Isocrates, Panegyricus en Areopagiticus. Met aanteekeningen van Rauchenstein, Benseler en Schneider en met eigen opmerkingen uitgegeven door E. Mehler. Bij dezelfden, 1861. In gr. 8vo. 185 blz.
In de voorrede verdedigt zich Dr. Mehler over het vertalen van zulke boeken als dit in de hiervoor aangekondigde Lyrische anthologie, wegens het dikwijls misleiden der overeenkomst tusschen het Hoogduitsch en het Nederlandsch. Wij gelooven met hem, dat als men eene taal, welke dan ook, goed zal leeren, zulks met behulp der moedertaal moet geschieden, omdat deze de taal is waarin men denkt. Van deze zijde erkennen wij gaaf het verdienstelijke van zijn arbeid, die - we gaven er reeds een wenk van - omtrent de beide redevoeringen van Isocrates: den Panegyricus en den Areopagiticus veel meer waarde heeft dan omtrent de Lyrische anthologie, omdat hij de aanteekeningen met zijne eigene verrijkt heeft. Van wege die aanteekeningen, zoo de vertaalde als de oorspronkelijke, van wege den naauwkeurigen afdruk van den tekst, en van wege de belangrijke inleidingen, bevelen we deze uitgave voor de gymnasia met ruimte aan. - Eene kritische beschouwing, het treden in bijzonderheden, behoort minder in dit tijdschrift te huis.