die, bijna zou ik zeggen, intuïtieve aanschouwing van het leven des voortijds in zijn eigenaardig karakter, gelijk die toch voor de plastische voorstelling onontbeerlijk is, ligt nog eine weite Strecke.
De hr. Jonckers heeft zeker zich voor zijne verhalen eenige moeite en nasporingen getroost, en is in het algemeen ook aan het uitwendig historisch kostuum getrouw gebleven; maar wij hebben den indruk niet van ons kunnen weren, dat de Batauwers, de Noren en Franken van den heer Jonckers, in menig belangrijk punt, verschilden van hunne prototypen; dat er over hen allen een zeer eigenaardig modern waas lag verspreid, waardoor de oorspronkelijk ruwe, maar karakteristieke, trekken wel wat werden uitgewischt. Zij zijn wat al te zeer menschen van gelijke beweging als wij, en missen te veel in hun karakter, niet in hunne omgeving, den stempel huns tijds. Hoe meer wij dan ook den tegenwoordigen tijd naderen, des te meer gevoelen wij ons te huis. Het laatste verhaal, waarbij de schrijver het vrijste was en niet met archaeologischen ballast bezwaard, is zeker het beste van de vier; het is eene belangrijke, goed geteekende schets uit het Geldersche volksleven van voor honderd jaren. Wij houden ons voor meer dergelijke aanbevolen; en zouden daarvoor gaarne de resultaten van 's schrijvers bistorische nasporingen omtrent de schoone landstreek zijner woning, des noods in anderen vorm dan dien van novellen ontvangen.
Het boek is netjes uitgevoerd. Het vignet is, als naar gewoonte, zoowel uit een historisch als uit een esthetisch oogpunt, afschuwelijk. Wanneer toch zal de goede smaak luid genoeg tegen deze verfoeisels in verzet komen, waarmede bijna altijd de titelbladen onzer belletristische werken worden beklad? Wij wenschten wel, dat allen, wien schoonheid, kunst en smaak ter harte gaan, met ons instemden in de bede
Van der vignetten gruwel, verlos ons, Heer!