Christus godheid - doe ik door zijne genade met hart en ziel. Maar laat mij u thans nog enkele dingen mededeelen.
Vele eeuwen geleden was er in het midden van Rome (zoo de overlevering waarheid spreekt) eene vreeselijke aardklove ontstaan, die overal rondom pestwalmen verspreidde. Curtius wierp zich in dien afgrond neder, opdat de toorn der goden verzoend en de klove gesloten zou worden. Ik verzeker u plegtig en bepaald, dat deze edelman zich zelven verloochend heeft voor het vaderland.
Een halve eeuw geleden hebben twee Hernhutters-zendelingen toegang tot eene West-Indische plantaadje gezocht. En toen hun die werd afgesneden, hebben zij zich, om den negers het evangelie te kunnen brengen, in stilte als slaven laten verkoopen en jaren lang met deze negers uitputtenden arbeid en zweepslagen gedeeld. Ik verzeker u plegtig en bepaald, dat deze zendelingen liefde hadden voor de negers.
Weinige jaren geleden zijn christenen op Madagascar met eene lijn om de lendenen boven een peilloozen afgrond opgehangen. De vijand stond met het zwaard in de hand, gereed om hun vrijheid te geven, zoodra zij Jezus wilden verloochenen, en om anders de lijn door te houwen. Zij bleven standvastig en stortten in de diepte te pletter. Ik verzeker u plegtig en bepaald, dat deze christenen hun Heer liever hebben gehad dan hun tijdelijk leven.
“Welnu, dit alles zij gelijk gij zegt. Maar waartoe toch die herhaalde en plegtige verzekeringen van hetgeen uit de verhalen zele zonneklaar is?”
Hierop herneem ik nog eens: lieve broeder, gij gelooft met mij, dat God de liefde is, niet waar? En ik heb u van de volkomene, zich zelf overgevende liefde gesproken, die uit den dood der zonde het nieuwe leven der wedergeboorte schept.
Weet gij nu nog niet, hebt gij nu nog de uitgedrukte verzekering daarvan noodig, - dat ik u gesproken heb van God geopenbaard in het vleesch?
Zoo ga heen, zoek uit uwe concordantie of handleiding de “bewijsplaatsen” op, voeg die bij elkander op ééne plaats in mijn vertoog, of strooi ze op gelijke afstanden in de bladzijden - en God ontferme zich uwer!’
Zie, als men den schrijver zoo hoort spreken, dan wordt men niet overgehaald tot zijne opinie, maar dan gevoelt men