Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis. Deel 5
(1863)–C.P. Serrure, [tijdschrift] Vaderlandsch Museum– Auteursrechtvrij
[pagina 261]
| |
Handschriften van oude Nederlandsche dicht- en prozawerken.In een Supplement tot den Cataloog voor 1836 van den boekhandelaer Thorpe, te London, leest men: ‘I. Romances in Flemish verses - Vincentii speculum Historiale - Liber septem sapientium Romae - Liber Rose, in one volume a most splendid - manuscript, upon vellum, containing 642 pages. Saec. XV. In fine preservation. Folio.’ En daerby het volgende: ‘Such large portions of ancient Flemish verses are of very uncommon occurrence. Reynard the Fox sold in Mr. Heber's sale for 131 ℒ 5 s., and an imperfect of the Rymbibel was purchased in that sale by the British Museum for 88 ℒ 4 s. according to which prices, it is but fair to presum, had the present volume been in that sale, it would have produced at least one hundred and fifty pounds ℒ 52 10 s.Ga naar voetnoot(1). | |
[pagina 262]
| |
The contents are, 1, etc., 2 and 3, etc., 4, etc., 5. A long Exposition of the Tabernacle and is furniture, by John de Rusbroec, in Dutch, which forms the greater part of the volume. - ‘Hier beghent de exposicie van den tabernakel de arcoscaps (sic) ende van datter in was, die her Johan van Rusbroec maecte. 6, 7, 8, etc.’ (Voy. Paquot, I, pp. 203-213. Biblioth. Halthemiana, p. VI, no 45). Folio. De handschriften bevattende Jan van Ruysbroecks werken zijn talrijk: onderscheidene berusten op de koninglyke bibliotheek te Brussel en elders; ik zelf bezit eenen volledigen Codex. De heer kanonik David, heeft voor de keurige uitgave, die door hem bezorgd en op kosten van de Maetschappy der Vlaemsche Bibliophilen gedrukt wordt, de meeste der in Belgie bestaende handschriften gebruikt. De ophef, waermede de andere Codex in den cataloog van den engelschen boekhandelaar staet opgegeven, is niet overdreven en het is spytig, dat deze aen eenen, voor zulk belangrijk handschrift niet al te hoogen prijs van 52 ℒ 10 s. of fr. 1322-50, niet voor Zuid- of Noord-Nederland is aengekocht.
In der daed, het bevat:
1. Den Spiegel Historiael van onzen Jacob van Maerlant, waervan behalve talryke fragmenten, slecht één enkel handschrift bestaet, namelijk dat van het koninglijk Nederlandsch Instituut te Amsterdam, dat al wat door Maerlant vertaeld is, bevat. 2. Het boek van de zeven Wyzen van Rome. Zooals het aengeteekend staet in den cataloog, schijnt het, dat dit stuk insgelijks op rijm is. Ik ben in het bezit van eenen prozatekst; maer een berijmde is my geheel onbekend. 3. Liber Rose is niet anders dan onze Rose ongetwyfeld de vertaling van den franschen Roman de la Rose door den brusselaer Hein van Aken. Hiervan, zooals men weet, bestaen twee teksten: | |
[pagina 263]
| |
de eene te Stuttgard, in het Comburgsche handschrift, waernaer het door Kausler in het tweede deel zyner Denkmäler altniederländischer Sprache und Litteratur, Tubingen 1844 bl. 1-482 is uitgegeven; het ander in een handschrift hetwelk door Willems aen het Instituut te Amsterdam verkocht is, en dat aldaer ongebruikt blijft liggen. De aenkoop van het derde, dat te Londen in 1836 voorhanden was, zou toch voor Belgie, alwaer er niet een bestaet, zeer belangrijk geweest zijn. Alhoewel meer dan vijf-en-twintig jaren verloopen zijn sedert dat de boekhandelaer Thorpe dit te koop aenbood, heb ik het gewaegd aen onzen gevolmachtigden minister te Londen, den heer S. van de Weyer, te schryven, om te weten, ware het mogelijk, wat er van dit handschrift geworden is. Deze heer, wiens liefde voor al wat letteren en wetenschappen betreft, en wiens dienstwilligheid om zyne landgenooten ter hulpe te staen bekend zijn, heeft de vriendelijkheid gehad my te schryven, dat het hem niet mogelijk was geweest op het spoor van dien Codex te komen, doordien de boekhandelaer Thorpe vader en zelfs dezes opvolger Thorpe zoon, niet meer bestonden, zoodat men niet kon weten door wien het handschrift destijds aengekocht is. Waerschijnlijk is het in Engeland gebleven, en ligt het aldaer in de eene of andere, het zy openbare, het zy byzondere bibliotheek begraven. Ik trek hierop de aendacht onzer geleerden, die dat land zouden bezoeken. |
|