schriftelijke opgaven. Daarenboven werd hij door twee belangrijke rapporten over de eerste gevallen dier ziekte, in Oost- en West-Dongeradeel waargenomen, in staat gesteld om de merkwaardigste bijzonderheden aangaande hare eerste verschijning in de provincie Friesland te kunnen vermelden, terwijl hem eindelijk nog de inzage werd toegestaan van alle officiële aan de provinciale geneeskundige commissie van Friesland, aangaande het voorkomen en de verspreiding der ziekte, gedane mededeelingen.
Van die verschillende bescheiden heeft de auteur een oordeelkundig gebruik gemaakt, en daarmede de resultaten zijner eigene ervaring aangevuld. Het blijkt ons daaruit dat de ziekte in 1859, sedert de maand Junij, slechts in Oosten West-Dongeradeel, twee zeer noordelijk gelegen gemeenten, werd waargenomen, doch dat in 1860 zestien van de 43 gemeenten in de provincie Friesland werden aangetast. Terwijl de eerstgenoemde gevallen in den heeten en droogen zomer van 1859 plaats hadden, en wel doorgaans in hevigen vorm, verspreidde zich de ziekte in 1860, over zestien verschillende gemeenten, bij eene bij uitstek koude en vochtige weêrsgesteldheid. Ook de geaardheid van den grond scheen met het voorkomen der ziekte in geen verband te staan; want zij kwam zoowel op zandgrond en veenbodem, als op zware en ligte klei voor: zelfs kon men tusschen diluviale en alluviale kleigronden geenerlei verschil opmerken. Gelijk deze en andere bijzonderheden door den schrijver in het licht gesteld worden, zoo zijn er ook onderscheidene wetenschappelijke vraagpunten, gelijk b.v. omtrent den contagieusen of miasmatischen aard der ziekte, omtrent het al dan niet aannemelijke van een constitutioneel lijden, omtrent het verband tusschen de diphtheritis en de febres intermittentes enz., die door den auteur ter sprake gebragt en door het aanbreken van bepaalde feiten niet alleen toegelicht, maar grootendeels beslist worden. Doch de aard van dit tijdschrift verbiedt ons hier meer bij te voegen. Ten slotte merkt de verslaggever alleen dit nog op, dat ook zij, die het alleen om praktische wenken en raadgevingen te doen is, het voornoemde geschrift na lecture niet onbevredigd zullen ter zijde leggen. De Leeuwarder docter ga voort om ons ook andere waarnemingen mede te deelen!