verwoesten, en verwoest om weder voort te brengen zeer lezenswaard op historisch gebied. Na deze drie stukjes die op het terrein der aardrijkskunde te huis behooren, ontmoeten wij weder een stukje op de volksvoeding gebaseerd, n.l. Aardappelen en Vleesch. Het ware te wenschen, dat de wenken daarin gegeven, wat meer werden opgevolgd. Het ontstaan van het menschelijk geslacht, door A. Winkler Prins en, een geheim der Natuur ontsluijerd, zijn echte juweeltjes op natuurkunnen gebid. Met betrekking tot het laatste zouden wij bijna kunnen twijfelen aan een gezond menschenverstand, die nog langer de generatio aequivoca voorstaat. Het bloed als voedingsmiddel, door den heer Sasse uit het Deensch vertaald, hoe aanbevelenswaardig ook al weder ten opzigte der volksveding, zal niet zoo gereedelijk ingang vinden bij het volk. Het vooroordeel ten minste moet overwonnen worden, even als dit het geval is met de Liebigsche vleeschsoep. De Victoria Regia door A.W.P. Bedriegen wij ons niet, dan troffen wij deze beschrijving reeds voor een paar jaren in het ‘Archiv für Natur, Kunst und Wissenschaft’ aan, doch hier door een voorwoordie een weinig veranderd, waardoor het meer den schijn van oorspronkelijkheid krijgt. De heer W.P. is echter te eerlijk om niet altijd den bron te noemen, hij zal slechts alleen vergeten hebben er bij te voegen: ‘Vrij gevolgd.’ Wat er al schuilt in eene studeerlamp, naar Bernstein, hebben we reeds in den jare 1859 ontmoet in de ‘Blikken in het leven der Natuur’ en vertaald door W.F.R. Suringar, wij hadden nu alzoo eene schoone gelegenheid, om beide vertalingen met elkander te vergelijken en voor zoo ver wij, zonder het oorspronkelijke voor ons te hebben, kunnen oordeelen, gelooven wij dat de vertaling in het Volksboek veel zuiverder en getrouwer is, wij kunnen ten minste
niet veronderstellen, dat er willekeurig geheele zinsneden bijgemaakt zijn, veel eerder wel dat de heer S. ze er uitgelaten heeft.
De ziel van het dier, vergeleken met de ziel van den mensch, naar Gerlach vertaald, door F.C. Winkler, is mede een degelijk stuk; de vertaler had echter hier en daar wel wat duidelijker kunnen zijn en de Grieksche en Latijnsche namen uit de mythologie niet door elkander moeten haspelen, gelijk hij b.v. doet met Zeus en Juno, welke laatste, wilde hij