en minder (dan wat? vragen wij bescheidenlijk) geschikt tot opscherping van het verstand. (Deze uitspraak klinkt, dunkt ons, nog al would be apodictisch!) Zie daar (Ziedaar of ziet daar?) de reden der zamenstelling van dit boekje, enz.’
Men ziet het uit dit staaltje: de Heer R. is geen stijlist, noch taalkundige; doch dit doet hier niets ter zake; daar wij een rekenboekje hebben te beoordeelen. Welnu, dit werkje hebben wij de moeite genomen eens behoorlijk na te zien, en wij zouden der waarheid te kort doen, indien wij niet, als ons eindoordeel, te kennen gaven, dat het boekje van den Heer R. zich in niets onderscheidt van zijne (namelijk van het boekje) broeders van dezelfde cathegorie, welker aantal legio is. Het kan bij het school- en huisonderwijs (zelfs in 1861!) even goed worden gebruikt, als de werkjes van Cremer, Veenendaal, Sluijters en Semmelink (den jongsten der broeders) ofschoon het, gelijk al de opgenoemde, vooral het laatste, niet vergeleken kan worden met de degelijke rekenboeken van Baudet, die wij in de laatste twintig jaren nog maar niet overtroffen vonden. Van de Gelder, Strootman en Kempees willen wij thans niet eens spreken: deze schrijvers stonden op een standpunt, hetwelk niet aan allen gegeven is te bereiken, en men mag zonder onbilljk te zijn, hunne doorwrochte werken niet op eene lijn plaatsen met die onrijpe, zeer middelmatige produkten van onderscheidene onderwijzers onzer lagere scholen, die zich dwaasselijk inbeelden wiskunstenaars te zijn, omdat zij een examentje, volgens art. 1 der Wet van 1857 hebben afgelegd.
De keus der voorstellen is, over het algemeen, goed uitgevallen. No. 5 en No. 30 verraden, wel is waar, de schoolof tuinlucht eener plattelandsschool; maar onze jongens zullen die sommetjes wel spoedig oplossen. No. 37 beviel ons echter in het geheel niet. Men oordeele:
‘37. Als ik met de diligence mederijd, dan moet ik naar Z., dat 12 uren van hier ligt, 65 cents (cent?) per uur betalen. Ga ik per spoor, dan ben ik in 5/24 van dien tijd over, en betaal maar ¼ van den diligence-prijs. Wie (??) is goedkooper per uur en hoeveel?’
Laat staan, dat de Heer R., getuige zijn wie, de diligence en het spoor (of de rails?) als bezielde handelende wezens schijnt te beschouwen, vragen wij ieder' onpartijdige, of dit