zeggen dan: alles is naar het leven geteekend; alles is natuurlijk; 't kan, 't moet eene ware gebeurtenis zijn, en juist omdat ze natuurlijk, ongekunsteld, wat meer zegt, waar is, en omdat ook nu nog geldt de spreuk: ‘rien n'est beau que le vrai,’ juist daarom had ik op die bladzijde mijne lezing gaarne geëindigd, want dan was de indruk, door het werkje op mij gemaakt, niet verdrongen geworden door een' anderen. Op mijn eigen oordeel niet vertrouwende, won ik de meening in van anderen, die het boek gelezen hadden, en ook zij waren van oordeel, dat het laatste gevoegelijk achterwege had kunnen blijven en dat het eenigermate de frissche, de zoo indruk makende tint van het ware wegneemt, die onwedersprekelijk door het eerste wordt te weeg gebragt.
Ik ben 't geheel met u eens, dat menigeen, hoe diep ook gevallen, zou opstaan, wanneer hem eene vriendenhand werd toegereikt; - dat er, helaas! te velen zijn, die liever den gevallene veroordeelen, op hem als een waarschuwend voorbeeld wijzen, hem bespotten, wanneer hij, het pronkstuk der schepping, aan een redeloos dier gelijk is en zich als een voorwerp van afschuw op de straat of waar dan ook vertoont - die liever dit alles doen, dan hem, den broeder, te helpen, op den goeden weg terug te brengen. Ik ben het met u eens, dat zulk een diep gevallene nog een braaf, oppassend mensch kan worden en in zoo verre is de persoon van Herman Baaden, de held van uw verhaal, geene fictie; als zoodanig kunnen anderen dat voorbeeld volgen en ook worden zoo als hij; als zoodanig zullen zij geene te groote gedachten koesteren van de weldadige gevolgen van dien ommekeer en....zich niet teleurgesteld vinden. Teleurstelling zoude misschien voor hen uiterst nadeelig zijn. Dit alles kan uw werkje, altijd tot en met bladz. 157 uitwerken.
Maar wat toch kon u bewegen, om dien indruk weder te verzwakken, door tooneelen te schetsen, die waar kunnen zijn, maar veel minder door de groote meerderheid als waar zullen worden aangenomen? Zijt gij niet bevreesd, dat men zeggen zal: dat is al te mooi, al te onwaarschijnlijk? 't Is mogelijk, dat ik den bal geheel missla, maar ook anderen heb ik die opmerking - ik zeg niet aanmerking - hooren maken, en dat speet mij, omdat ik zoo hoogst ingenomen was met uw werk.