Nog iets over de ‘profetia fratris Hermanni.’
Naar aanleiding van het stuk onder bovenstaanden titel in het vorig nummer der Vad. Lett. geplaatst, zendt ons de Heer H.M.C. van Oosterzee te Haarlem hetzelfde stuk in M.S., gedagteekend van 1709, oogenschijnlijk in papier en schrift de kenmerken dragende van dien tijd, dat slechts in enkele weinig beteekenende bijzonderheden van de medegedeelde lezing verschilt. De voornaamste zijn, dat de titel luidt: ‘Vaticinium f.H.’ voor ‘Profetia f.H.;’ dat de leeftijd van fr. Hermann op c. 1300 gesteld en de bron van het afschrift ‘een Brandenburgsch manuscript’ genoemd wordt. Voorts, behalve enkele minbeduidende varianten, in Vs. 49 undenum in plaats van tridenum en in Vs. 61 fovet voor het dáár tamelijk onverstaanbare tenet. Eindelijk is het M.S. van verklarende kantteekeningen voorzien, veel minder uitgebreid dan die van C.N., maar daarmede meestal in hoofdzaak overeenstemmende. De Heer v. Oosterzee wil gaarne aan belangstellenden het handschrift ter inzage zenden, indien zij zich daarom mochten aanmelden.
R.