niet bestond, niet gevoeld zou worden, en welks zamensteller geen nuttigen arbeid heeft verrigt: doch niet aldus met het boekje, dat wij nu aankondigen. In een beknopt bestek, slechts 130 blz. kl. oct., levert de vervaardiger, door zijne betrekking de daartoe allezins bevoegde man en tot die taak geroepen, zeer veel, dat ja den belanghebbenden bekend is of althans behoort te zijn, maar niet op deze wijze, als een geheel uit hier en daar verspreide deelen bestaande, in hun bezit is. Alvorens wij den inhoud opgeven, en wij hebben hiertoe slechts den titel volledig af te schrijven, vergunne de heer v. St. ons twee vragen, betrekking hebbende op dezen titel. In de eerste plaats: hij spreekt daar van kooplieden, maar geeft niet te kennen welke klasse of soort hij bedoelt. Nu is uit den aard van het werk wel op te maken, dat hier kooplieden in gouden en zilveren werken de personen zijn, voor wie, onder meer, het handboekje bestemd is, maar uit het enkele woord blijkt dit niet. Ten tweede: waarom horlogemakers, niet horologiemakers, zoo als in onze taal algemeen is aangenomen?
En wat staat er nu in dit werkje? 1o. De wet omtrent (dit woord omtrent komt o.i. hier in het geheel niet te pas, doch den heer v. St. vallen wij er niet om lastig, de officiële benaming der wet is zóó, en al wat officiëel is lijdt in den regel aan gebreken in stijl en taal) den waarborg en de belasting der gouden en zilveren werken, verrijkt met zeer veel aanteekeningen van onbetwistbaar praktisch nut voor de gebruikers, en gevolgd door modellen van dokumenten bij de toepassing der wet noodig; voorts door een extrakt uit het dienstregelement voor de kantoren van waarborg, en door een staat aanwijzende de bij meergenoemde wet bedreigde boeten en straffen. 2o. Verordeningen betrekkelijk (lees: betreffende) de vervaardiging van gedenk-, prijs- en eerepenningen, draagmedailles, strooipenningen, burgemeesters- penningen enz. In de Staats-Courant van 7 October 1863, komt een koninklijk besluit van 18 Sept. 1863 voor, houdende nieuwe bepalingen des betreffende. 3o. Opgave van gehalte en gewigt der ridderorde-teekens. 4o. Verordeningen omtrent (?) de zamenstelling en den ijk der gewigten voor juweliers en goud- en zilversmeden. 5o. Voorwaarden waarop door de Nederlandsche Handelmaatschappij de mededinging is geopend geworden,