al dat werktuigelijk van buiten leeren, dat instampen en inpompen van uitdrukkingen eener vreemde taal, die zonder verband, noch zamenhang, zijn neder geschreven. Hij geeft verreweg de voorkeur aan het levende woord van een' bekwamen en kinderkundigen onderwijzer, die zich met gemak beweegt in de taal, welke hij doceert, en de begaafdheid bezit in die taal te kunnen denken. Zoo lang er echter ezelsbruggen (soit dit sans conséquence!) noodig zullen zijn, kan men de pogingen van hen, die ze goed en bruikbaar trachten te maken niet anders dan toejuichen.
Uit den aard der deelen, waaruit de tweede afdeeling eener méthode familière is zamengesteld, wordt de taak der kritiek uiterst dor, en in allen geval vervelend voor de lezers van een tijdschrift, dat zich het geheele veld der letterkunde ter bearbeiding gekozen heeft, en daarom slechts nu en dan in specialiteiten van taal- en spelfouten kan treden. Wij willen daarom het werkje van den heer Ludolph niet, op eene kleingeestige wijze, onder het ontleedmes der aanmerkingenmakerij brengen, en zullen ons oordeel over het geheel in een paar woorden resumeren.
Het ‘Engelsch leerboekje voor eerstbeginnenden’ verdient eene eervolle plaats onder zijne broeders. Het is met zorg bewerkt, en de lijst van vele verkortingen, in het Engelsch onzer dagen nog meer dan in vroegere tijden in zwang, toont, dat de schrijver geene moeite ontzien heeft, om zijn werkje, uit zijn standpunt geredeneerd, zoo volledig mogelijk te maken. Den onderwijzers, die gewoon zijn, gebruik te maken van een dergelijk hulpmiddel, vindt Ref. volkomen vrijheid den arbeid van den heer Ludolph bijzonder aan te bevelen.
De heeren Noorduijn & Zoon hebben voor eene fraaije uitvoering gezorgd. De letter is duidelijk en rein afgedrukt, en het papier helder-wit. Wij mogen evenwel niet verzwijgen, dat de prijs ons voor een schoolboekje van 168 blz. kl. 8vo te hoog voorkomt; men ruducere dien op de helft, en wij voorspellen een ruim debiet.
1863.
L.A.H.