hetzelfde blad schrijft een inzender, dat men niet met vrucht kan werken, als men niet een gemeenschappelijken bodem heeft voor het debat, maar begrijpt deze dan niet, dat hij daardoor de totale onvruchtbaarheid van debatten in het parlement dekreteert of wil hij soms te kennen geven, dat de Duitsche sociaaldemokraten en hun kollegas elders op een gemeenschappelijken bodem staan? Zoo het laatste het geval is, dan zijn zij reeds zeer ver gedaald op de helling, waarop zij zich bevonden. En schrijft deze, dat ‘te Zürich de groote fout is begaan, dat men lang gedebatteerd en aan de kabaal-makers tijd en gelegenheid gegeven heeft, het publiek te bedriegen en zich voor te stellen als slachtoffers der onverdraagzaamheid. Moge dit niet te Londen herhaald worden’ - dan zal ook hij zich teleurgesteld hebben gevoeld over den afloop. Met zekere voorliefde wordt van Duitsche zijde een vergelijking gemaakt tusschen de beide tweelingstaten België en Holland, waarvan het eerste het anarchisme van zich geschud heeft, terwijl zulks in het andere nog niet gelukt is. ‘Hier glorierijke vooruitgang, schitterende vorderingen van het socialisme; het socialisme tot een macht geworden, die op weg is het roer van den staat in handen te krijgen. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 316]
| |||||||||||||||||||||||||
Dáár een woest geschreeuw, de holle, klinkende fraze der revolutie en absolute onmacht der arbeidersbeweging, tot spot geworden van de tegenpartij.’ Welnu wij in Holland, wij vreezen de vergelijking met België niet, en al worden wij belasterd in de sociaaldemokratische bladen van andere landen, vooraan de Vorwärts, die stelselmatig er op uit is leugens over ons land te verspreiden omtrent de socialistische beweging, wij zijn overtuigd dat personen, die de beweging niet naar de oppervlakte beoordeelen maar die meer doordringen tot de kern der zaak, tot de overtuiging zullen komen dat onze onmacht niets grooter is dan in landen, waar men sinds jaren sociaaldemokraten in de parlementen heeft zonder er eenige gunstige werking van te zien, adres aan Duitschland, en dat de spot der tegenpartij tegenover ons geen andere is dan die overal tegen al wat socialist is gretig wordt toegepast en die vergeleken kan worden met den boer die kiespijn heeft. In België zit het socialisme er o zoo mager op bij de groote meerderheid en hoe sociaaldemokratische kamerleden daar met het socialisme omspringen, dat zal weldra aan het licht komen wanneer de brochuur verschijnt, waarin uit de officieele kamerverslagen aanhalingen worden gedaan uit redevoeringen van sociaaldemokraten die menigeen zullen verbazen uit den mond van dezulken.Ga naar voetnoot(1) De laster over ons land verspreid in het buitenland, zal ons | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 317]
| |||||||||||||||||||||||||
niet hinderen, want het gaat met den laster als met houtskool, die wel zwart maakt maar niet brandt. Wij stellen ons tevreden met de overtuiging dat onze Hollandsche beweging gerust den toets der kritiek kan doorstaan, als men haar vergelijkt met welke andere ook elders en wij zouden uit socialistisch oogpunt de onze niet gaarne verruilen voor de Belgische. De Duitsche sociaaldemokraten hebben echter water in den wijn moeten doen. Zij zijn gekomen te Londen met het voornemen, om niet alleen de anarchisten, maar ook de anti-parlementairen van het kongres te weren, maar het bleek hun weldra dat zij te ver waren gegaan en stuiten zouden op oppositie niet alleen van Fransche, maar ook van Engelsche zijde en daarom lieten zij hun oorspronkelijken eisch om de Hollanders te weren als goede politici vallen, om met des te meer kracht de anarchisten te kunnen buitensluiten. | |||||||||||||||||||||||||
De Resolutie van ZürichHet is eigenaardig dat men zich gesteld heeft op het standpunt der resolutie van Zürich, maar geen antwoord heeft gegeven op de vraag of men dan ook tevens aanvaardde de deklaratie van Zürich. Daar deze zaak hetzij opzettelijk hetzij uit onkunde bijna in al wat over het kongres geschreven is, wordt weggemoffeld, moeten wij daarover ter juiste kenschetsing ietwat uitvoeriger uitweiden. Te Zürich namelijk is op voorstel van Bebel, Adler, Kautsky en anderen de volgende resolutie aangenomen: ‘Alle vakvereenigingen zullen toegelaten worden tot het kongres, alsmede de socialistische partijen en organisaties, die de noodzakelijkheid erkennen van de organisatie der werklieden en van de politieke aktie. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 318]
| |||||||||||||||||||||||||
Onder politieke aktie wordt verstaan dat de georganizeerde werklieden trachten zooveel mogelijk de politieke rechten en de wetgevende lichamen te gebruiken en te veroveren, ten einde langs dien weg de zege te verzekeren der belangen van het proletariaat en van de verovering der politieke macht.’ Er heeft hier alweer een slordige bepaling plaats gevonden, want men sprak over ‘politieke aktie’, maar men bedoelde krachtens de woorden die volgden ‘parlementaire aktie’ en deze twee woorden dekten elkander geheel niet. Maar toch, de bedoeling was duidelijk genoeg, zoodat ik althans, wanneer er niets anders bestaan had dan die resolutie, stil was thuis gebleven in de meening dat men de anti-parlementairen liever niet zag. Maar wat gebeurde er verder te Zürich? Men schrikte terug voor zijn eigen resolutie en de konsekwentie ervan, zoodat op den dag na de aanneming ervan Bebel namens de voorstellers een verklaring kwam afleggen, die in het officieel verslag moest worden opgenomen. Met de grootste moeite gelukte het hem het woord te krijgen, daar men meende dat hij de afgesloten diskussies op nieuw wilde openen. En die verklaring, te vinden in het officieel verslag van het Züricher kongres, luidde aldus: ‘De voorgestelde bijvoeging (d.i. dus de tweede alinea) wil geenszins zeggen dat elkeen die op het kongres komt, verplicht is deel te nemen aan de politieke aktie onder alle omstandigheden en in alle onderdeelen van onze bepaling. Het eischt alleen de erkenning van het recht van de arbeiders om van de politieke rechten van hun land gebruik te maken, die volgens hun meening bevorderlijk zijn voor de belangen van de arbeidende klasse en zichzelven te konstitueeren als een onafhankelijke politieke arbeiderspartij.’ | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 319]
| |||||||||||||||||||||||||
Die verklaring van de voorstellers, waarmede het kongres genoegen nam, heeft dezelfde kracht als de resolutie. Ziedaar de hoofdzaak, die stelselmatig wordt ter zijde geschoven. De meesten wisten op het kongres niet waarover zij stemden en het was het burean, dat van die onkunde gebruik maakte om zijn zin te krijgen. Hoe brutaal leugenachtig de Duitsche sociaaldemokratische pers hier te werk ging, blijkt het duidelijkste uit een artikel in de Neue Zeit Nr 47, waarschijnlijk van Kautsky of Bernstein, waarin deze ook de verklaring wegmoffelt, die N.B. mede door hem is opgemaakt en die dan den moed heeft om te schrijven: ‘de lieden die den weg der wetgeving in beginsel verwerpen, konden geen oogenblik daarover in het onzekere verkeeren dat de uitnoodiging tot het kongres niet aan hen was gericht.’ Zij zijn het ook indertijd niet geweest te Zürich, maar hebben daar op alle mogelijke wijze opgegeven op de in resolutie vervatte ‘onverdraagzaamheid.’ Het beroep op de ‘onduidelijkheid’ der Züricher resolutie geschiedde althans van de zijde van die anarchisten en anarchistenvrienden, die in 1893 te Zürich geweest zijn, d.w.z. van Landauer, Nieuwenhuis, enz. tegen beter weten in.’ Weet ge wat tegen beter weten in geschiedde, dat is het opzettelijk wegmoffelen der verklaring en dat gevoelden de voorstellers zelven zoo goed, dat noch Bebel noch Kautsky den moed hadden daarop te antwoorden, toen zij ter verantwoording werden geroepen, want dan zou hun oneerlijkheid duidelijk aan 't daglicht zijn gekomen. En om hun eigen oneerlijkheid te bedekken, hebben zij den treurigen moed een ander te beschuldigen, die hen aan de kaak stelde, als te handelen tegen beter weten in! Deze heeren deinzen voor geen enkele laagheid terug. Lees het verslag over het Londensche kongres van prof. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 320]
| |||||||||||||||||||||||||
George Renard in de Revue Socialiste - en wij beschouwen dezen niet als een man die zich opzettelijk zou schuldig maken aan zulk een misleiding, wij kennen hem daarvoor te zeer als een eerlijk man, maar zouden toch wel van hem willen weten waarom hij geen melding maakt van deze verklaring - geen woord over die verklaring. Lees het opstel van prof. Pekelharing in de Vragen des Tijds, getiteld: Naar aanleiding van het Londensch kongres, en ook daar zoekt men te vergeefs naar die verklaring. Ook Guérard, de afgevaardigde van de Fransche spoorwegvereeniging in zijn overigens zoo goed geschreven brochuur over het kongres, heeft blijkbaar de portée hiervan niet begrepen, althans hij zwijgt alweer over die verklaring. Vandaar dat Domela Nieuwenhuis zei: als gij de resolutie aanneemt, doet gij het dan met of zonder de verklaring? De resolutie doet de deur dicht, de verklaring zet haar open en nu moet een deur óf open óf gesloten zijn. En hij riep Bebel op, om als eerlijk man te getuigen, dat dat door de voorstellers der verklaring bedoeld was om de deur open te zetten.Ga naar voetnoot(1) | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 321]
| |||||||||||||||||||||||||
Maar Bebel zweeg! Dit stilzwijgen was welsprekend, maar benam ons de illuzie dat wij in Bebel een eerlijk man hadden te zien. Ja, wij klagen Bebel openlijk aan van oneerlijkheid, waar hij zweeg om gestand te doen aan zijn eigen verklaring, te Zürich afgelegd. Wat zegt die verklaring? Dat het voldoende is als men het recht van den arbeider erkent om gebruik te maken van zijn politieke rechten. Maar wie ter wereld en allerminst een anarchist zal dat recht ontkennen. Verbeeld u dat men het recht zou ontzeggen aan een ander, om | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 322]
| |||||||||||||||||||||||||
van zijn recht gebruik te maken, dat is immers te ongerijmd om erover te spreken. Men besloot de resolutie van Zürich aan te nemen, maar niemand gaf ons antwoord op de vraag, bij herhaling door ons gedaan, of men de resolutie aannam met of zonder de verklaring. Door de aanneming der resolutie zonder de verklaring zijn de Hollandsche afgevaardigden buitengesloten. Neen, zeiden anderen, gij zijt toegelaten, want het rapport over de Hollandsche delegatie is goedgekeurd. Om alle misverstand weg te nemen vroeg de rapporteur Cornelissen aan den voorzitter Hyndman: zijn wij, die antiparlementaire, die revolutionaire kommunisten zijn, nu toegelaten of niet? Op deze kategorische vraag paste een kategorisch antwoord. En ziehier nu het jezuïtisch antwoord van Hyndman: anarchisten, die afgevaardigd zijn door vakvereenigingen, zijn toegelaten. Maar dat was de vraag niet. Wij waren geen anarchisten, wij waren niet afgevaardigd door vakvereenigingen, en dus dat antwoord sloeg niet op ons. Echter, men durfde geen klaar en duidelijk antwoord geven. Men wilde ons wel er buiten houden, maar men miste den moed om dit vierkant uit te spreken. Nu heeft het den schijn alsof het kongres ons niet buitensloot en toch, door zijn dubbelzinnige uitspraak, noodzaakte men ons om het kongres te verlaten. De verklaring toch is blijkbaar gevallen en alleen de resolutie aangenomen. | |||||||||||||||||||||||||
De mandatenkwestieAl de afgevaardigden van dezelfde natie onderzoeken de | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 323]
| |||||||||||||||||||||||||
mandaten, terwijl men bij niet-goedkeuring een beroep heeft op het kongres. Nu heeft dit aanleiding gegeven tot allerlei moeilijkheden en zelfs grappen. Zoo maakt men afgevaardigden voor landen, waar feitelijk geen arbeidersbeweging bestaat. Men herinnert zich hoe Bulgarië, Rumenië, Servië, Armenië elk een afgevaardigde hadden, meestal de een of andere student die te Parijs of te Brussel studeerde. En deze afgevaardigden, trouwe trawanten van de Duitschers, overstemmen landen met een flinke arbeidersbeweging als Engeland en Frankrijk. Ook splitst men de verschillige landen, als men zulks noodig vindt. Zoo hebben Bohemen, Hongarië en Oostenrijk elk een stem gehad, ofschoon die landen toch bij elkaar hooren. Zoo vertegenwoordigde Plechanoff Rusland en wel volgens opdracht der Russen te... New-York. Ditmaal vertelde hij dat hij heusch kwam voor een Russische arbeidersorganisatie, daarmede tegelijkertijd erkennende dat zijn mandaat de vorige maal een fiktief was. Maar wie onderzocht dit zijn mandaat? Hijzelf en dus... het werd goedgekeurd. Polen heeft altijd een afzonderlijke delegatie, ofschoon het een onderdeel van Rusland uitmaakt. Het kon op die manier drie afgevaardigden hebben, nl. een voor Russisch-, een voor Pruisisch- en een voor Oostenrijksch-Polen. En die Polen wisten een der afgevaardigden te weren, dien zij uitmaakten voor een politiespion, ofschoon de veteraan der Russische ballingen te Parijs, Peter Lavroff een gunstig getuigenis omtrent hem aflegde, die echter op het kongres niet mocht worden voorgelezen. Bohemen had twee afgevaardigden, maar de een die in gratie van het bureau deelde, - men zegt dat hij tot de familie van Dr Adler behoorde, - stelde voor om den ander te weren, en daar deze den toegang tot het kongres was geweigerd, kon hij zich niet eens verdedigen. Zoo werd in de Belgische delegatie een afgevaardigde toege- | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 324]
| |||||||||||||||||||||||||
laten van een kooperatieve vereeniging, terwijl Landauer geweigerd werd door de Duitsche delegatie, ondanks zijn mandaat van een kooperatieve vereeniging te Berlijn. Zoo was Dr Aveling afgevaardigde voor Australië en zijn stem kon dus geheel Groot-Britanje neutraliseeren. Meestal ging er een gelach op, wanneer deze meneer als zoodanig zijn stem uitbracht. Maar het vermakelijkste geval leverde Frankrijk op. Daar had men in de delegatie vier personen die zonder mandaat kwamen te weten: Jaurès, Millerand, Viviani en Gérault-Richard. Zij beweerden geen mandaat noodig te hebben, want zij waren socialistische afgevaardigden in de Kamer en hadden als zoodanig een mandaat van hun kiezers, ‘ce qui est un mandat supérieur à tout autre et c'est en vertu de ce mandat que nous venons ici faire de l'action socíaliste internationale.’ Op de vraag: welk mandaat de kiezers hun gegeven hebben omtrent de vraagpunten van de dagorde, luidde het antwoord: wij hebben hen niet te raadplegen, ons verkiezingsprogram neemt de plaats van 'n mandaat in. Aan alles was te bemerken dat zij opzettelijk die kwestie kwamen opwerpen om een beslissing uit te lokken. Immers wanneer het kongres de meening dier heeren deelde, dan konden in het vervolg kamerleden, gemeenteraadsleden, leden der algemeene staten, enz. allemaal verschijnen om hun zienswijze op te leggen aan de afgevaardigden der vakvereenigingen, die regelmatige wijze gekozen waren als zoodanig!Ga naar voetnoot(1) Met andere | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 325]
| |||||||||||||||||||||||||
woorden: voortaan zou de leiding der arbeidersbeweging berusten tn handen der gekozenen en daar zij de verovering van de politieke macht beschouwden als het hoofddoel, zou voortaan de ekonomische aktie ondergeschikt ziju gemaakt aan de politieke, lijnrecht in strijd met de statuten der oude Internationale, bewerkt door Karl Marx en waarin gezegd wordt: de ekonomische vrijmaking der arbeiders is het hoofddoel waaraan elke politieke beweging ondergeschikt moet worden gemaakt. En wat gebeurde? De Fransche delegatie, wier meerderheid bestond uit anarchisten en anti-parlementairen, besloot hen toe te laten zonder mandaat, om een bewijs te geven van hun groote verdraagzaamheid. En tot dank daarvoor trachtten zij later de meerderheid uit het kongres te gooien, wat hun echter niet gelukte. Hoe zou echter het kongres erover denken? De Engelschen, die in dergelijke vragen zeer formeel te werk gaan, wilden niets weten van zulk een onregelmatighcid en men zegt zelf dat zij verklaard hebben zich te verwijderen, wanneer de Fransche afgevaardigden zonder mandaat werden toegelaten. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 326]
| |||||||||||||||||||||||||
Een der Engelsche vaklui verklaarde ons het volgende: ‘weet ge wat wij zouden doen, als het een nationaal kongres was? wo should kick them out (wij zouden hen er eenvoudig uitgooien.)’ Alles was in de weer. Hoe kon men toelaten dat de vrienden Jaurès en Millerand werden uitgeworpen? Guérard, die zelf zitting had in het bureau en die dus in de gelegenheid was, gelijk hij zelf verklaarde, om ‘de intriges en streken gebruikt door de leiders der sociaaldemokratische partij ten einde hun inzichten te doen aannemen, van nabij te zien,’ vertelt dat Liebknecht hun kwam vragen geen incidenten op te werpen, want dat het betreurenswaardig zou zijn, als de vrienden Millerand en Jaurès niet toegelaten worden en uw rapport moet geen debat uitlokken. Guérard antwoordde, dat de rapporteur der Fransche delegatie zich ertoe zou bepalen om te zeggen dat alle mandaten, zonder uitzondering, goedgekeurd waren, ten getalle van 123 en dat wij als teeken der grootste verdraagzaamheid alle afgevaardigden, zelfs die zonder mandaat waren, hadden toegelaten. Men vreesde toch nog, vooral voor Engeland, en nieuwe besprekingen hadden plaats. Het resultaat was, zelfs wanneer men per nationaliteit stemde, twijfelachtig en dus er moest tijd gewonnen worden. De president wilde de aanneming er door-slepen in het late uur door niet-voorlezing van het rapport, maar Guérard stond erop en ter nauwernood had hij zijn korte mededeeling gedaan of er ontstond een onbeschrijflijk lawaai. De zitting moest verdaagd worden en zoo kon men trachten achter de schermen de boel te bekonkelen. Eindelijk werd besloten dat de Fransche afgevaardigden uitgenoodigd worden om hun mandaat op het bureau te deponeeren, dat ze direkt ter hand zal stellen aan de Fransche delegatie. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 327]
| |||||||||||||||||||||||||
Dus een nederlaag voor hen, dat zij mandaten, die zij in hun zak hadden maar niet wilden afgeven, nu toch moesten overleggen. En toch schreef de Petite République, het orgaan der parlementaire socialisten, leugenachtig dat die burgers waren toegelaten in hun hoedanigheid als socialistische afgevaardigden, daar ‘het mandaat wat zij van hun kiezers hadden ontvangen boven elk ander stond’! Maar nu die heeren zich hebben moeten buigen voor het kongres, nu trachten zij hun zin toch door te drijven door een nieuw voorstel, nl. ons de Fransche minderheid toe te staan dat zij een tweede delegatie vormt. President Hyndman zegt als zijn persoonlijke meening dat een delegatie zich niet kan verdeelen in tweeën zonder toestemming van het kongres. Een Engelsch afgevaardigde stelde voor om over te gaan tot de orde van den dag. Millerand wil het woord hebben, maar toen hij zou beginnen, ontstond er een lawaai zoo groot als er nog niet was geweest. Zelfs riep men dat men geen afgevaardigde kon toelaten te spreken, wiens mandaat niet was goedgekeurd. (De Fransche mandaten waren toen nog niet in orde gekomen.) Na heel wat moeite gelukte het aan Singer om een beroep te doen op de Engelschen, opdat zij Millerand aan het woord zouden laten om hun stelling duidelijk te maken tegenover de andere fraktie. Wat 'n zorg om iemand aan het woord te laten, nu het een der vrienden betreft! De Engelschman Bernard Shaw, behoorende tot de gematigde partij der Fabians, dringt nog sterker op aan om het woord niet te verleenen, daar de heeren gedreigd hebben anders het kongres te zullen verlaten. Paul Lafargue maakt zoo'n spektakel, dat zelfs Millerand zijn best moet doen hem te kalmeeren. Engelsche kommissaren van orde houden hem voor een anarchist | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 328]
| |||||||||||||||||||||||||
en willen hem de zaal uitgooien, wat ook zeker gebeurd zou zijn, als het een heusche anarchist en niet de schoonzoon van Marx was geweest. Toen er alle kans bestond dat Millerand het woord niet zou krijgen, nam Singer zijn toevlucht tot het gewone middeltje en vroeg stemming bij nationaliteit. Dit middel hielp altijd, wanneer de Duitschers, die op alle punten met aandoenlijke eenstemmigheid optreden en stemmen voor alles waartoe de Duitsche leiders hen oproepen - het woord ‘caporalisme,’ dat gebezigd is, kan op hen zeer zeker worden toegepast, want de stramme tucht waardoor het Duitsche leger bekend staat, heerscht evenzeer in de Duitsche sociaaldemokratische partij - het toepassen, daar zij zeker zijn van Servië, Rumenië, Australië, enz. De Franschen, die de proefhoudendheid van dit middel niet kenden, protesteerden luide, vreezende dat zij het verliezen zouden, maar Hyndman stelde hen gerust met de woorden: dit is het eenige middel om u voldoening te schenken, geloof mij. Zoo gelukte het om Millerand het woord te geven. Deze zei dat met 57 tegen 56 stemmen de Fransche delegatie de resolutie van Zürich had verworpen en dus de meerderheid besloot in een socialistisch kongres te diskussieeren met de anarchisten. Echter de minderheid weigert beslist samen te werken met de anarchisten en hun bondgenooten, die onder het masker der vakvereenigingen, het anarchisme bevorderen. En daarom vraagt hij het kongres namens haar, dat Frankrijk twee sekties zal vormen en bij weigering zal zij het kongres verlaten. Allemane en Vaillant vragen het woord om te spreken namens de Fransche meerderheid, maar zij krijgen het woord niet, omdat het bureau besloten heeft - maar had het bureau de macht om iets te besluiten? het bureau was toch geen ministerie dat zijn wil oplegde aan het kongres! - dat er één spreker zou zijn vóór en één tegen. En zonderling genoeg, niet | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 329]
| |||||||||||||||||||||||||
een Franschman kreeg het woord om den Franschman te beantwoorden, maar de Belg Emile van der Velde. Deze bestreed het voorstel der splitsing met het oog op het gevaarlijke antecedent, want Italië en andere landen konden hetzelfde vragen en dan zou het ook moeten worden toegelaten. Een grappenmaker riep dat men Australië in tweeën zou splitsen, welk voorstel met gelach werd begroet. Op de onbeschofste wijze werd hij in de rede gevallen door de Fransche parlementairen, die hem toeriepen: verrader, jesuït! Van der Velde behield al zijn kalmte en riep hem zeer snedig toe, dat zij zich aanstelden als anarchisten, want de parlementairen moesten toch erkennen dat de minderheid zich had te onderwerpen aan de meerderheid. Eigenaardig, maar in elk mensch zit een stuk anarchist. Is hij in de meerderheid, dan verlangt hij dat de minderheid zich zal onderwerpen, maar is hij in de minderheid, dan protesteert hij zoo hard als hij kan. En de kracht van het anarchisme schuilt voor een deel daarin, dat er in elkeen, zelfs in den meest verwoeden tegenstander, iets anarchistisch schuilt. De Fransche minderheid wil zich niet onderwerpen aan de meerderheid, maar sterker nog ook niet aan het kongres, want zij verklaart vooraf weg te zullen gaan, als zij niet in het gelijk wordt gesteld. Weer moet de stemming per nationaliteit worden aangewend, om de splitsing naar den wensch der parlementairen erdoor te slepen. En inderdaad het gelukte, want met 14 tegen 5 stemmen werd de splitsing aangenomen. En wie stemden tegen? Engeland, België, Frankrijk, Holland en Italië, dus geheel westelijk Europa, de groote massa der socialistische arbeidersbeweging en daartegenover stond eigenlijk alleen Duitschland met zijn trouw gevolg. Hoe de parlementairen niet terug deinzen om zelfs geweld te bezigen, dat blijkt uit deze bizonderheid, dat toen zij geslagen | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 330]
| |||||||||||||||||||||||||
werden in de delegatie, een der Marxisten - de man was nog al maire eener gemeente! - zich meester trachtte te maken van de mandaten, die de sekretaris der delegatie op de bestuurstafel had neergelegd. De intriges der parlementairen, overigens geheel in overeenstemming met de leiders van het kongres, wekten de verontwaardiging op van allen en vooral van Vaillant en Sembat, die niet in gebreke bleven daartegen luide te protesteeren. Niet ten onrechte wordt aan de autoritairen ten laste gelegd, dat alle internationale kongressen gehouden zijn onder het beschermheerschap van de familie Marx. Nu deze zelf dood is, zet de familie de affaire voort op den ouden voet en in die firma zijn opgenomen het Duitsche driemanschap Bebel-Singer-Lieb-knecht, verder Adler voor Oostenrijk, Greulich voor Zwitserland, van Kol-Troelstra voor Nederland, Anseele voor België, Iglesias voor Spanje, Turati voor Italië. De familie zelve wordt daarin vertegenwoordigd door den heer en mevrouw Aveling, schoonzoon en dochter van Marx, bijgestaan door Bernstein, en door den heer en mevrouw Lafargue, schoonzoon en dochter van Marx met hun trouwe garde van Fransche kollektivisten, onder wie tegen onze verwachting ook Jaurès een plaats schijnt te hebben ingenomen. Ziedaar de diktatuur over het proletariaat en als elk diktatuur is zij onverdraagzaam en autoritair. Wie kan de volgende beschuldigingen onwaar maken, die wij geformuleerd vonden in een brochuur van de Temps Nouveaux Nr 4 getiteld: Les révolutionnaires au congrès de Londres? Zij luiden aldus: ‘Inderdaad, 1o ofwel is de voorzitter van het kongres een lid, een vriend, een bondgenoot der “familie” Marx, en weigert hij het woord aan al wie geen vrienden, bondgenooten, noch leden der “familie” zijn; 2o ofwel is de voorzitter onafhankelijk, | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 331]
| |||||||||||||||||||||||||
en dan is het bureau, d.w.z. de “familie”, dat voorzit en alle aanvechtingen van onafhankelijkheid beteugelt; 3o maar zelfs indien men, door list of welk ander middel, wonder genoeg het woord verkrijgt, dan dragen de vertalers, die allen leden of bondgenooten der “familie” zijn, wel zorg, de reden die zij vertalen skrupuleus te vervalschen (Mev. Aveling), of, nog eenvoudiger, beweren dat ze er niets van gevat hebben (Mev. Zetkin), en weigeren te vertalen; 4o als een stemming met geheven handen de “familie” mishaagt, dan staat een harer leden op en verlangt de stemming bij nationaliteit, die in dat geval gerechtigd is, en dan duurt het niet lang, of Bulgarië, Polen, Rusland, Bohemen, Australië, Rumenië, enz., naties wier vertegenwoording een van de voorrechten der “familie” is, wijzigen de stemming ten grooten voordeele der internationale sociaaldemokratie; de stemming met geheven handen was zelf vervalscht door de zonderlinge vertegenwoordiging der Engelschen. De Social Democratic Federation had inderdaad 120 afgevaardigden, terwijl de Independant Labour Party, wier aanhangers ongeveer dertigmaal talrijker zijn, slechts 115 afgevaardigden bezat; de vertegenwoordiging der Trades-Unions, was in nog erger omgekeerde verhouding, enz.’ Wij die niet alleen het kongres te Londen, maar ook die te Zürich, Brussel en Parijs hebben bijgewoond, wij die zelven zitting hebben gehad telkenmale in het bureau, wij verklaren hierbij, dat deze opsomming van feiten geheel overeenkomstig de waarheid is en wij sommeeren elkeen de onwaarheid ervan met bewijzen te staven. Guérard vertelt er ook eenige staaltjes van partijdigheid. Zoo b.v. dat de president CoweyGa naar voetnoot(1) op den eersten dag het woord | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 332]
| |||||||||||||||||||||||||
weigerde aan verschillende afgevaardigden, die het woord gevraagd hadden over art. 11 (dit had betrekking op de voorwaarden van toelating), maar het gaf aan Liebknecht ‘qui n' était pas inscrit’. Zoo dat Jaurès het woord voerde over art. 11, ofschoon hij tot de minderheid der Fransche delegatie en de meerderheid juist een tegenovergestelde meening had, maar hij was ‘désigné par le bureau’. Ook Hyndman, die de tweede spreker was voor art. 11, liet zich deze woorden ontvallen: ‘Je ne m'attendais pas, quand le bureau m'a demandé de prendre la parole...’. Het was altemaal maakwerk van het bureau, dat de rollen van te voren verdeeld had. Men moet achter de schermen van het kongres hebben gezien om te weten welke waarde daaraan moet worden toegeschreven. | |||||||||||||||||||||||||
De Toekomst.Zal dezelfde kwestie weer aan de orde komen op het volgende kongres? Of heeft men de voorwaarden nu zoo gesteld, | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 333]
| |||||||||||||||||||||||||
dat de pas is afgesneden aan allen, die niet behooren tot de parlementaire socialisten? Men heeft het getracht door het volgende voorstel aan te nemen: ‘Het bureau van het kongres wordt belast met de uitnoodiging tot het volgende kongres op te stellen en daarbij uitsluitend uit te noodigen: 1. De vertegenwoordigers van alle groepen, die er naar streven het kapitalistische stelsel van eigendom en voortbrenging in een socialistisch stelsel van eigendom en voortbrenging te veranderen en die de wetgevende en parlementaire aktie beschouwen als een noodzakelijk middel ter bereiking van dit doel; 2. alle vakorganisaties, die, al nemen zij ook niet aktief aan den strijd deel, toch verklaren de noodzakelijkheid van wetgevende en parlementaire aktie te erkennen. Anarchisten zijn derhalve uitgesloten.’ Men stond hier voor een moeilijk geval, men wilde de anti-parlementairen voor het vervolg weren, maar tevens de vakver-eenigingen niet vervreemden. Daarom deze dubbelzinnige formule. Immers de konkluzie: ‘en conséquence, les anarchistes sont exclus’ past niet precies op het voorgaande, waar de zuivere vak vereenigingen wel worden toegelaten, dus anarchisten als leden der zuivere vakvereenigingen. Zij worden dus door de voordeur buitengezet als anarchisten en door de achterdeur binnengelaten als vakvereenigingslieden. Of zal men een credo invoeren in de vakvereenigingen, zoodat men voor de toelating de geloofsbelijdenis moet afleggen: ‘Ik verklaar te gelooven in de noodzakelijkheid van de wetgevende en parlementaire aktie.’ Men durfde de zaak niet recht aan en daarom bracht men niet in stemming het veel brutalere voorstel van de Engelsche Social Democratic Federation, dat aldus luidde: | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 334]
| |||||||||||||||||||||||||
‘Dat een mandaat voor het aanstaande internationale kongres slechts zal worden toegekend aan afgevaardigden van werkelijk sociaal-demokratische organisaties (zoowel als van vakvereenigingen) die zich tot doel hebben gesteld de socialisatie van de voortbrengings-, verkeers- en ruilmiddelen onder het eigendom en de kontrôle van de demokratie in het belang van het geheele volk; die dit doel trachten te bereiken door parlementaire en andere politieke middelen, en die zich verklaren ten gunste der oprichting in ieder land van eene parlementaire en politieke partij, die onafhankelijk en los is van alle andere politieke partijen, en die onder de tegenwoordige verhoudingen geneigd zijn de beslissing van de meerderheid te erkennen en na te komen.’ Dit voorstel, hoe konsekwent ook, was onaanneembaar voor de Fransche parlementairen, want die hebben verklaard zich niet aan de meerderheid te zullen onderwerpen, als deze iets besluit wat zij niet willen, maar alsdan zich verwijderen. Hier hebben wij te doen met anarchistische parlementairen, die wel besluiten niet te willen samenwerken met anarchisten, maar die toch ook wat van den anarchistischen zuurdeesem hebben geproefd. Maar zelfs dat was hun ware bedoeling niet. Deze lag opgesloten in een ander voorstel dat de parlementairen niet durfden doen, maar waarvan de tekst is medegedeeld door Guérard. Deze luidde aldus; ‘Het kongres besluit: ‘Het volgende internationale kongres zal plaats hebben in het jaar 1900. ‘Er zullen toegelaten worden, de afgevaardigden van de socialistische partijen en arbeidersorganisaties, die staan op het terrein van den klassenstrijd, en die de verovering der politieke macht door de arbeidersklasse erkennen als noodzakelijk voor hunne bevrijding. Om tot dit doel te komen, beschouwen zij de | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 335]
| |||||||||||||||||||||||||
wetgevende en parlementaire aktie als een noodzakelijk middel. Zij die niet het algemeen stemrecht bezitten, moeten alle krachten inspannen om het te verkrijgen. ‘De anarchisten en hunne bondgenooten, zelfs indien zij zich noemen anti-parlementaire kommunisten, kunnen geen deel nemen aan dit kongres, tot welke organisatie zij ook behooren.’ Dit voorstel werd onderteekend:
Ziedaar dus wat men bedoelde. Men lette hierbij op de woorden: ‘de anarchisten en hun bondgenooten,’ onder de laatsten kon men samenvatten allen die het niet precies met de heeren eens zijn. Zoo worden b. v. Vaillant, Fabérot, Dejeante, Allemane, die meermalen stonden tegenover de anarchisten! Met name worden genoemd de anti-parlementaire kommunisten. Dit slaat in 't bizonder op Holland. En daarbij komt het er niet op aan tot welke organisatie zij behooren, dus met andere woorden: al behooren ook zij tot de vakvereenigingen. Dat was klare wijn geweest en als men dan nog den naam van internationaal socialistisch kongres veranderd had in sociaal-demokratisch of parlementair-socialistisch, dan was de toestand geheel zuiver geworden. Nu daarentegen blijft men nog in het onzekere. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 336]
| |||||||||||||||||||||||||
Daarbij werd nog bepaald dat het kongres gehouden zal worden in Duitschland ten jare 1899. Die bepaling waarborgt den parlementairen, dat zij onder elkaar zullen zijn zonder te worden lastig gevallen door andersdenkenden! Immers alle revolutionairen worden in dat land, nog vóórdat zij den mond opengedaan hebben, door de politie bij hun kraag gepakt en over de grenzen gezet. Adres aan de Engelschen Wilson en Tom Mann, die werden verwijderd uit het heilige Duitschland omdat zij de Duitsche dokwerkers in verbinding wilden brengen met hun Engelsche kollega's; adres aan Dr Ellbogen, die de Duitsche sociaaldemokraten op hun partijdag namens Oostenrijk kwam begroeten. Men weet dat Engels en Bebel voorspeld hebben dat Duitschland na de verkiezingen van 1898 de meerderheid zouden hebben in den Rijksdag en dus vóór het kongres van 1899 zijn zij regeeringspartij. Als dat waar is, zou het er dan beter op worden voor de revolutionairen? Wij gelooven er niets van. Integendeel de vrijheid zou voor de revolutionairen geen zier beter worden, zij kwamen er onder den rijkskanselier Bebel evenmin in als onder den rijkskanselier Bismarck. Het besluit om het aanstaande kongres te houden in Duitschland staat in ons oogen gelijk met de verplaatsing van den zetel van den Algemeenen Raad der Internationale op het kongres te 's Hage naar New-York. Het laatste was de dood der Internationale, het eerste zal de dood wezen voor de internationale socialistische kongressen, hoogstens toch zal men daar een internationaal sociaaldemokratisch, parlementair kongres kunnen houden, waar over alle hervormingen gesproken zal worden behalve over het socialisme. De sociaaldemokratie zal zich onder den invloed der parlementairen meer en meer ontpoppen als een radikale hervormingspartij, die meer en meer haar invloed tracht uit te oefenen binnen het raam der hedendaagsche maatschappij. | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 337]
| |||||||||||||||||||||||||
Daarom is ook in vooruitzicht gesteld een kommissie, die de kwestie der mandaten zal beslissen, opdat in 't vervolg dergelijke zaken buiten het kongres zelf zou behandeld worden, ofschoon de schrijver in de Neue Zeit toch begrijpt, dat het beroep op het volle kongres toch niet geheel vermeden zal kunnen worden. Ook heeft men volgens een anderen Duitscher ‘langzamerhand een stam van partijgenooten, zoo mannen als vrouwen verkregen, die voor den grooten arbeid der leiding (voorzitterschap, vertaling, enz.) meer en meer gewassen schijnen te zijn en zeker niet in gebreke zal blijven zich de ervaringen van het laatste kongres voor het aanstaande ten nutte te maken.’ Een vaste voorzitter, die behoort tot de ‘familie’, b.v. iemand als Singer, bewaart het kongres voor verrassingen, waaraan men bloot kan staan als men meer vrijheidlievende voorzitters krijgt zooals Jan Volders zich eens betoonde te Zürich of zooals ondergeteekende te Brussel, die niet aan den leiband geliefden te loopen der ‘familie’. En dan ook de vertalers lieten door partijdigheid te Londen zooveel te wenschen over dat reeds van Engelsche zijde de wenschelijkheid betoogd werd van een ander stel vertalers, die hun taak beter opvatten dan deze geakkrediteerden. Niet dat zij hun werk niet kunnen verrichten, maar de noodige onpartijdigheid wordt bij hen gemist. De wensch naar een reglement van orde, zooals men er een heeft in de parlementen, treedt meer en meer te voorschijn. De heeren zitten in de parlementen en nemen de manieren der bourgeois heel aardig over zooals ook blijkt uit het houden van diners na afloop en allerlei dingen waarover men de bourgeois steeds hard viel. Maar ze zullen nu het zaakje wel opknappen en wezen er reeds op, dat er ongetwijfeld een internationale vóórkonferentie zal plaats vinden, waar de vraag der parlementaire regeling van 't kongres wel ter sprake zal worden gebracht, m.a.w. waar | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 338]
| |||||||||||||||||||||||||
men vooraf de zaken met elkaar bekonkelt. Vroeger werden de kongressen wel gehouden in verschillende plaatsen; Parijs, Brussel, Zürich, Londen, maar het eigenlijk kongres werd toch klaar gemaakt te Berlijn. Welnu, het aanstaande kongres zal in Duitschland plaats vinden en dus de Duitschers kunnen met gebruikmaking van hun gewone stramme tucht en organisatiezucht de boel zoo arrangeeren, dat alle stoutigheden van vrijheid-lievenden aard voor goed geweerd worden. Met de politie aan de bestuurtafel, wat in Duitschland noodzakelijk is, zijn zij zeker dat alle gelegenheid tot zoogenaamd lawaai reeds vooraf is ontnomen. Kautsky meent in de Neue Zeit, dat men in de eene of andere richting een beslissing moet nemen, òf men moet zich beperken tot een internationaal kongres van sociaaldemokratische partijen òf men houdt vast aan het denkbeeld van de internationale arbeiders- en socialistenkongressen. Hoewel het eerste zeer goed mogelijk is bij de hoogte, waarop de sociaal-demokratie staat in de verschillende landen, toch lacht het tweede denkbeeld hem meer toe wegens het voortdurende, intieme kontakt met de groote arbeidersbeweging. En dit kontakt komt hem belangrijker toe dan alle formeele voordeelen, die de uniformiteit van zoo'n internationalen partijdag kan aanbieden. Plotseling wordt hij zoo vrijgevig mogelijk en zegt hij: ‘liever alle verschillen en twisten der tegenwoordige kongressen op den hoop toe, liever wanneer de keuze alleen mogelijk was, de deur opnieuw opengezet voor de anarchisten dan af te zien van dat kontakt. Want alleen de nieuwe verbinding met het gros der vooruitstrevende arbeiders bewaart de sociaaldemokratie voor versteening, voor het vervallen tot sektarisme,’ want - en let wel op die woorden, die geheel overeenstemmen met hetgeen Domela Nieuwenhuis juist tot motieveering van de toelating, toen hij op het kongres zei: geen deel der socialistische partij | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 339]
| |||||||||||||||||||||||||
heeft het recht het socialisme voor zich te monopoliseeren - ‘geen deel der beweging heeft de wijsheid alleen gepacht, zij kan slechts het resultaat zijn van de beweging in haar geheel.’ Juist, maar waarom wordt men zoo liberaal in zijn nabetrachtingen, terwijl men zich zoo onverdraagzaam betoonde op het kongres zelf? Of gevoelt men misschien, hoe gevaarlijk de weg is, dien men heeft ingeslagen? Hoe men kans loopt, om te verloopen tot een sekte, die zich afsluit van de frissche aanraking met de werkelijkheid, om te worden tot een dogmatisch geloof evenals zulks het geval is met verschillende kerkelijke sekten. En toch zal men daartoe komen, want feitelijk meenen de Marxisten dat het laatste woord der wijsheid door Marx gesproken is, zoodat de lateren eenvoudig kommentatoren worden van zijn werk. De minste twijfel aan de juistheid van een gezegde van Marx is voldoende om iemand in de reuk van ketterij te brengen en vandaar tot uitsmijting uit deze heilige synagoge van het orthodox socialisme ligt maar één schrede. In de Labour Leader van Keir Hardie heeft een verslag gestaan van het kongres, dat later geïllustreerd als brochuur is verschenen en daarin wordt het volgende gezegd: ‘de Duitsche bazen (bosses) waren onverdraagzaam en onsympathiek tegenover hun opponenten, die op hun beurt gevoelden onrechtvaardig te zijn behandeld en dien tengevolge, eenigen natuurlijken wrevel openbaarden. Echter toen de “anarchistische” sektie bemerkte dat zij niet overgelaten werden om hun eigen strijd uit te vechten op hun eigen houtje, maar dat althans een deel van de Britsche delegatie besloten was om hun eerlijk spel te bezorgen, werden zij een, der meest ordelijke afdeelingen van het kongres.’ Men ziet dus wat er in werkelijkheid terecht komt van de beschuldiging dat de anarchisten op het kongres verschenen waren om wanorde te stichten. Neen, maar zij kwamen er tegen dat er onrecht geschiedde en toonden daardoor dat de afkeer van | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 340]
| |||||||||||||||||||||||||
tirannie, onverschillig van wien, bij hen sterk genoeg was om zich tegen elke poging van het uitoefenen der tirannie te verzetten. In plaats van drie dagen te verknoeien met gekibbel over de vraag van al dan niet toelating - een echt stuk Byzantinisme! - had men dien tijd nuttig kunnen gebruiken voor de beraadslagingen over de vragen die op de dagorde stonden. Het komt ons dan boven alles praktisch en verstandig voor, dat men geluisterd had naar den raad van onzen te vroeg ontslapen, waardigen vriend William Morris, die geschreven heeft dat men beginnen moest met elkeen toe te laten en als er iemand was, die toonde zich niet behoorlijk te kunnen gedragen, welnu dan was men immers wel mans genoeg om hem er uit te gooien. Dus niet beginnen, maar eindigen met uitgooien. Maar dan had men moeten diskussieeren met de anarchisten en ziedaar waarvoor men vreesde hetzij in het bewustzijn van eigen zwakte hetzij om andere redenen.
(Slot volgt).
F. Domela Nieuwenhuis. |
|