Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1862
(1862)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe komeet van Donati.
| |
[pagina 400]
| |
Gij zwaait uw sluijerplooijen
Zoover uw heirbaan strekt,
Die nog de starren tooijen,
Die ge in uw vaart bedekt!
Wij juichen - en wij staren
U na in uw gebied;
Maar kunnen niets verklaren:
Ons brein bevat u niet.
Gij reist door 't rijk der Heemlen,
Wie weet, wie weet waar heen;
Terwijl ge uw glans doet weemlen
Voor ons, bij u zoo kleen.
Maar met uw hemelkrachten
Trekt ge uit het aardsche stof,
Onze edelste gedachten
Naar 't hooge Hemelhof.
Wij zien u en wij prijzen,
Met ingehouden aêm,
In u den Eeuwig - Wijzen;
We aanbidden Zijnen naam.
Reis voort door 't nachtlijk duister
En keer na eeuwen weêr
Met d'eigen stralenluister,
Den grooten God ter eer.
Reis voort door de eeuwge sfeeren,
Waar u de Seraf groet,
Tot vóór den troon des Heeren -
En buig u aan zijn voet.
Verkond dáár d'Ongeziene
De hulde, die 't geslacht
Der aard', - dat steeds Hem diene -
In u zijn Schepper bragt:
Dan zullen 's Heeren Englen,
Die rijën om Zijn troon,
Hun duizend stemmen menglen
Ten lofpsalm op uw schoon!
Vaarwel! 'k Zie nooit u weder
Hier op dit wereldrond,
Maar eens zie 'k op u neder
Bij 's Hemels morgenstond;
'k Zie in de azuren zalen
Dan met verklaard gezigt,
Uw zilvren keren weêr dwalen.
Door 't Rijk van Liefde en Licht!
Ophemert, 1858. |
|