Gezegden van keizer Karel.
Even eens als Saturnus, de voornaemste van al de planeten, haren loop het langzaemst voortzet, zoo ook betaemt het dat de vorsten niets met voorbarigheid of onbezonnenheid verrichten.
Even eens als de zon haer licht, zoo wel voor de armen als voor de ryken, op de zelfde wyze en in gelyker mate rondspreidt, zoo ook moeten de vorsten de zaken hunner onderzaten, zonder onderscheid van persoonen, onderzoeken, jegens allen even goedertieren zijn, en aen allen gelykelyk recht laten wedervaren.
Even eens als de meeste zonsverduisteringen door groote veranderingen en beroerten in de landen worden opgevolgd, zoo vloeijen uit de levenswyze der vorsten, al is het zelfs dat zy niet zeer lang regeren, menigvuldige en zeer groote onheilen op de onderzaten over.
Even eens als de zon het was doet smilten en het slijk verhardt, zoo doen de zachtheid en de goedertierenheid der vorsten sommige hunner onderzaten beter, andere slechter worden.
Even eens als de maen des te min verlicht wordt, hoe nader ze by de zon is, even zoo gebeurt het met menigeen, dat, hoe meer hy in de gemeenschap der vorsten verkeert, hoe minder hy rijk wordt.
Even eens als het gebeurt, dat de bliksem het koper en het yzer, maer niet het was of andere wakke stoffen, doet smilten, zoo doet de hand van God of van den koning de hoogmoedigen buigen, terwijl zy de nederigen en onderworpenen spaert.
Ens, Epidorpidum lib. IV. Col. 1648, in-12o, bl. 76.