methode volkomen goed; - en dat wij in ons oordeel dienaangaande niet alléén met den schrijver staan, is bewezen door de verschijning van een' tweeden, verbeterden druk van het ‘Overzigt,’ die in 1858 het licht heeft gezien.
Nu, twee jaren later, ontvangen wij reeds den derden, herzienen druk, waaruit wij, zekerlijk niet ten onregte, mogen besluiten, dat het werkje van den heer Wijnne steeds grooteren opgang maakt.
Met een wezenlijk genoegen constateren wij deze feiten, omdat wij, na gezette overweging van den inhoud van het ‘Overzigt,’ de gunstige opname van dit werk bij de onderwijswereld verdiend achten, en het, in ons oog, ten volle aanbeveling waardig is. Taal en stijl laten, over het geheel genomen, weinig te wenschen overig, en, ofschoon de bronnen niet worden opgegeven, waaruit de schrijver zijn' arbeid geput heeft, blijkt het uit de geheele behandeling van het geschiedkundige proces, dat de lotgevallen der voornaamste volken in zich bevat, dat de schrijver niet onbekend is gebleven met de nieuwste nasporingen van scherpzinnige mannen, wier geschriften de taak van hen, die een of ander geschiedkundig werk voor de jeugd schrijven, in velerlei opzigten hebben vergemakkelijkt.
De uitvoering verdient lof; ook de prijs is niet te hoog gesteld. Alléén de stereotypische letterteekens komen ons nu en dan te klein voor. In een' tijd, waarin zooveel te leeren valt, en men van onze knapen en jongelieden lettervreters (pardonnez-nous l'expression vulgaire!) schijnt te willen maken, mogen de drukkers wel bedacht zijn de oogen onzer lieve jeugd niet te vermoeijen: het is in hun eigen belang, want als het myopisme veld wint, gaat de lust tot studie en onderzoek zachtjes ad patres, waardoor de beste boeken gevaar loopen in het magazijn van den uitgever te blijven liggen, om later bij het pond te worden verkocht:
Sic transit gloria mundi!
Z., December 1860.
l.a.h.