en uit verschillende oogpunten beschouwd te worden. Het is het groote vraagstuk der staathuishoudkunde, beide standen met elkander te bevredigen, of liever de steile kanten, die hen van elkander scheiden, af te slijpen en hen allengs in elkander te versmelten. Een grootsch doel zeker, der 19de eeuw waardig, daar het welzijn der gansche maatschappij hiervan het gevolg zou zijn. De lezer meene echter niet in dit boek dorre staathuiskundige vertoogen te zullen vinden. In tegendeel, de roman is zoo onderhoudend en boeijend, als de meest romantische lezeres slechts zou wenschen. Om de verrassing niet te benadeelen, zeggen wij alleen: dat Fanny, de hoofdpersoon, door een zamenloop van bijzondere, maar echter gebeurlijke omstandigheden, uit de nederigste en behoeftigste kringen tot de hoogste en aanzienlijkste verheven wordt, dat ze het vóór en tegen van beide dus naauwkeurig heeft leeren kennen en waarderen, en tot het resultaat komt: ‘Ik moet zeggen, dat, naar hetgeen mijne eigene ondervinding mij geleerd heeft, er niet zóó veel onderscheid is tusschen het geluk en de vermaken van de hoogere en lagere klassen, als men over het algemeen denkt. Ik heb geleerd, dat ons deel in de rampspoeden, die het lot der menschen zijn, hoezeer zij in gedaante verschillen, in bedrag hetzelfde is. Ik heb geleerd hoe dikwijls de armen de handelwijze der rijken verkeerd opvatten en beoordeelen; ik heb ook geleerd, hoe veel goeds er met zeer weinig geld kan worden gedaan, en hoe de armen liefderijke woorden op veel hoogeren prijs stellen, dan veel vertoon makende giften. Mijne eigene ondervinding heeft mij geleerd, dat, als de rijken de middelen, die zich in hunne magt bevinden, gebruikten met die liefde en dien ijver, die dit heilige boek voorschrijft’ - dit zeggende legde zij hare hand op een bijbel, die bij haar lag - ‘de vijandige gezindheid en de
gevaarlijke verdeeldheid niet bestaan zouden, die in de laatste jaren zoo zeer zijn toegenomen tusschen de armen en de rijken.’
Ziedaar de hoogst gewigtige strekking van dezen roman. De uitvoering verdient, zoo als wij reeds met een enkel woord zeiden, allen lof. 't Is zeker een der beste romans dien de laatste tijd heeft opgeleverd: levendigheid van voorstelling, afwisseling van tooneelen, juistheid van karakters,