Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1862
(1862)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 423]
| |
wij met eenige zekerheid uit den inhoud besluiten, dat het reeds eenige jaren oud is. Immers, op bl. 17 en 18 vinden wij de verdeeling van Italië opgegeven, als volgt: Royaume des Deux-Siciles. - Etats (lees: Etats) de l'Eglise (l'Eglise?) La (waarom hier het lidwoord gebruikt, en vroeger niet?) République de St. Marin (lees: Saint-Marin, met een trait d'union.) - Gd. Duché de Toscane. - Duché de Modène. - Duché de Parme. - Royaume de Sardaigne. (Het Lombardo-Venetiaansch koningrijk (thans alleen Venetiaansch), komt onder Oostenrijk voor: Victor Emmanuël denkt er anders over!), waaruit duidelijk te zien is, dat men der Redactie van de Letteroefeningen, met een oud...(de qualificatie gelieve de lezer na kennisneming onzer beoordeeling later zelf op te maken!) heeft opgescheept. Dat Ref. zich niet liet vangen, heeft hij aan zijn zoontje te danken, die bij het inzien van het werk uitriep: ‘Papa, ce livre là est rempli de fautes!’ In het jaar 1828, verscheen te Brussel, bij den toenmaligen, ijverigen boekdrukker J. Sacré de tweede druk van een werkje, getiteld: ‘Aardrijkskundige opgave, behoorende bij de kaart van Europa,’ hetwelk aldus vertaald werd (Noord-Nederland was toen nog met België vereenigd!): Nomenclature géographique, qppartenant (sic!!) à la carte de l'Europe. Het was, gelijk men uit dien titel kan afleiden, bestemd om te dienen bij het gebruik van de (drie-kwart) blinde kaart van Europa, ook bij denzelfden uitgever in die dagen verkrijgbaar gesteld. Die kaart was vrij goed bewerkt (wij bezitten er nog toevallig een exemplaar van); ofschoon ae lithographie toevertrouwd was geworden, zoo als de uitgever zich uitdrukte ‘à un jeune artiste inexpérimenié.’ - Nog al naïf, niet waar? Doch, men gelieve in aanmerking te nemen, dat schrijvers en uitgevers toen niet zoo fijntjes gedresseerd waren in de edele kunst der réclames en humbugs, die sedert de staatsgreep van 2 December 1851 in westelijk Europa aan de orde van den dag zijn. Dit boekje, veertien pagina's groot, was, sauf eereurs et omissions, voor dien tijd bruikbaar. Nu kunnen wij onmogelijk weten, of de heer Piquet het bij J. Sacré uitgekomen werkje in zijne bibliotheek heeft; maar zijn ‘Abrégé de Gèographie’ heeft een certain air de parentage met de ‘Nomenclature géographique,’ natuur- | |
[pagina 424]
| |
lijk wat Europa betreft, want verder gaat de ‘Nomenclature’ niet; en het viel ons dadelijk op, dat veel van het drooge en foutieve, dat de ‘Nomenclature’ aankleeft, ook voetstoots in de ‘Abrégé’ wordt aangetroffen. Evenwel, errare humanum est! Wij willen gaarne bekennen, dat ons vermoeden ongegrond kan bevonden worden. Daarom, de lezer oordeele: Bl. 3. L'Ancien-Monde se compose de l'Europe, l'Asie, l'Afrique. Dat de schrijver het lidwoord de niet herhaalt, bewijst zijne grove onkunde der taalregels, die de minste schooljongen van 10 jaren moet kennen. Bl. 5. Seelande (in Denemarken). Een franschman schrijft: Seeland. Bl. 6. Les Balkans. - O! Béotiër, weet gij dan niet, dat men dit woord nooit in het meervoud gebruikt, namelijk in het Fransch?! Bl. 8. Palma sur Majorque, Mahou sur Minorque. Kinderachtige fouten! Men leze dans. Bl. 9. Overijssel. Lees: Overyssel. - Une mauvaise marque à Monsieur Piquet. L'y ne prend pas de points en français. Idem. Ter Schelling. - Woont de heer Piquet in Nederland? Bl. 10. Nd. Beveland, Sud-Beveland. - Hoe slordig! Nu de tiret en dan weêr niet?...Waarom? Aujourd'hui la blonde, demain la brune! Idem. Le Waal, naderhand herhaald. - Lees: Le Wahal. Idem. Le Lek. - Lees: Le Leck. Bl. 11. Haarlem. Dit is allerschandelijkst in onze dagen! Ja, zoo te spreken is verregaande onkunde. Reeds in 1778, heeft de schrijver van: ‘L'Esprit de l'Encyclopédie,’ die, in zijn te Genève (dus in Zwitserland, monsieur Piquet!) uitgegeven werk, op pag. 273, regel 19, met regt geschreven: Harlem. Idem. Middelbourg en Amersfoort. - Hoe rijmt dit met elkander? Het moest zijn: Middelburg en Amersfoort, of Middélbourg en Amersfort. Het is ook geen dagelijksch werk, om zich zelven gelijk te blijven, niet waar? Idem. Heiligerlee wordt als eene stad opgegeven. Wij zwijgen! Bl. 12. La Gde Bretagne (zonder trait d'union!) Ecosse (zonder accent en zonder lidwoord!) en (let wel op!!) l' Irlande, - O! die slordigheid. | |
[pagina 425]
| |
Idem. Londres 2,000,000 d'habitants. Grove onwaarheid. Doch waartoe meer? Wij hebben nog circa 60 dergelijke fouten met eene potloodschrap in het ons toegezonden exemplaar der ‘Abrégé de Géographie, par J.S. Piquet, aangestipt. Wij nemen daarom afscheid van eene fraaije cacographie, die wij niet mogen aanbevelen, en kunnen niet anders dan den schrijver aanraden, nog zelf eens ter schole te gaan, bij Brugsma, Ludolph, van Heusden of Beijer, Ook, met betrekking tot zijne kennis der Fransche taal, zou het voor hem zeer nuttig zijn, den raad van een' George Verenet (P.J. Baudet bestaat, helaas! niet meer) in te winnen, ten minste, indien hem eventuëel op nieuw den lust mogt bekruipen, zich aan het publiceren van een of ander werkje in het Fransch te wagen. Hij houde het vooral in het oog: de Nederlandsche kritiek laat zich niet gemakkelijk verschalken. Sept. 1861. |
|