Boekbeschouwing.
Het zwaard en de godsdienst. Godsdienstige toespraak in het kamp te Milligen gehouden den 15 September 1861, door Dr. A. Rutgers van der Loeff, Predikant te Leijden. Ten voordeele der Kweekschool voor Zeevaart te Leijden. Leijden, D. Noothoven van Goor, 1861. 20 pag. gr. 8vo. Prijs ƒ 0,30.
Al zijn er reeds eenige maanden verloopen, sedert deze leerrede, of liever ‘toespraak’ in het licht verscheen, - al werd sedert weder het kamp op de Veluwsche heidevlakte opgeslagen, en ook sedert weder ‘opgebroken,’ toch aarzelen wij niet, nu nog de rede van den begaafden prediker aan te kondigen en aan te bevelen.
Het woord, op den 15 September 1861 op de heide van Milligen uitgesproken, blijft zijne kracht en waarde behouden, al zijn onze troepen niet meer in tenten gelegerd, of al is de tijd reeds een eind verder den weg der eeuwigheid opgegaan.
Naar aanleiding van Rom. XIII: 4b: Zij draagt het zwaard niet te vergeefs; want zij is Gods dienaresse, beschouwt Ds. van der Loeff de besturende overheid, in de eerste plaats en de krijgsmagt in de tweede plaats als geroepen, om het zwaard in de dienst van God te dragen, en wijst vervolgens op de pligt van den zwaarddrager, om te trachten, dat dit niet te vergeefsch geschiedde, terwijl hij ten slotte een drieledigen raad aan de krijgsscharen geeft: denkt veel aan God; bidt veel tot God en gevoelt u steeds verantwoordelijk voor God.
De ontwikkeling dezer punten, voorafgegaan en gevolgd door het gebed met de vermelding der gezongen verzen uit onze gewijde bundels, vormt den inhoud van het geschrift, dat en om zijn toon, en om de rijke lessen en eindelijk om het doel door velen behoort gekocht te worden.
Het doel toch is eene goede zaak te ondersteunen. De kweekschool voor Zeevaart, te Leijden, waarvan Dr. van der Loeff, zoo wij ons niet bedriegen, voorzitter is, verdient die ondersteuning. Door haar wordt menig jongeling een goede toekomst tegengevoerd, worden goede matrozen voor onze