eene uitgebreide kennis bezat, onttrok zich aan het maatschappelijk leven, en begroef zijne talenten; maar zij verstaat de groote kunst, om hem dienstbaar te maken aan het algemeene welzijn en daardoor op eene waardige wijze aan zijne roeping als mensch te doen beantwoorden.
Men zegge niet: 't is maar een boek, 't is maar theorie, en in het dagelijksch leven ziet men ze dan maar zeer zelden! Het gansche verhaal is zoo eenvoudig, zoo natuurlijk geschreven, het draagt zoo duidelijk den stempel der waarheid, dat niemand daarin iets overdrevens, iets ongerijmds kan vinden. Dezulken, die liever hun geest voeden met het opdisschen van alle mogelijke akeligheden, die niet tevreden zijn, wanneer zij niet lezen van moorden en giftbekers en verleiding en misdaad; zij moeten het boek liever ongelezen laten, want voor hen zal het eene vervelende, saaije lektuur zijn; maar wij hopen, dat er genoeg lezers en vooral lezeressen zullen gevonden worden, die degelijke lektuur op prijs weten te stellen, die doordrongen zijn van het gevoel, dat de christelijke liefde, behoorlijk in praktijk gebragt, inderdaad alles vermag en hartelijk wenschen wij, dat zij, die eenmaal mogten geroepen worden om den moeijelijken post van stiefmoeder op zich te nemen, het voorbeeld van Albinia mogen navolgen.
Maar de lezing van het werk diene ook tevens, om velen de oogen te openen. 't Is zoo gemakkelijk gezegd en beloofd, voor anderen te zullen zorgen; zelfs zij, die van ganscher harte die belofte doen en het heilige voornemen koesteren, om ze getrouw na te komen. O! die weten vaak niet, hoevele bezwaren daaraan zijn verbonden en zullen helaas! eindigen, met te bezwijken onder den last. Laten zij eerst met aandacht ‘de jonge stiefmoeder’ lezen en na de lezing zich zelven afvragen of zij niet terugdeinzen voor zooveel, dat haar te wachten staat. Wie weet, hoe menigeen dan gevrijwaard zoude worden voor bittere teleurstelling! en aan den anderen kant, hoe menig kind, dat nu verkeerd wordt behandeld, alsdan een geheel ander mensch zoude worden.
Eindelijk strekke de lezing tot bewijs, hoe eene stiefmoeder, al heeft zij naderhand ook eigene kinderen, toch daarom de haar toevertrouwde niet minder behoeft te achten, en hoe met de liefde voor de eersten ook die voor de laatsten zeer goed kan gepaard gaan.