Wenken over de opvoeding van meisjes. Naar het Engelsch. Te Utrecht, bij Kemink & Zoon, 1864.
Ongeveer in denzelfden geest en misschien wel van dezelfde hand is het bovenstaand werkje over de opvoeding van meisjes. Het is niet te ontkennen dat vooral hier te lande de opvoeding van het vrouwelijk geslacht zeer verwaarloosd wordt. Doorgaans, en wel bijzonder in de hoogere standen, beschouwt men het als overbodig, dat een meisje iets leert, wat niet direkt tot de huishouding betrekking heeft. Men wane echter niet dat wij zouden wenschen dat alle meisjes geleerde vrouwen werden, dit zij verre, wij koesteren zelfs weinig achting voor die soort van wezens, die bijkans alle vrouwelijk gevoel hebben uitgeschud en door hunne betweterij lastige meubels der maatschappij zijn. ‘In medio tutissimus ibis’ zegt een bekend spreekwoord en zoodanig moet het ook zijn. Al wat naar eene ziekelijke afrigting zweemt, moet aan het meisje vreemd zijn, maar degelijkheid en algemeene kennis, niet alleen geld-antecedenten moeten het meisje, om eenmaal de pligten die er later op haar rusten zullen naar behooren te vervullen, aansporen om zich meer en meer te volmaken. Op 12jarigen leeftijd reeds zouden ook wij met den schrijver wenschen, dat het meisje zuiver en gemakkelijk hare moedertaal kon lezen, een eenvoudigen brief netjes en duidelijk kon stellen en schrijven, en bedreven ware in de vier hoofdregelen der cijferkunst, wij wenschen haar vlug sommen uit deze regels te zien maken, en gelooven verder dat de methode van uit het hoofd te rekenen eene uitnemende oefening voor den geest en het geheugen is, iets waarin bovendien vele kinderen vermaak scheppen. Daarbij kan zij iets weten van de hoofdgebeurtenissen der oude en nieuwe geschiedenis, uit verhalen en levensbeschrijvingen van groote mannen geput, die zij voor haar eigen vermaak heeft gelezen en die misschien eenige datums in het geheugen zullen prenten. Op dezelfde wijze worden deze wenken over de opvoeding der meisjes tot aan het 18e jaar, in dit werkje van de uitstekende
schrijfster Emily Shirreff voortgezet en wij twijfelen niet of het zal ook bij ons te lande een onverdeelden bijval vinden. Wat de uitvoering betreft, druk, papier en correctie zijn loffelijk. Wij wenschen den uitgevers een goed debiet toe en aansporing