mijne lezers tot het verstand van den zin en geest van onzen gewijden schrijver in te leiden.’
De uitvoering van dit plan is niet anders, dan wij van een' man als Dr. van Teutem verwachten. De inhoud van zijn geschrift rust op wetenschappelijk onderzoek, de vorm, waarin hij dien kleedt is populair, voor ieder denkend gemeentelid geschikt. Om de lezers van dit tijdschrift eenigzins bekend te maken met den inhoud, willen wij dien even in oogenschouw nemen.
De schrijver begint met den tijd waarin, de menschen aan wie, de plaats waar, het doel waarmede Petrus dezen brief schreef. § 1, 2. Dan volgt eene uitvoerige opgave van den inhoud, welke meer dan menige uitvoerige verklaring den zin van vele gezegden opheldert. § 3. In § 4 die minder duidelijk: ‘de persoonlijkheid des schrijvers’ heet, doet Dr. v.T. uitkomen, dat hij, die den brief geschreven heeft, juist beantwoordt aan hetgeen wij buitendien van Petrus weten. In § 5 en 6 vinden wij de dogmatiek van Petrus, zijne denkbeelden omtrent Christus en Christendom, en daarop wordt in § 7 de stelling gebaseerd dat P. eene eigene apostolische type vertegenwoordigt, nl. het ideaal van den christen uit de joden. De 8ste of laatste § staat in verhouding tot het voorafgaande, als de toepassing in eene preek tot het verklarende deel.
Wat mij onder het lezen vooral beviel, was de heldere, onbevangene uiteenzetting van des apostels denkbeelden, die niets gemeens heeft met dat knoeijen en knutselen met bijbelplaatsen, waaraan zoo menigeen zich schuldig maakt, en tevens die liefde tot en waardering van het apostolisch geschrift, die vooral daar zigtbaar zijn waar hij de denkbeelden van P., omtrent de wederkomst van Christus beschrijft.
Het verslag van den inhoud en de dogmatiek van den brief, §§ 3, 5, 6, is het voornaamste en ook het best geslaagde. Minder gelukkig is, geloof ik, de 4e §, getiteld: de persoonlijkheid des schrijvers.
Dr. T. wijst op overeenkomst tusschen woorden van Petrus en van Jezus. Hij haalt daarvan vele voorbeelden aan, maar het is toch, om niet meer te zeggen, wat gewaagd om daaruit deze gevolgtrekking af te leiden: ‘Op inhoud, doel, stijl van onzen brief staat het beeld der persoonlijkheid van Simon