Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1862
(1862)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 415]
| |
Vriend van den landman. Tijdschrift ter bevordering van akkeren tuinbouw, veeteelt en boomkweekerij in Nederland, onder redactie van E.C. & F.A. Enklaar. 25e Jaargang, Nieuwe Serie. Met houtsneê-figuren. Te Zwolle, bij W.E.J. Tieenk Willink, 1861. Prijs per jaargang ƒ 2.50.Dezer dagen ontvingen wij de drie eerste afleveringen van den 25en jaargang van den Vriend van den Lamdman. Ofschoon het in ons plan lag met de beöordeeling daarvan te wachten tot dat wij den completen jaargang vóór ons hadden en dus met meer gezag over het bovenvermeld tijdschrift ons oordeel zouden kunnen uitsprekenGa naar voetnoot(1), willen wij toch niet nalaten reeds voorloopig een enkel woord van aanbeveling te geven, indien een tijdperk van 24 jaren waarin zich dit tijdschrift heeft staande gehouden, niet reeds aanbeveling genoeg ware; wij ten minste durven ons van al dat soort van tijdschriften zulk een lang leven niet voorspellen. Het tijdschrift is onder een bonum omen zijn 25e jaar ingetreden, ten minste eene prijsvermindering van ƒ 6. - op ƒ 2.50 per jaargang beteckent nog al iets! Uit de voorrede van dezen nieuwen jaargang blijkt ten duidelijkste, waaraan die prijsverandering is toe te schrijven, wij hebben echter tot ons leedwezen bespeurd, dat er een geest van bitterheid en ontevredenheid in doorstraalt omdat de Redaeteur E.C. in zijne verwachting die hij van eene onderneming koesterde, is teleurgesteld. Hij wilde namelijk den prijs van zijn tijdschrift verminderen, mits men den prijs van vier jaargangen, zijnde ƒ 10. -, aan hem voorschoot ter oprigting eener modèlhoeve en niettegenstaande hij ongeveer 5000 exemplaren van den prospectus verzond, is het hem gebleken dat men over het algemeen niet veel liefhebberij in zijn voorstel had. Breedvoerig telt hij nu alle grieven tegen hem op, ofschoon wij de meesten zeer billijk vinden en wij houden ons overtuigd dat de heer E. hier door zijne bitsheid, waarvan wij ons wel meer voorbeelden van hem herinneren, de zaak veel meer nog zal benadeelen, vooral zijne grieve tegen iemand | |
[pagina 416]
| |
die hem niet wilde ondersteunen, omdat E. zich eens sterk in zijn tijdschrift uitgelaten had over een stukje in den Almanak voor Landbouwers en Veehouders dat den persoon in kwestie betrof, is zeer groot en dit juist vinden wij verkeerd. In een tijdschrift komt polemiek zo min mogelijk te pas daar het publiek met dergelijke particularia niets te doen heeft en dit is wel het stokpaardje van den heer E. Indien hij een raad van ons wil aannemen, gelooven wij dat zijn tijdschrift veel zal winnen als het zich enkel blijft bepalen tot het mededeelen van nuttige zaken op het gebied van den landbouw, dan behoeft de Redacteur niet bevreesd te zijn voor het voorbijstreven van de ‘Landbouw-Courant’ en den ‘Boeren-Goudmijn’ waarover hij óók al zijn leedgevoel uitdrukt. Noch de bedoelde courant, noch het tijdschrift van Mulder dat bovendien zeer ongeregeld verschijnt, zullen hem de kroon ontrooven die hij zich eenmaal door volhardende studie en practische kennis verworven heeft. De ‘Vriend van den Landman’ bezit o.i. veel goeds, en de vorm, papier, letter, alles voldoet ons meer dan de gevreesde ‘Goudmijn’ met zijne chaotische paginering, abracadabra van mededeelingen en inconsequente handelingen jegens eenige zijner medewerkers. De heer E. ga dus gerust voort op den weg - behoudens de gegevene wenken - door hem ingeslagen en hij zal ondervinden dat het leeslustig landbouwend publiek hem eenmaal dankbaar zal zijn, terwijl hij zich tevens verzekerd kan houden dat wij na de toezending der volgende Nos. waarvoor wij ons aanbevolen houden, later een zaakrijker verslag over den geheelen inhoud wenschen te geven. Dit tot voorloopige aankondiging! Dulcamarus. |
|