een brief? wij zijn verzekerd, dat allen die dit stuk ten einde lezen, hem met ons zullen danken, voor het door hem geleverde. De Kathedraal-scholen te York, Utrecht en Munster, door G. Paris, doet ons kennis nemen van het onderwijs aan het einde der achtste en in den aanvang der negende eeuw. Het kerkelijk drama der middeleeuwen, door A.W. Wijbrands, is een stuk dat getuigt van de ijverige studie des schrijvers, en dat, zonder iets op de waarde der andere bijdragen af te dingen, een sieraad is van dezen jaargang. Het ‘huysboeck’ van Henricus Bullinger door B. Tideman, doet ons den vromen ondersteuner der Hervorming in Zwitserland kennen in zijn leven, zijn geloof en zijnen ijver voor de goede zaak. Petrus Dathenus, door P.J.B.C. Robidé van der Aa, de eenige levensschets die deze jaargang bevat, is zóó geteekend dat deze bijdrage eene ruime vergoeding is voor het gemis van meerdere stukken in dit genre. De heer Moll leverde eene belangrijke beschrijving van de heiligenbeelden op het koorgestoelte der collegiaal-kerk te Zalt-Bommel en vulde overigens den inhoud door eenige stichtelijke litteratuur van het voorgeslacht, ditmaal bestaande I. in twee berijmingen der zeven kruiswoorden, waarvan de eerste werd afgschreven uit een perkamenten handschrift van het midden der veertiende eeuw, nu in bezit der Kon. Acad. van Wetenschappen, en de andere overgenomen uit een zeer zeldzaam boekske, dat in 1577 gedrukt werd, maar meerendeels liederen bevat uit ouderen tijd, en waaruit reeds in den kalender voor 1856 eene proeve voorkomt. (Bekeering tot den Gekruiste.) II. een fragment uit een klooster-handschrift van de laatste helft der vijftiende eeuw, getiteld: ‘van der boetscap onser vrouwen.’
De uitvoering is even als van de vorige jaargangen zeer net, en de platen, voorstellende de heiligenbeelden in de bovenstaande bijdrage van den hoogleeraar beschreven, dragen niet weinig bij tot opsiering van het werkje.
h.