lossen gemakkelijken stijl, aangename vertellingswijze en juiste karakterteekening.
Wij hebben eene hoofdbedenking tegen deze verhalen, namelijk dat de gekozen stof niet degelijk genoeg is. Het werkelijke leven biedt zoovele toestanden en wisselingen aan, dat de auteur niet juist iets zoo onbeduidends tot onderwerp had behoeven te kiezen als hij in het zomertoertje en mijne onderburen gedaan heeft; want ofschoon de figuren in beide verhalen waar en natuurlijk geschetst en de gebeurtenissen luimig en aangenaam verteld zijn, kan zulks toch niet zooveel het aangeduide gebrek vergoeden, zoo de lezer bevredigd zoude zijn. Niet veel meer zal er door bereikt worden, dan dat deze en gene aardigheid onder het lezen een glimlach verwekt.
Met meer voldoening lazen wij Helsega-borg en tante Mientje; in deze verhalen is meer belangwekkende handeling, meer ernst van gedachten, en daardoor meer dat boeit en tot het harte spreekt.
Het ontbreekt den auteur niet aan menschenkennis en talent, om goed op te merken en los en juist te schetsen, maar nog te veel aan de gave om onderwerpen te scheppen, die belangrijk genoeg zijn voor de aandacht van het publiek. In een tijd dat men met zoovele romantische verhalen wordt overstroomd, moet een boek in dat genre, dat regt zal hebben in de wereld te verschijnen, meer waarde bezitten dan door natuurlijkheid en een bevalligen verhaaltrant eenige oogenblikken verpozing te kunnen schenken, welke laatste verdienste wij aan geen dezer vier verhalen ontzeggen. Overigens zijn vignet, papier en druk vrij goed.
* * * S.