Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1863
(1863)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 240]
| |
Op Karel V. Jacet intus Carolus Quintus.
Hier ligt de oude avonddaauw,
Gestorven aan een jonge vrouw.
Grafschrift op den Burgemeester Kerkering in de Mariakerk te Lubeck. Hij knielt daar te midden van een kudde lammeren, die met hem naar het kruis staren, heeft kromme beenen en de inscriptie luidt: Hier onder ligt Hans Kerkering,
Die zoo scheef op zijn voeten ging.
O Heer! maak hem de beenen gelijk
En help hem in uw hemelrijk -
Gij neemt toch immers de lamm'ren aan,
Zoo laat den bok toch ook meê gaan!
Op het graf van den grootvader van J.C. Weber, eerst domine te Velsenburg, en daarna hofprediker en superintendent te Langenburg en eindelijk 28 jaar dorpspredikant te Dottingen, waar hij 1720 stierf, staat: ‘Zijn fatale levensloop staat in den zelf gekozen lijktekst Ps. 116 vs. 10. Ik geloof, daarom spreek ik; word echter zeer geplaagd.’ Onder de nieuwere grafschriften wordt meestal het: ‘de mortuis nil nisi bene’ gehuldigd. Echter - niet bij allen. Op een groot man. Ci dessous git un grand seigneur,
Qui de son vivant nous apprit,
Qu'un homme peut vivre sans coeur
Et mourir sans rendre l'esprit.
Op een acteur. Hier lig ik nu, het stuk is uit!
O, best publiek, roep mij er uit.
Op een prediker. Ons liet hij dikwijls gapen,
Thans ligt hij zelf te slapen.
Op een doctor. Hier ligt onze doctor, thans zelf zonder stem,
En de patienten naast en rondom hem.
|
|