ontsnapt; met zijn ijzeren lichaam en gehard gestel de ontelbare, voor zoovelen reeds doodelijke vermoeijenissen, ontberingen, klimaatziekten aan zulke ontdekkingstogten verbonden, ongedeerd te boven gekomen; - diezelfde Speke sterft in zijn vaderland, waar hij kwam rusten van zijne vermoeijenissen en voor nieuwe zich voorbereiden, den meest roemloozen en ellendigen dood, den dood der onvoorzigtigheid, - door een schot uit zijn eigen duizendwerf beproefd jagtgeweer! Het is als de veel-bevaren zeeman, die tal van stormen en orkanen op den onbetrouwb'ren oceaan trotseerde en ten slotte verdronk in een trekvaart! Het is als de Amerikaansche stoker-machinist, die vuur en smook en kolendamp haast beschouwen mogt als zijn levenselement en in zijn eigen huis omkwam, verstikt door den damp van een kole vuurs in zijn slaapvertrek.
Wij komen later in dit tijdschrift op Speke's ontdekkingstogten en haar gewigt naar aanleiding van het thans reeds in drie talen verschenen dagboek zijner reizen terug. Thans, bij zijn welgelijkend portret den lezer hier aangeboden, slechts het volgende ter herinnering:
Speke was tot 1856 officier in werkelijke dienst van het Engelsch-Indisch leger. Daar had hij zich door moed en koelbloedigheid, door bekwaamheid en beleid bijzonder onderscheiden, niet het minst op de groote Indische gouvernements-jagten. Toen nu het Britsch aardrijkskundig genootschap te Londen besloten had tot het uitvaardigen eener wetenschappelijke zending tot onderzoek van de oostelijke binnenlanden van Afrika, inzonderheid tot opsporing van de nog altoos onbekende Nijlbronnen, vond het in hem benevens in zijn vriend en krijgsmakker Burton de mannen, die men meende te behoeven. Hun eerste togt ving aan in 't midden van 1856, van Berbera uit, een kleine stad op Afrika's Oostkust aan de golf van Aden gelegen. Deze eindigde echter zeer spoedig met den weinig gelukkigen uitslag, dat zij door de woeste stam der Saumalis aangevallen werden, waarbij Burton gewond werd, terwijl Speke in de handen der inboorlingen viel, maar nog gelukkig wist te ontsnappen. - Weldra daarna, in Jan. 1857, aanvaardden zij op nieuw hunne reis; ditmaal echter niet van Berbera maar van het bekende eiland Zanzibar uit (6o 26' Z.b.) en op het vaste land van de daar tegenover gelegen haven Bagamoyo. Ook ditmaal moesten zij spoedig terugkeeren, thans door gebrek aan de noodige uitrusting en zware ziekte. In Junij 1857 hervatten zij den togt