Raadgevingen aan jeugdige onderwijzeressen, inzonderheid der bewaarscholen. Naar het Fransch van mev. Marie Pape Carpantier, Directrice van de kweekschool voor onderwijzeressen te Parijs. Met eene voorrede van mevrouw Elise van Calcar. Te Haarlem, bij de Erven F. Bohn, 1863. 160 bladz.
In lang heb ik geen boekje gelezen, dat zulk eenen hoogst aangenamen indruk op mij maakte als het voor mij liggende. Zoodra men een werk of werkje leest, en bemerkt, dat de schrijver of schrijfster geheel op de hoogte van het behandelde onderwerp is, dan is men ook zeker, dat die behandeling duidelijk zal zijn; wat men zelf duidelijk beseft, gevoelt en begrijpt, deelt men zoo gemakkelijk aan anderen mede.
Mevr. van Calcar, die zich hier te lande zeer verdienstelijk heeft gemaakt door meer dan een nuttig werkje over de opvoeding en de belangstelling, door haar in Fröbel's methode betoond, verrijkte dit werkje met eene voorrede, die 28 bladzijden telt, veel meer dan eene gewone voorrede is en veel bevat, wat der lezing overwaardig is. Als ik daar lees: ‘Geloof toch niet, dat de kinderen, die soms vrome woorden praten, beter zijn of godsdienstiger dan zij, die dit niet doen,’ dan ben ik het zoo volkomen met haar eens, en dan doet het mij goed, die woorden te vernemen uit den mond eener vrouw, die in dat opzigt spreken mag en geloof verdient.
Maar nu het werkje zelf. Het schijnt, hoewel het mij nog niet zeer duidelijk is, dat het geschrift door de Fransche Academie is bekroond geworden. Was dit zoo, 't zou mij niet verwonderen, want onopgesmukt, met de grootste een voudigheid, deelt de schrijfster eene reeks van ervaringen en opmerkingen mede, die eenen schat van nuttige leering bevatten. Ik voor mij vind den titel nog eenigermate onjuist, of liever te eenvoudig. Gerust had men 't boekje mogen noemen: raadgevingen voor allen, die met het on-