Bladvulling.
Een andere beroemde toren in Frankrijk, die echter nu niet meer bestaat, was de zoogenaamde tour du trésor, een der acht torens van de in 1789 verwoeste Bastille. Het was evenwel geen sultan die daarin bewaard werd en er zijn naam aan gaf, maar een andere schat. De groote koning Hendrik IV legde daarin n.l. een zeer belangrijke geldsom neder, die hij bestemde om in gevallen van groote verlegenheid den staat te dienen. Slechts in den uitersten nood mogt die schat aangesproken worden. Om het volk tevens de openbaarheid van al zijne handelingen duidelijk te doen opmerken verordende de koning, dat, zoo dikwijls er geld uit den toren genomen moest worden, dit steeds openlijk geschieden zou, onder begeleiding van muziek en een talrijke militaire magt, opdat de geheele wereld van de uitgave weten zou. Het beheer over dezen schat was aan een bijzonder collegie toevertrouwd ‘zonder welks toestemming geen geld mogt worden weggenomen.’