Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1861

Stikken.

Keetje had reeds lange jaren

Door haar ijver met de naald,

Zonder schatten te vergaren

Toch het kostjen opgehaald.

Lekkers mogt haar nooit verkwikken:

Zij won sobertjes haar brood

Meest met heeren-boordjes stikken;

Stikkend vond zij ook den dood.

Op een warme stoof gezeten

Bij het dwalmen van een lamp,

Sliep ze in zonder 't zelv' te weten

En zij stikte in kolendamp.

's Morgens was men naauwlijks wakker,

Of men werd door 't nieuws verschrikt:

‘Keetje heeft gestikt, de stakker!

Tot zij eindlijk is gestikt.’

S. de B....