Korte Geschiedenis van het Rijk der Natuur, en beknopte opgave van het gebruik (,) dat van de voornaamste voortbrengselen der Natuur gemaakt wordt; vrij bewerkt naar het Hoogduitsch van Michael Desaga, door Corstiaan de Jong. Ten gebruike der Scholen. Derde, verbeterde druk. Te Zalt-Bommel, bij Joh. Noman & Zoon, 1860. In 12mo., 120 blz..
Luidens den titel, heeft dit werkje reeds drie drukken beleefd, en is deze derde druk, een verbeterde. Wij hadden het inmiddels nog nooit gezien, voor dat het ons door de Redactie van dit Tijdschrift ter beoordeeling werd toegezonden. Laat ons dus nagaan wat het boekje bevat.
In de Inleiding, geeft de schrijver de drie groote rijken der natuur op, als volgt: delfstoffenrijk, plantenrijk en dierenrijk. - Wij zouden juist deze opsomming in omgekeerde orde hebben opgegeven. Doch, chacun son goût!
In de Eerste Afdeeling, wordt het rijk der delfstoffen of mineralen in behandeling genomen. De schrijver verdeelt ze in vier klassen, als daar zijn: aardachtige, zoutachtige, brandbare en metaalachtige delfstoffen. Onder de aardachdige delfstoffen, brengt hij: 1o kalk; 2o klei; 3o kiezel; 4o talk. De zoutachtige worden in zuren en zouten verdeeld. Bij de derde en de vierde klasse vinden wij geene onderverdeeling. - Dit alles is wetenschappelijk behandeld, doch veel te hoog voor de scholen, zoo als overigens uit de woorden kalkspath, bolus, kalktuf, tripel, glimmer, kiezelschiefer, lazuurspath, vloeispath, veldspath, asbest, mergel, boraxzuur, glauberzout, koningswater, mangaan, enz. ten overvloede blijkt.
De Tweede Afdeeling brengt ons in kennis met het plantenrijk. Zij wordt gesplitst in A. Kryptogamen en B. Pha-