Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1864

Korte mededeelingen.

Wij ontvingen van tijd tot tijd de maand. afleveringen van het Bijbelsch Dagschrift, of de invloed des Christendoms op huisselijk en maatschappelijk geluk, in godsdienstige overdenkingen op

[p. 64]

iederen dag des jaars ('s Gravenhage, bij M.J. Visser, Prijs ƒ 4.80 in het jaar); van Bijbelsch Dagboek. Godsdienstige overdenkingen ter bevordering van Evangelische kennis en godsvrucht, naar aanleiding van de Dagteksten, voorkomende in den Bijbelschen Almanak, door Dr. B. Rienstra (Leiden, bij D. Noothoven van Goor. Prijs ƒ 3.65 in het jaar); en van Bijdragen ter bevordering van het christelijk leven, verzameld door M.A. Amshoff en W. Muurling, jaargang 1863, ten voordeele van het Toevlugtsoord voor Meisjes te Groningen (Groningen, bij P. Noordhoff). 't Spreekt van zelv', dat wij zulke sedert lang gevestigde stichtelijke tijdschriften niettelkens kunnen aankondigen, veel min beoordeelen. Eenvoudige aanbeveling volsta ook nu.

Aan belangstellenden in de zendingszaak zal zeker de uitgave welkom zijn van het derde stukje des zesden deels der Mededeelingen van wege het Nederlandsche Zendelinggenootschap. Het bevat: het eerste gedeelte van een dagboek over 1859, gehouden door den zendeling H.J. Fendeloo, die in dat jaar te Amoerang arbeidde. Enkele opmerkingen en vragen over het zendingswerk op Java, door den zendeling H. Smeding; Iets uit Madja Warna, door den zendeling W. Hoezoo. De toon die in deze mededeelingen heerscht, mag geroemd worden, en doet zien, dat de drie broeders aan wie men die mededeelingen te danken heeft, mannen zijn, die met beleid en bezadigdheid zich van hunne taak kwijten, en een arbeid verrigten, waarop de zegen des Heeren moet rusten, ook al zou men hier en daar naar spoediger oogst en meer vruchten verlangen. Dat zij maar met ijver en in liefde op den ingeslagen weg voortgaan, de volken, onder welke zij het evangelie verkondigen, naauwkeurig bestuderen, opdat zij de geestelijke behoeften, die daar bestaan, hoe langer zoo meer leeren kennen! Dat zij voortgaan, met zich vooral het onderwijs van het aankomend geslacht aan te trekken, daar toch het kostelijk zaad des evangelies in wel toebereide akkers het meest kans zal hebben om welig te ontkiemen.