tiging van een droevig heden aan te verbinden? Het werk is geschreven in den vorm eener auto-biographie en de schrijfster of verhaalster doet u kennis maken zoowel met den treurigen toestand waarin zij verkeerde onder de voogdij eener liefdelooze stiefmoeder, als met den gelukkigen ommekeer in haar lot, toen zij door eene weldenkende weduwe werd aangenomen en met dier kind opgevoed en verzorgd. De blijdschap dezer weduwe over de vruchten harer liefdevolle daad, als zij hare voedsterlinge ziet opwassen tot eene schoone, maar vooral verstandige maagd, is goed geteekend. En de dankbaarheid der verpleegde spreekt mede uit menige bladzijde, als zij haren gelukkigen toestand van heden vergelijkt met het verledene, en dat alles naast God hare voedster dankt.
Eenvoud en natuur, gepaard aan hartelijkheid en waarheid, spreken luide uit dit werk, en al had het geene andere verdiensten dan deze, wij zouden het werk reeds aanbevelen; maar ook de lessen en opwekkingen, de schilderingen van karakters en gevolgen maken aanspraak op meerdere bekendheid.
De uitvoering is net, de druk helder en het vignet van den titel zeer lief.
No. 2 beveelt zich aan door den naam van den schrijver. C. Hauch toch is geen onbekende meer in de letterkunde. Zijn Tycho Brahés jeugd heeft hem reeds eenigermate den lauwer om de slapen gevlochten, en de kroon daaraan wordt opgezet door het onderhavige werk. Wat de schrijver bedoelde, blijkt uit de volgende woorden, die wij aan het voorberigt ontleenen. ‘Terwijl ik den strijd trachtte te schilderen, die hoogere geesten moeten doorworstelen, en de opofferingen, die zij brengen moeten, waardoor hunne geschiedenis dikwerf, zooals Arago zegt, op een martelaarslegende gelijkt, zoo moest ik ook, om het volledig te maken, het tegenovergestelde doen uitkomen. Met andere woorden, ik moest ook de vaische virtuositeit voorstellen, de verkeerde rigting van den geest, waarin het baatzuchtige niets wil opofferen, maar integendeel vordert, dat de geest zelf opgeofferd en vernederd zal worden, als middel voor praalzucht en ijdelheid of voor andere lage doeleinden.’ En de schrijver heeft zich aan dat doel meesterlijk gehouden.