Regeling van het Lager Onderwijs in Amsterdam, na de Wet van 13 Augustus 1857 (Staatsblad no. 103). Verzameling van Verordeningen, Besluiten en Reglementen, met de daartoe behoorende officiële bescheiden en beraadslagingen. Eerste Aflevering. (Te) Amsterdam, (bij) Weijtingh & Brave, 1861. In 8vo., 128 blz. Prijs ƒ 1,30.
Volgens berigt van de uitgevers, zal de Verzameling, waarvan de hierboven aangekondigde brochure het eerste stuk uitmaakt, omvatten al wat in de hoofdstad des rijks, na de wet van 13 Augustus 1857, ter regeling van het Lager Onderwijs in die stad is verrigt, tot op de vaststelling der reglementen voor de openbare scholen. Bij de verschijning van deze eerste aflevering, is tevens de bekendmaking gevoegd, dat de uitgave zal worden voortgezet, mits er blijken gegeven worden van genoegzame belangstelling, dat is: een voldoend aantal koopers zich opdoen, om de kosten te dekken en een winstje voor de uitgevers af te werpeh.
Het gemeentebestuur van Amsterdam heeft zich bereid verklaard, hare welwillende ondersteuning aan dezen arbeid te verleenen, en wij haasten ons hierbij tevens te vermelden, dat de heeren A.J.H. van der Toorn en mr. J.C. de Koning, leden der plaatselijke schoolcommissie aldaar, zich wel met de zamenstelling dezer officiële stukken, betrekkelijk de regeling van het Lager Onderwijs hunner woonplaats, hebben willen belasten.
Uit den aard der zaak, geven de in deze brochure medegedeelde bescheiden geene aanleiding tot eene opzettelijke beoordeeling. De zaken, over welke zij loopen, behooren tot de faits accomplis, waaraan de kritiek niets veranderen kan. Zij maken voorts slechts een gedeelte uit der wettelijke voorschriften, welke zullen moeten dienen, tot optrekken van het gebouw, dat, bij het schrijven dezer aankondiging, te Amsterdam nog onder de pia vota blijft behooren. Wij hopen evenwel, dat de groote handelstad hierin niet bij hare jongere zuster, het in alle opzigten zoo zeer vooruitstrevende Rotterdam, zal achterbijven, en achten verzamelingen als de tegenwoordige hoogst nuttig, al ware het alleen om den magistraat aan te toonen, wat er nog aan zijnen arbeid ontbreekt, en hem tot spoed aan te sporen.