| |
Langiewicz, en de worstelstrijd der Polen.
(Met eene Plaat.)
De ‘tien dagen’, die Rusland voldoende had gewaand om Polen weer gedwee onder het juk te brengen, zijn sedert lang verstreken; maar het werk is nog niet voltooid, en de troepen van den Tsaar, hoezeer den regel in praktijk brengende dat het doel de middelen wettigt, met andere woorden, hoezeer goede trouw en menschelijkheid als ballast afwerpende overal waar ze dat noodig achten om te kunnen zegevieren, worden van tijd tot tijd geslagen door eene handvol dapperen, door
| |
[pagina t.o. 51]
[p. t.o. 51] | |
LANGIEWICZ.
| |
| |
mannen, die weten te strijden en te sterven voor de edele zaak van hun vaderland.
Dat de russische colossus Polen op het laatst verpletteren kan en zal, is het vrij algemeen heerschende gevoelen. En toch, wij Nederlanders, wij, die tachtig jaren lang den strijd tegen verdrukking en overmagt hebben gestreden, om eindelijk zegevierend onze plaats in te nemen in de rij der volken - wij, die ook eens geworsteld hebben, om het juk der dwingelandij af te schudden en de verwatenheid van den verdrukker te schand te maken - wij moeten het weten, dat eene natie, die leven wil, niet gedood worden kan.
Polen heeft den grooten strijd aanvaard. Tusschen een erkend bestaan en eene algeheele vernietiging heeft het geen keus meer. Een van beiden: òf er moet eene volkomene amnestie verleend, en de autonomie aan Polen geschonken worden, òf de wil van den Keizer aller Russen moet worden doorgedreven te vuur en te zwaard, om het leven van Polen in den doodslaap te brengen, dien hij - de magtige - vrede noemt en rust.
Maar gesteld, dat Rusland triomferen zal in het einde, het zal dien triomf moeten koopen met zware offers; dat gaat vast. De poolsche onderdanen van den Tsaar hebben zich de laatste dertig jaren rustig gehouden, - rustig althans wat betreft openbare en gewapende blijken van ontevredenheid, en pogingen tot verzet. Toen ze, korten tijd geleden nog, den troon naderden, hebben ze getoond in niets de grenzen te willen overschrijden van de pligten, die op den onderdaan rusten tegenover zijnen monarch. Wat zij kwamen verzoeken, was de vervulling van keizerlijke beloften....Beloften! een schoonklinkend woord om ongelukkigen te misleiden; een goedkoop middel om den schijn aan te nemen van grootmoedigheid - beloften! bedriegelijke zeepbellen, het speelgoed van de grooten der aarde, waarmee ze mild zijn zoodra ze er hun belang in zien, maar die ze vergeten duizendmaal, tegen dat zij ze nakomen eens!
Wat ontvingen de Polen, toen zij den Tsaar zijne beloften kwamen herinneren? Een antwoord, zóó willekeurig en tiranniek, dat hun niets meer overschoot, dan den weg in te slaan, die thans door hen ingeslagen is - waar willens en wetens het regt wordt beschouwd als een onding eenerzijds, houdt aan de andere zijde het bestaan op van pligt.
| |
| |
Iedereen herinnert zich het despotieke gedrag van de russische autoriteiten bij de jongste conscriptie in Polen - de gevolgen zijn niet uitgebleven. De vertrapte natie is opgestaan, zooals andere vertrapte natiën I dat vroeger gedaan hebben - zooals wij dat gedaan hebben, toen wij lang genoeg getrapt waren door den dwingeland uit Spanje. Zwak in getal, maar sterk in de kracht van regt en waarheid, met harten blakend van vaderlandsliefde, en met een moed, die werd aangewakdoor het bewustzijn, dat alle vrijë mannen over de gansche aarde hun grootste pogen zouden toejuichen - zóó hebben de Polen het zwaard aangegord tegen den overmagtigen tiran, heilig besloten om de vrijheid te winnen of den dood!
Myriaden krijgsknechten, ontelbare legerdrommen van den Colossus, zijn als door een tooverslag in het ongelukkige Polen geworpen. De spoorwegstations van Wilna tot Warschouw, en van Warschouw tot de grenzen van Pruissen, werden ijlings met militaire magt bezet en in barakken herschapen. Gruwelijke wreedheden zijn er bedreven; en de huurlingen van den Tsaar hebben allerwege het bewijs geleverd, dat het hun ernst was om den opstand in tien dagen tijds te dempen. Maar hij is nog niet gedempt! De opstand heeft zich verspreid, als een vliegend vuur; en de opstandelingen hebben bij elk van hunne bewegingen getoond, dat hun opstaan niet was geweest eene radelooze poging der blinde wanhoop, maar een opstand van menschen, die het besef hebben van hun regt, en die niet wanhopen aan den uitslag van hun, ja uit radeloosheid geboren, maar daarom geenszins radeloos ondernemen. Neen, overal bleek zonneklaar, dat de gansche beweging werd bestuurd door mannen van buitengewone geestkracht en bekwaamheid.
En aan het hoofd van die bekwame leiders zagen wij den naam van Langiewicz - een naam, die schrik joeg in het hart der Muscovieten, die met blijde hoop het hart vervulde van iederen regtgeaarden Pool - een man, die door zijne daden heeft getoond, dat hij, met een weinig meer geluk, voor Polen een Garibaldi had kunnen worden. Vier leger-afdeelingen werden uit Warschouw afgezonden, om hem en zijne kleine heldenschaar te verdelgen. Het eerste dier korpsen stond onder het bevel van Alexitsjoff, het tweede onder kommando van Bagratim, het derde werd aangevoerd door Czengertz, en aan het
| |
| |
hoofd van het vierde stond Dobrowolski - vier duchtige tegenstanders; maar Langiewicz versaagde niet. Hij ontmoet bij Tedrezjor een russisch detachement, vijf honderd man sterk, met een sleep van conscrits en gevangenen; en hij aarzelt geen oogenblik, maar tast dien vijand aan, en slaat hem na eene hevige schermutseling op de vlugt, waarbij hij al de geweren der Russen buit maakt. Hij ontmoet eene andere legerbende, veel sterker in getal, dan zijne kleine schaar; maar hij werpt zich onverschrokken op den Rus, die totaal door hem wordt verslagen, en met achterlating van wapenen en bagaadje het hazenpad kiest. Overal waar Langiewicz verschijnt, krimpen de Russen van schrik ineen; en zijne verschijning is altijd zoo onverwacht, zijne bewegingen kenmerken zich door zooveel snelheid en beleid, dat de Russen altijd door hem worden overrompeld.
In alle groote opstanden schijnt de ziel en de kracht van een volk zich te concentreren in een man. Één onder de velen verheft zich hoog boven al de anderen, en wordt hun leider: zoo prins Willem I in onzen opstand tegen Spanje; zoo Cromwell in Engeland, Washington in Amerika, Kossuth in Hongarijë, Garibaldi in Italië - en zoo stond in den aanvang van den poolschen opstand van dit jaar ook Langiewicz in Polen.
Geboren in het hartje des lands, opgevoed te midden van die schouwplaatsen, die geheiligd zijn door de roemrijke overleveringen van het onafhankelijke Polen, bezield met de hoop om eenmaal die glorie en die onafhankelijkheid te mogen zien herleven, bereidwillig het zwaard trekkende, om het even waar, als het slechts van dienst kon zijn aan de zaak der vrijheid - die man was als het ware opgevoed voor de grootsche taak, door hem aanvaard. Hij was geen nieuweling in de kunst van oorlog voeren, geen vrijwilliger, zooals men ze aanwerft, om de verdrukte nationaliteit vrij te vechten. In de krijgskunde geoefend en aan zijn vaderland gehecht, stelde Langiewicz zich dadelijk aan het hoofd van den opstand, en riep zijne landgenooten met zich ten strijde, met deze merkwaardige woorden: ‘Als ik voorwaarts ruk, volgt mij dan! Vlugt ik, slaat mij dan dood! Sneuvel ik, dan wreekt mij!’....Woorden, die weerklank vonden bij alle welgeplaatste poolsche harten, en die later, toen ongeluk en verraad dezen held van het tooneel der worsteling wegvaagde, door zijne vijanden spottend zijn
| |
| |
herhaald, ofschoon die spotternij ten eenen male misplaatst is. Door overmagt.....Maar eerst nog een en ander over zijnen persoon. Door het Centraal Nationaal bewind werd Langiewicz als Dictator van Polen erkend, welke waardigheid, zooals hij in zijne proclamatie zeide, hij zou blijven bekleeden ‘tot dat het muscovitische juk zou zijn afgeschud.’
Maurits Langiewicz is in 1827 geboren te Witkoror, in het groothertogdom Posen, in de nabijheid van Gnesen (Poolsch Gniezno) en van het meir Goplo. Laatstgenoemde is de wieg en bakermat der historische traditiën van Polen; eerstgenoemde was van het oude Polen de hoofdstad. Langiewicz ontving zijne opleiding, eerst aan het gymnasium te Trzemeswno, en vervolgens aan de universiteit te Breslau en Berlijn. Hij diende, gedwongen, gedurende drie jaren bij de artillerie van het Pruisische leger. In dit tijdsbestek ontwikkelde zijn aanleg voor het krijgskundige zich derwijze, dat hij eene aanstelling ontving als officier. Maar zijn hart was bij het hem dierbare Polen. Tijdens den veldtogt van Garibaldi in 1860 bood Langiewicz aan den held van Caprera zijnen degen aan. Zijne diensten werden niet van de hand gewezen; en hij nam in de merkwaardige dagen, die de eenheid van Italië vooraf gingen, een belangrijk aandeel aan de krijgsbedrijven van Garibaldi's vrijwilligers. Toen die armee ontbonden werd, nam Langiewicz de betrekking aan van leeraar voor de artillerie aan de Poolsche militaire school te Genua, welke betrekking hij bleef bekleeden tot op het oogenblik toen die school, op verlangen van het kabinet van Sint-Petersburg, werd gesloten. Er valt niet aan te twijfelen, dat Langiewicz sedert lang reeds in betrekking had gestaan met de verschillende geheime genootschappen, die onvermoeid werkzaam zijn geweest voor de Poolsche zaak, in spijt van de argus-oogen en de spionnen van Rusland. Eer de opstand uitbarstte werd hij door de centrale commissie te Warschouw ontboden om deel te nemen aan de beraadslagingen over het hoe en wanneer in een woord, om alles te beramen voor den nabijzijnden opstand, waarvan hij, gelijk reeds gezegd, dadelijk een der hoofdleiders werd.
Al de vereischten om een groot veldheer te zijn vereenigt Maurits Langiewicz in zich; de hoofdtrekken van zijn karakter zijn eenvoudigheid en opregtheid. Hij spreekt niet veel; maar wanneer hij iets zegt, draagt het altijd den stempel van een
| |
| |
veelomvattend verstand en van een helder oordeel. Toegevend jegens anderen, streng jegens zich zelven, leidt hij een hoogst matig leven; hij eet weinig, drinkt bijna nooit iets anders dan water, en is eenvoudig en natuurlijk in al zijne gewoonten. Hij is een man van middelbare grootte, zijnde niet langer dan 5 voet 3 duim. Onze afbeelding stelt hem voor in de uniform, die hij droeg toen hij bij de Garibaldiaansche artillerie diende. Dit portret is eene trouwe kopie naar eene photographie, eenige maanden geleden te Londen vervaardigd naar den held in eigen persoon.
Veel is door hem verrigt voor de zaak der vrijheid. Maar op een rampzaligen ongeluksdag - zooals er in de geschiedenis van sommige helden meer worden aangetroffen - zag hij zich door Russische overmagt derwijze overstelpt, dat hij met eenigen der zijnen genoodzaakt was de wijk te nemen op Oostenrijksch grondgebied. Een ambtenaar herkende hem! Welk eene onschatbare dienst had die man aan de menschheid kunnen bewijzen, als hij zijne eigene oogen had gewantrouwd! Maar neen - op eene goede erkenning rekenende voor zijne waakzaamheid, haastte hij zich van zijne ontdekking mededeeling te doen, en Langiewicz werd met zijne volgelingen gearresteerd.
Zoo eindigde het kortstondige dictatorschap van den grooten man, die de herschepper van Polen had kunnen worden! De ambtenaar, die zich zoo verdienstelijk had denken te maken door de Polen van hun kloekstc hoofd, den Poolschen opstand van zijn bezielend genie te berooven, ontving van het Oostenrijksch gouvernement eene officiële dankbetuiging. Maar dat het Oostenrijksche gouvernement slechts noode tot de aanhouding van Langiewicz was overgegaan blijkt hieruit, dat de bedoelde ambtenaar dadelijk verplaatst werd, op eene wijze, die alles behalve bevordering mag heeten.
Langiewicz, op zijn woord gevangen, is betrekkelijk vrij, en wordt behandeld zooals een waarlijk groot man in het ongeluk behandeld moet worden - met onderscheiding en heuschheid. En middelerwijl houdt de opstand der Polen aan; zij breidt zich meer en meer uit; en wanneer geen knoeijerij van diplomaten, geen verraad er bij in het spel komt, wanneer het zwakke, verdrukte Polen slechts den zedelijken steun mag ondervinden van eenige groote mogendheden, dan lijdt het geen twijfel, al moest het een tachtigjarigen oorlog kosten, het einde zal wezen Polen's vrijheid!
| |
| |
Nog één opmerkelijk punt mogen wij hier niet onvermeld laten. In elken bevrijdings-oorlog ziet men ook heldhaftige vrouwen optreden, die door grootheid van ziel en onverschrokkenheid waardiglijk medewerken voor de goede zaak, en wier namen niet dan met eerbied en bewondering door tijdgenoot en naneef worden genoemd. Wie, bij voorbeeld, zou den naam van Kenau Simonsz Hasselaar kunnen noemen of hooren noemen, zonder onwillekeurig hulde te brengen aan de heldin, die dien naam heeft gedragen?
Ook uit den Poolschen opstand van 1863 is reeds de naam eener heldhaftige vrouw tot ons gekomen. Zij was adjudant van Langiewicz, en deelde met hem het zelfde lot, toen hij op Oostenrijksch grondgebied werd aangehouden. Die merkwaardige vrouw heet Henriëtte Poestowoitoff. Zij werd in 1844 of 1845 geboren te Wierzchowisko, in het gouvernement Lublin; haar vader, nu wijlen Thyphilus Poestowoitoff, was generaal in Russische dienst; doch van moederszijde is zij van Poolsche afkomst, want hare moeder was eene dochter van majoor Marian Kossakowski. Reeds in 1861 nam de met heldenmoed bezielde Henriëtte deel aan eene staatkundige demonstratie, en werd daarvoor gestraft met vesting-arrest. Te Zytomir geïnterneerd, bragt zij daar ongeveer tien maanden als gevangene door, doch wist toen middel te vinden om te ontvlugten, en nam de wijk op Moldavisch grondgebied; zij hield eenigen tijd verblijf te Bucharest. Maar niet zoodra was de opstand uitgebarsten of zij nam de reis aan naar Szydlowice, waar zij den 22 Januarij 1863 aankwam; en van dat oogenblik af heeft zij dienst gedaan als adjudant van generaal Langiewicz.
|
|