Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1863

[p. 35]

Korte mededeelingen.

Bij den uitgever H. ten Brink te Meppel, is eene goedkoope uitgave verschenen van het zeer belangrijke werk van den beroemden Macauley. Het leven van drie beroemde Engelsche staatslieden. Wij vertrouwen dat velen zich de gelegenheid zullen ten nutte maken, om voor ƒ 1,25 zulk een boek te verkrijgen.

Belangrijk noemen wij het werk niet enkel omdat het geschreven is door Engelands grooten historicus en staatsman, maar evenzeer omdat het ons bekend maakt, en goed bekend, met drie hoogst merkwaardige personen: Sir William Temple, Lord Clive en Warren Hastings, die alle drie niet weinig hebben toegebragt tot de grootheid en de magt der Britsche natie. Vooral de tweede levensbeschrijving is ten hoogste boeijend en onderhoudend. Naauwkeurig wordt daarin de loopbaan geteekend van den grondlegger der Engelsche heerschappij in Oost-Indie, die op jeugdigen leeftijd zijn' geboortegrond verliet om als klerk bij de O. Indische Compagnie fortuin te maken.

Eene niet geringe verdienste van Macauley's methode is deze, dat hij altijd het karakter der door hem behandelde personen helder in het licht zoekt te stellen, dat hij zoowel hunne lofwaardige eigenschappen als hunne gebreken duidelijk aanwijst en daardoor elken lezer in staat stelt een regtvaardig oordeel over hen te vellen. Zijne opstellen zijn, dunkt ons, modellen van pragmatische geschiedenis-beschrijving.

Gaarne elke nuttige poging ondersteunende, kondigen wij met aanbeveling aan: Uit de Achterbuurt. Mededeelingen eener predikantsvrouw, Mevr. J.B. Wightman, te Shrewsbury. Uit het Engelsch, door C.S. Adama van Scheltema. (Amsterdam, J.H. Scheltema), een boekje ter bevordering van de afschaffingszaak, welker loffelijke bedoelingen, hopen wij, ook door verspreiding van dit geschrift zullen bevorderd worden. In de narede geeft de eerw. vertaler eenige teregtwijzingen aangaande het oogpunt waaruit de Nederlandsche afschaffings-vereeniging moet beschouwd worden.

Zalig onze jonge dooden is de titel van een klein boekje van John Cumming, Predikant bij de Schotsche Kerk en naar den

[p. 36]

zesden druk uit het Engelsch vertaald uitgegeven te Amsterdam bij Weytingh & Brave. Er is veel vertroostends in voor ouders, die kinderen door den dood hebben verloren, en omdat die vertroostingen christelijk zijn, hopen wij dat ze in treurhuizen aan haar doel beantwoorden, al is de wijze van voorstelling anders dan wij haar voor ons zouden verlangen. Zoo zien wij bijv. niet in waarom het een schijn van vroomheid heeft als men den Zondag den ‘Sabbathdag’ noemt. En hoe in een eenvoudig, hoogst eenvoudig, stichtelijk boekske zelfs Grieksch verzeild komt, weten wij niet.

Het boekje, de Wetsbepalingen omtrent onvermogen van kooplieden in geval van faillissement en surceance van betaling, (Leiden, van Leeuwen, 1861), dat niets anders behelst dan de afdruk der wet met enkele aanteekeningen, heeft den eigenwaan op zich den onverdienden naam toe te passen van Gids voor kooplieden, curatoren in failliete boedels, bewindvoerders enz. De aanteekeningen zijn zoo dun gezaaid, dat zij te zamen genomen, nog geen twee pagina's brevier zullen bevatten. Hoe een uitgever van Meyer's principe sur les questions transitoires zulke prullen kan in de wereld zenden, verklaren wij niet te begrijpen.

Schetsboek zonder Schetsen, door H.C. Andersen, Amsterdam bij de Wed. H. van Kesteren & Zn. 1862, 8vo., 76 bladz.

‘Klein,’ maar rein! In alle opzigten van dit boekske met regt te zeggen. Uitwendig net formaat, net gedrukt en met eene goede staalgravure versierd. Inwendig in den vorm zooals Andersen schrijft, zoo geheel eigenaardig, zoo aantrekkelijk, en tevens van zoo diepen zin en edele strekking. Alle aanbeveling hebbe dit boekske, maar wij mogen onderstellen dat Andersen's naam, die zich hier niet verloochende, reeds aanprijzens genoeg zal geweest zijn.

Graankorrels uit het woord des levens, door Th. van Spall, Em. predikant. Leiden, bij D.J. Couvee, 1861, 102 blz. post 8vo., in prachtband.

De eerw. van Spall, die onze letterkunde met zoo menig werk van zijne hand verrijkt heeft, legt de pen in zijnen ouderdom nog niet neder. Tot ruste van zijnen arbeid ge-

[p. 37]

komen, vergeet hij te Leiden het nut niet, dat hij te Klundert als auteur schonk, en is zijn vroegere werkking hem nog zoo dierbaar, dat hij op nieuw eenige korrels uit het dierbare boek, waaruit hij zijne gemeente zoo menige les gaf, het publiek aanbiedt. Het zijn dertig overdenkingen, die zich allen met het grootste genoegen doen lezen en herlezen.

Het werkje vinde een gereeden toegang tot de huiskamer en zijn inhoud eene goede opsluiting in de harten.

Het uiterlijk beveelt zich ook tot koopen aan.