Vaderlandsch museum voor Nederduitsche letterkunde, oudheid en geschiedenis. Deel 1
(1855)–C.P. Serrure, [tijdschrift] Vaderlandsch Museum– Auteursrechtvrij
[pagina 431]
| |
Pinnaert.In den band eens exemplaers van een boekjen in-16o: Breve directorium ad Confessariorum munus per J. Polancum, te Leuven, in 1554 gedrukt, vond ik een strookjen perkaments, dat uit een handschrift van de laetste helft der veertiende eeuw versneden was. Al is het dat ik uit de weinige regels, die overgebleven zijn, met geene zekerheid kan opmaken tot welk dichtwerk zy behoorden, dan toch mag men veronderstellen, dat het tot een stuk van uitgebreiden omvang was, en waerschijnlyk wel tot die reeks van ridderromans, waerin de twisten tusschen de Christenen en Mahomedanen bezongen worden, en waervan de meeste tot den karolinger kring kunnen terug gebracht worden. Mone, in zijn UebersichtGa naar voetnoot(1), heeft reeds het bestaen van dit fragment aengekondigd en er den naem van Pinnaert, die er in voorkomt, aen gegeven. | |
[pagina 432]
| |
De drie-en-twintig regels van de voorzyde, zijn omtrent in hun geheel bewaerd gebleven. Het ontbrekende zou licht kunnen aengevuld worden. Ik heb bereids eenige woorden, die het gemakkelykst te raden zijn, in cursief laten bydrukken. De herstelling echter van de keerzyde zou moeijelyker vallen, alzoo aldaer de versen juist ten halve zijn doorgesneden.
Ga naar margenoot+Dat wetti herde wel....
soe vele te meer es....
waendic niet de vrouwe...
in souder niet vele me...
5.[regelnummer]
nemaer morgen metten dage
soudic, met vrienden ende magen,
weder keren in mijn lant.
Bi onsen god, Tervogant!
te hulpen en quam ic niemere,
10.[regelnummer]
no om vrouwe, no om here,
al hadden si u altemale...
die nu sijn in kerstenheit.
Doen seide Pinnaert, die coninc,
hen aldien, in ware dinc:
15.[regelnummer]
‘Ic was qualike bedocht
dat ict voert hebbe brocht,
dies wasic qualike berader.
Nu hoert mi spreken allegader:
bi Mamette, minen here!
20.[regelnummer]
moegdi mi loyere den...
gaen bringen, bringen of...Ga naar voetnootV. 21
....ve u bi namen....
....i Sumaglore....
Ga naar margenoot+........ verslaen
25.[regelnummer]
........ sonder waen
| |
[pagina 433]
| |
....... die mi geboet!Ga naar voetnootV. 26
........ hen .a.e groet.
........ alle dede
........ seker te groeten lede
30.[regelnummer]
........ soe vele voles geslegen
........ chten bi waerheden
........ ghe ende sijn vervaert
........ es Malaert
........ n meester le.er
35.[regelnummer]
........ niet alsoe fier
........ van Vranckelant
........ scone maget faliant
........ soe sede
........ u es lede
40.[regelnummer]
........ r die groete here
........ stine alsoe sere
........ edel baroen
........ en rade doen
........ tauont wel gecrigen
45.[regelnummer]
........ beden ons on ...
........ st en... aet
Tot hiertoe waren slechts de acht eerste regels van dit fragment door Mone gedrukt. Thands dat al, wat er van overblijft, het licht ziet, zal misschien de een of ander kunnen aenwyzen tot welk dichtstuk het behoord heeft. De eigennamen Pinnaert, Sumaglore, en Malaert zullen eenigs zins op het spoor brengen. |