| |
| |
| |
[pagina t.o. 232]
[p. t.o. 232] | |
DE NIEUWE WESTMINSTER-BRUG EN DE KLOKKETOREN VAN HET PARLEMENTS-GEBOUW TE LONDEN.
| |
| |
| |
De Teems met zijne bruggen,
door Servaas de Bruin.
(Met eene plaat.)
Onder de merkwaardigheden, die in Londen bijzonder de aandacht van den vreemdeling trekken, nemen de bruggen eene eerste plaats in, en een uitstapje op den Teems van London-Bridge naar Chelsea is misschien wel een der beste middelen om zich een overzigt te verschaffen van de schoonheid, en zich een denkbeeld te vormen van den rijkdom, der groote wereldstad. Het was dan ook een snedig antwoord van den mayor toen hij, op de bedreiging van koning Jacobus I dat het hof uit Londen verlegd zou worden naar elders, te verstaan gaf, dat de stad er zich bitter weinig over bekommeren zou of het hof er gevestigd bleef of niet, zoolang men slechts den Teems door Londen zag stroomen. Wat uitgestrektheid betreft, komt de Teems in geene vergelijking bij de rivieren van Amerika; in schilderachtig schoon staat hij verre achter bij verscheidene andere rivieren in Europa; er zijn geene opmerkelijke herinneringen uit de grijze oudheid aan verbonden, gelijk aan zoo menige rivier in Azië en in Afrika; maar er is geene rivier ter wereld die, wat handels-beweging betreft, in de schaduw kan staan van den Teems. Het is de groote waterweg naar en door de britsche stad der steden, in welker haven duizendtallen schepen zamenliggen uit alle oorden der aarde. Benedenwaarts van de bruggen ziet men de bedrijvigheid der koningen van den handelstand, die hier hunne ontzaggelijke magazijnen hebben en een rusteloos laden en lossen en verschepen. De grootheid, het indrukwekkende en de welvaart van Londen zijn evenzeer meer bovenwaarts te zien, want de Teems stroomt als het ware midden door de europesche reuzenstad, en Londen en Southwark, en Westminster en Lamboth zijn met elkander verbonden door bruggen, oude en nieuwe.
Na het gewoel en gewemel en den rook van Londen achter zich te hebben gelaten, kronkelt zich de rivier door bekoorlijke landelijke dreven - daarheen rollend onder de schaduwen van het groene loof, de wilgen besproeijend en het lange gras,
| |
| |
kabbelend langs de steenen trappen van statige heerenhuizen en langs schilderachtige dorpen naar het veer van oud Windsor en het vermaarde Datchet Meads.
De Teems ontspringt in Gloucestershire en wordt bevaarbaar voor booten en schuiten bij Lochlade, op honderd zes en veertig en eene halve engelsche mijl afstand van London Bridge. Hij neemt de Lea en de Darent in zich op, en vervolgt zijnen loop naar de Nore, vijf en veertig en eene halve e. mijl beneden de bruggen, waar hij zich ontlast in de zee. De geheele lengte der rivier, van haren oorsprong tot aan de Nore, bedraagt omstreeks twee honderd en zeven e. mijlen.
De Teems te Londen is uiterst ongezond gemaakt door de tallooze menigte riolen, die er op uitloopen, en de onvoldoende bekading. In 1859 werd Engelands hoofdstad bedreigd door eene verschrikkelijke ramp, tengevolge van de tot ontbinding overgaande zelfstandigheden, die gestadig afgevoerd worden in de rivier en die oorzaak zijn van aanhoudende, de lucht verpestende uitdampingen. Er werden middelen voorgesteld om in dit kwaad te voorzien, en voornamelijk het plan van een afvoerings-riool en eene kade-ophooging en bemetseling der oevers vond zeer veel ingang. Er werd met tamelijke naauwkeurigheid berekend, dat er jaarlijks 31,650 millioen ton rioolstof werd afgevoerd in de rivier, en dat de eb en vloed een groot gedeelte van deze stoffen in aanhoudende beweging hield, die her- en derwaarts drijvende met het wassen en vallen van het water. De dringende behoefte om Londen op eene betere wijze te ontlasten van al de drekstof, die het uitwerpt, leidde tot het reusachtige stelsel van drooglegging door allen op een punt uitloopende buizen, waarmede de raad van toezigt op de openbare werken der engelsche hoofdstad alstoen (1861) een begin liet maken om het in geheele toepassing te brengen. Het hoofddoel van dat stelsel bestaat hierin, om de rioolstoffen op zoodanigen afstand van Londen in den Teems af te voeren (omstreeks drie e, mijlen beneden Erith), dat de stad daarvan geenerlei nadeel meer kan ondervinden. De kosten van dat kolossale werk waren geraamd op circa acht en twintig millioen nederlandsche guldens.
De inkading van den Teems is almede een zeer belangrijke maatregel, waarmede kort daarna een begin werd gemaakt. Door het stroombed van den Teems te versmallen, zal eene goede
| |
| |
uitgestrektheid gronds worden aangewonnen, en het gezigt en de reuk zullen niet langer worden gehinderd door de ruwe kleioevers, die tot dusverre de rivier ontsierden tusschen de bruggen, inzonderheid in den omtrek van Whitehall en Scotland Yard.
De bruggen zijn van invloed op den toestand der rivier over eene tamelijke uitgestrektheid. Door de naauwe bogen van de oude London Bridge werd het water aanmerkelijk belemmerd in zijnen loop, en bij laag water was het vier voet negen duim en vijf voet gevallen, hetgeen sedert de oprigting van de nieuwe brug is verminderd tot eene daling van twee voet op zijn hoogst. Er stroomt nu eene aanzienlijke hoeveelheid vloedwater meer de rivier op en, bij ebtijd, weder af; en daar het water hier thans geene belemmeringen meer ontmoet, is ook de snelheid van den stroomgang veel grooter dan vroeger. Het gevolg daarvan is, dat het stroombed aanhoudend wordt gezuiverd en op eene behoorlijke diepte blijft. Ook te Westminster ondervond het Teemswater voorheen zeer veel belemmering, waaraan door de nieuwe Westminster Bridge insgelijks een einde ten goede is gemaakt.
Wanneer wij de bruggen van Engelands hoofdstad in oogenschouw nemen, hebben wij allereerst melding te maken van de nieuwe London Bridge, met de digte menschen-massa, die zich aanhoudend her- en derwaarts er overheen beweegt, en de digte drommen van vaartuigen die er aanhoudend her- en derwaarts onder door gaan; dan de sombere Southwark, met haren eenzamen omtrek; dan de woelige Blackfriars, met haar geschoffel en gescharrel van bedrijvigheid en handelsbeweging; vervolgens de statige Waterloo, met al de daaraan verbondene herinneringen van zelfmoorden en teleurgestelde aandeelhouders; Hungerford, met hare steenen torens en kettingkabels; Westminster, oud en nieuw; Vauxhall, met hare negen ijzeren bogen, log en zwaar, en een somber kontrast vormende bij de ligte, sierlijke hangbrug, die over den Teems is gespannen te Chelsea.
Maar al staan ze in bovenvermelde volgorde, de bruggen van Londen zijn daarom niet in die volgorde gebouwd. Westminster Bridge is de oudste en jongste van allen. De oude brug werd voor het verkeer opengesteld in 1750 en was gebouwd door Charles Latelye, een Zwitser. Zij had een hoog leuningwerk aan weerszijden, er aangebragt - zooals zeker fransch reiziger er van schreef - om aan alle Engelschen, die zich zelven
| |
| |
van het leven mogten willen berooveu, althans daar ter plaatse den pas tot zulk eenen stap af te snijden. De brug werd beschouwd als een meesterstuk van bouwkunde; maar de schuring, die door het wegnemen van de oude London Bridge in het rivierbed ontstond, ondermijnde hare grondzuilen. Zij werd hersteld, opgelapt en nog eens opgelapt, totdat door deskundigen eindelijk het vonnis over haar werd uitgesproken, dat zij plaats moest maken voor eene nieuwe. De nieuwe Westminster brug wekte eene hooge mate van belangstelling. Barry was juist druk bezig met den aanbouw van een prachtig Parlementshuis, en het werd algemeen wenschelijk geoordeeld de nieuwe brug in uiterlijk te doen overeenstemmen met het nieuwe Parlements-gebouw. Het werk werd uitgevoerd volgens de plans en teekeningen van mijnheer Page, ingenieur bij den raad van openbare werken; er werd een aanvang mede gemaakt in 1856. Zij bestaat uit zeven bogen en heeft de dubbele breedte van de oude brug. Zij is 1,160 voet lang; en de middelste boog, die eene welving heeft van 120 voet, verheft zich twee en twintig voet boven den hoogsten waterstand. De bogen zijn van ijzer en rusten op steenen zuilen, die gedragen worden door olmen palen, welke twintig voet in den grond zijn geheid. De geraamde kosten bedroegen 216,000 pond sterling. Het werk is uitgevoerd in twee afzonderlijke helften, ten einde geen algeheele stremming te veroorzaken in het verkeer. De westelijke helft van de brug werd voor het verkeer van rijtuigen opengesteld in Maart 1860, waarna de oude brug werd opgeruimd om vervolgens ook de oostelijke helft te voltooijen. Het geheel levert een prachtvol gezigt, waardiglijk geëvenredigd aan het grootsche gebouw, dat met voortreffelijk beeldhouwwerk en uitmuntende versieringen prijkt, en waarin de landsvergaderingen worden gehouden.
In chronologische orde volgt nu Blackfriars Bridge, voor het verkeer opengesteld in 1769 en gebouwd door R. Mylne, een geboren Edinburger. Deze bouwmeester gaf daarbij een lofwaardig voorbeeld, dat niet altijd door architecten en ingenieurs wordt nagevolgd; hij verbond zich namelijk om den geheelen bouw te voltooijen voor minder dan 153,000 pond sterling, en het totaal-bedrag, dat door hem in rekening werd gebragt, was 152,840 pond st. 3 shill. 11 pence. Deze brug is gebouwd van Portland steen, heeft eene lengte van 995 voet en bestaat uit
| |
| |
negen bogen. De kosten van aanbouw en onderhoud moesten worden goedgemaakt door de opbrengst van tolheffing; doch in 1785 werd de brug door het gouvernement aangekocht en het tolgeld afgeschaft. De opene balustrade werd in 1837 weggenomen, en de brug was gedurende verscheidene jaren in reparatie, zoodat zij thans bijna niets meer van hare vroegere gedaante heeft. De tegenwoordige toestand was overigens reeds in 1861 zoodanig, dat er met regt bezorgdheid bestond aangaande de veiligheid van het verder gebruik, en dat er toen reeds maatregelen genomen zijn om haar door eene nieuwe brug te doen vervangen, die eene der schoonste moet wezen welke in Europa bestaan - dubbel zoo breed als de oude, grootsch en versierd met beeldhouwwerk. Een weinig meer benedenwaarts zal eene nieuwe spoorweg-brug over den Teems worden gelegd.
Vauxhall Bridge werd voor het verkeer geopend in 1815; het is eene brug van ijzer, die als gewrocht van bouwkunst niets streelends heeft voor het oog. Zij is 798 voet lang bij 36 voet breedte, en behoort in eigendom aan eene partikuliere maatschappij, welke van ieder voetganger, die er over komt, eene halve penny tol doet heffen.
Waterloo Bridge werd opengesteld in 1817, op den tweeden verjaardag van den slag van Waterloo. Zij werd voor rekening van eene partikuliere maatschappij gebouwd door den ingenieur John Rennie, en wordt door een engelsch schrijver genoemd ‘de schoonste brug ter wereld’, terwijl zeker fransch schrijver er van zegt dat het is ‘een gedenkstuk Sesostris en de Cesars waardig. ‘Zij wordt gedragen door negen elliptische bogen, die eene welving hebben van honderd twintig voet, en die vijf en dertig voet hoog zijn. Deze brug heeft eene breedte van drie en veertig en eene lengte van 1,380 voet. De tol, die op de brug geheven wordt van de voetgangers, is eene halve penny per persoon; doch de ontvangsten hebben nog nooit beantwoord aan de daarvan gekoesterde verwachting, zoodat de eigenaars met deze onderneming geene goede zaken hebben gemaakt, en reeds hebben aangeboden de opbrengst der tollen te verkoopen voor 700,000 pond st. Sedert de opening van den Zuidwestelijken (South-Western) spoorweg, en de tot stand brenging van de hier haar punt van uitgang hebbende omnibussen-dienst, zijn de de jaarlijksche opbrengtsen min of meer verbeterd; doch Wa- | |
| |
terloo Bridge is en blijft nog altijd niet-druk bezocht, en is vooral des avonds en des nachts eenzaam genoeg om den voorbijganger met sombere gedachten te vervullen en hem te doen denken aan de velen, die hier, over de balustrade heen, reeds een einde aan hun leven hebben gemaakt.
Southwark Bridge, opengesteld in 1819, is niet veel minder somber en eenzaam dan Waterloo Bridge. Zij heeft een doodsch uitzigt, en er wordt zeer weinig gebruik van gemaakt. De aandeelhouders maken zeer slechte rekening, terwijl de bouw 800,000 pond st. heeft gekost. Overigens doet het werk den bouwmeester John Rennie eer aan; de geheele zwaarte van deze brug bedraagt nagenoeg zes duizend ton, en vooral de middelste boog heeft eene ontzaggelijke welving.
London Bridge werd voor het verkeer geopend den 1 Augustus. 1831, en is vervaardigd volgens de plans en teekeningen van Rennie. Het is de eerste brug, die men over den Teems aangelegd vindt, dit wil zeggen de digtst bij de zee gelegene, en tevens vertegenwoordigt zij de oudste brug die over de rivier gelegen heeft.
De oude London Bridge werd van hout vervaardigd en over den Teems geslagen door Ethelred den Sakser. Het is zelfs waarschijnlijk, dat er, vóór die brug gelegd werd, daar ter plaatse reeds een ander middel van overtogt in den vorm van eene soort van brug aanwezig was; en eer de brug aangelegd werd, kon men hier overvaren, waarmede in verband staat de legende van St. Mary Overy of St. Mary over het Veer. De brug werd gedeeltelijk door brand vernield in 1136, en vervolgens wederom bijgebouwd; doch zij beantwoordde niet aan de eischen van veiligheid en gemak, en er werd dus besloten haar te vervangen door eene nieuwe, die in 1176 begonnen en in 1209 voltooid werd. Drie jaren na de voltooijing van deze brug werd zij het tooneel van een ijzingwekkend schouwspel, waarbij een aantal menschenlevens verloren ging. Er kwam brand in Southwark-end, en een ontelbaar tal van menschen kwam aansnellen uit de City, velen om hulp te leenen, maar meer nog om hunne nieuwsgierigheid te bevredigen. Terwijl de vlammen woedden, geraakten ook de huizen aan de noordzijde van de brug in brand, en allen, die zich op de brug bevonden, zagen zich aan weerszijden door een ovengloed ingesloten, zoodat het even gevaarlijk werd achteruit te gaan als vooruit. In hunne
| |
| |
pogingen om zich te redden vonden dus drie duizend menschen eenen verschrikkelijken dood. De brug werd in het jaar 1300 herbouwd, maar werd op nieuw door brand geteisterd, eerst in 1471, toen in 1632, en in 1725 nogmaals. De oude brug was van hout, met eene regelmatige rij huizen er op aan weerszijden, die door houten bogen met elkander waren verbonden. De huizen werden afgebroken in 1756.
De nieuwe London Bridge bestaat uit vijf half-elliptische bogen, is van graniet, en kost met inbegrip van de aantreden of toegangen nagenoeg twee millioen ponden sterling. Zij is 928 voet lang; de rijweg of de middenbaan heeft eene breedte van twee en vijftig voet. De welving van den middelsten boog bedraagt 152 voet, bij eene hoogte van negen en twintig en een half voet boven hoogwater-peil. De lantaarnpalen op deze brug zijn vervaardigd van het metaal der kanonnen, die veroverd werden in den Spaanschen of Schiereiland oorlog. Het leven en gewoel van het groote Londen vertoont zich nergens zóó in het oog loopend als op deze brug. Elken dag passeren over deze brug alleen bijna evenveel menschen als over al de andere bruggen tusschen Londen en Chelsea te zamen. Men heeft met vrij veel naauwkeurigheid de berekening gemaakt, dat er dagelijks niet minder dant 20,000 rijtuigen over deze brug komen, behalve 107,000 voetgangers. Het is hier dan ook den ganschen dag altijd even druk en vol, en menigmaal zóó, dat er geen doorkomen aan is en dat de doortogt gedurende eenige minuten gestremd blijft, in weerwil van de uitmuntende maatregelen der policie. Die stroom van bedrijvigheid, langzaam voortbewegend of door eenigerlei onvermijdelijke hindernis voor een oogenblik tot staan gebragt, is een der vreemdste gezigten in Londen - die eindelooze optogt van omnibussen en rijtuigen van allerlei aard en vorm en gedaante, aan weerszijden ingesloten door eene heg van karren en wagens, geeft een tamelijk juist denkbeeld van de volkrijkheid en de bedrijvigheid van de groote wereldstad; maar de aanhoudend toenemende handelsbeweging, het verlies van tijd - waar tijd geld is - vordert dringend nieuwe en doortastende verbeteringen in de middelen van gemeenschap.
Over den Teems zijn twee hangbruggen, die eigentlijk tot Londen behooren. Deze wijze van brugbouw is herkomstig uit China, en in Europa eerst in onzen tijd meer in zwang gebragt.
| |
| |
Wij zullen de overige hangbruggen met stilzwijgen voorbijgaan, om enkel te spreken over de twee londensche, namelijk: Hungerford of Charing-Cross Bridge, voor het publiek opengesteld in 1845; en Chelsea of Battersea Bridge, tot stand gebragt in 1857. Eerstgenoemde werd vervaardigd onder de leiding van Brunel en kost ongeveer 100,000 p. st. (dat is twaalf tonnen gouds); zij is louter bestemd voor voetgangers, doch zal weldra voor eene nieuwe spoorwegbrug plaats moeten maken, die de treinen van het London Bridge station moet overbrengen naar een station in Hungerford Market. Battersea Bridge is een der ligtste en smaakvolste stukken van bouwkunst, die over den Teems zijn geslagen, en wel waardig bezigtigd te worden, daar zij in allen deele het genie van haren ontwerper (den heer T. Page) tot eere strekt. De torens, de welvingen tusschen de pijlers, de hoogte boven de rivier - kortom alles in deze brug getuigt van harmonie en goeden smaak. Deze brug is een waar sieraad voor de groote wereldstad - de lengte is iets meer dan 900 voet; de welving tusschen de torens 350 voet en de hoogte boven het hoogste waterpeil 21 voet.
Bij deze korte opsomming zullen wij ons bepalen - het lag niet in ons plan eene dichterlijke beschrijving te leveren van de schoonheid en de grootheid van Londen, dat nog dag aan dag schooner en grooter wordt, en in waarheid mag beschouwd worden als een wonder der wereld.
|
|