Boekbeschouwing.
Nacht en morgen. Verhalen uit de geschiedenis der Evangelische zending onder de Heidenen, door F.M. Looman. Uitgegeven te Zwolle, bij J.P. van Dijk, 1860.
Gaarne erkent referent en vraagt hij opentlijk verschooning, dat hij wat laat - hij wil nogtans hopen niet al te laat - komt met de aankondiging van dit werk, hetwelk hem door de redactie der Vaderlandsche Letteroefeningen, reeds geruimen tijd geleden, ter beoordeeling toegezonden werd. Omstandigheden van hem onafhankelijk, maar waardoor hij, als het ware, in een zee van bezigheden werd gedompeld, die hoegenaamd geen uitstel gedoogden, maakten, dat hij, onder meer anderen, ook dezen arbeid maanden lang moest laten liggen. Zulks spijt hem te meer, omdat hij veel goeds heeft te zeggen van het boek, waarmede de heer Looman, die op dat gebied reeds meer geleverd heeft, dat de aandacht waardig is, onze zendelingslectuur verrijkte. Zoowel wat den inhoud als de zamenstelling daarvan betreft, heeft hij er met groot genoegen kennis mede gemaakt, en hij twijfelt geenszins of onder degenen, die het met hem doorbladerden, zullen er niet weinigen gevonden worden, die hem dit van heeler harte navertellen willen. Voor de zoodanigen echter is er geene aanbeveling meer van noode. Trouwens zij weten wat zij hebben en den schrijver daar voor zijn verpligt. Voor anderen evenwel, die tot heden toe geene kennis maakten met de eenvoudige en leerzame verhalen, welke hij ons uit de geschiedenis der Evangelische zending onder de Heidenen doet hooren, sta het volgende geschreven.
Het geheele werk is in vier afdeelingen gesplitst. De eerste heeft tot opschrift: de duisternis van het heidendom, en handelt, onder meer belangrijke zaken, over de Hindoe-goden, de afgodendienst in China, de aanbidding van den grooten geest onder de Indianen, de fetischdienst der Heidenen, de goden der Australiërs, de Etoedienst in de Zuidzee, de Godsgerigten onder de Negers, de kindermoord op de Gezelschapseilanden, de menscheneters op Sumatra, de onmenschelijkheid van het kastenwezen, enz. De tweede voert den titel: Het zuchten naar verlossing. In deze afdeeling komen benevens andere wetenswaardige mededeelingen voor: de boetedoeningen