Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1861
(1861)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 491]
| |
Dr. Vinke had met droefheid vernomen,! dat sommige door hem gebezigde uitdrukkingen ergernis hadden gegeven. Hij werd beschuldigd gezegd te hebben: ‘al wie van de Apostolische leer afwijkt, hij mag den naam van Christen niet langer dragen!’ en den wensch te hebben uitgesproken: ‘dat de voorstanders der nieuwere godgeleerde rigting maar niet geboren mochten zijn!’ - Om zich te regtvaardigen besloot hij iedereen in de gelegenheid te stellen om te lezen wat hij letterlijk gesproken had. Zijn doel is dus alleen te bewijzen dat de beschuldigingen tegen hem uitgebragt ongegrond zijn. Heeft hij dat doel bereikt? Dat is geloof ik de eenige vraag, die wij hier te bespreken hebben. Laat ons zien. De geïncrimineerde plaatsen zijn ligt te vinden. Aan het slot des eersten deels (p. 11) lezen wij: ‘Gij zijt er van overtuigd, ook ten deze hebben wij te volharden in de Apostolische leer. Ja! ik voor mij aarzel niet mijne overtuiging uit te spreken: dit is zóózeer een kenmerk van den waren Christen, dat wij ophouden dien naam te kunnen dragen, zoo wij afwijken van die leer: ik hervat mij en verklaar, dat wij bij die afwijking althans geene belijders meer kunnen heeten van het Apostolisch Christendom!’ - Zoo blijkt het, de prediker heeft gezegd, wat sommige hoorders hem euvel duiden; maar die hoorders hebben er niet opgelet, dat hij terstond zijne uitspraak weêr heeft ingetrokken, zich zelf als corrigerende met de daarbij gevoegde restrictie, die de geheele phrase krachteloos en niets beteekenend maakt. Immers nu komt het gezegde hierop neder: ‘wie afwijkt van de Apostolische leer is geen belijder van het Apostolisch Christendom. De andere plaats vinden wij aan het einde van de preek: ‘Ja! noodzakelijk is het dat er ergernissen komen, maar wee! den mensch, wee dan ook dier wetenschap, door welke zij komen! Het ware beter.....Doch genoeg, BB. en ZZ.!’ - Dus ook hier, Dr. Vinke heeft niet gezegd, wat men hem ten laste gelegd heeft. Maar heeft hij dan ook zelf geene aanleiding gegeven tot de opvatting zijner woorden, welke hem nu met smart en verontwaardiging vervult? Over de preek op zich zelve als homiletisch product spreken wij niet. Wij gelooven gaarne, dat Dr. Vinke haar liever niet zou hebben laten drukken. Moge zij voor velen een waarschuwend teeken zijn tegen het pole- | |
[pagina 492]
| |
miseren op den kansel, dat zoo zelden nuttig, zoo dikwijls gevaarlijk en schadelijk is. R. V. |
|