tijd werd hem dikwijls den voorslag gedaan, aan den hertog van Calabrië het regentschap op te dragen, doch altijd te vergeefs; want de koning hield den scepter krampachtig in de hand geklemd, tot de dood hem dien ontrukte. Den 23 Mei 1859 aanvaardde de erfgenaam van den troon de regering, als frans II. Hij trad geheel in de voetstappen zijns vaders, tot dat hij, nadat garibaldi reeds Sicilië genomen had, gedwongen was ‘door eene daad van zijnen vrijen onafhankelijken wil, aan het koningrijk eene met de beschaving en behoeften der door de Voorzienigheid hem toevertrouwde volken overeenstemmende constitutie en representatiestelsel te verleenen.’ Het was te laat! In het vreeselijk onweêr, dat in het zelfde uur toen ferdinand II de oogen sloot, boven Caserta woedde en in den zondvloedachtigen stortregen, had men een slecht voorteeken voor de nieuwe regering gezien. Het somber orakel heeft zijne vervulling erlangd, de troon is krakend onder hem ingestort. Noch de vernieuwing der constitutie van 1848, noch de poging tot eene alliantie met Sardinië (beide te laat beproefd) vermogten hem in de openbare meening te verheffen; niemand schreef hem een opregten constitutionelen zin toe, geene de minste deelneming voor hem vertoonde zich onder het volk. Zelfs de Lazaroni, die anders zijnen vader altijd getrouw gebleven waren, hadden de zaak van het koningschap verlaten. De ministers waren het onder elkander niet eens; zij waren verdeeld over de vraag: alliantie of aanhechting? De catastrophe was onvermijdelijk. Met regt is gezegd geworden: Frans II boet, gelijk lodewijk XVI, de peccata majorum. Dat is het gevolg dier regeringstactiek, die alles wat in revolutionairen tijd is toegestaan, weder terugneemt, in stede van het in rustigen tijd definitief te regelen. Men kan zeggen: koning ferdinand,
die de liberalen haatte, vervolgde, inkerkerde en verbande, die elke vrijheid verstikte, en de reactie, in den slechtsten vorm eener op spionnering gebouwde, ellendige policie handhaafde, heeft nog in het graf zijnen zoon te gronde gerigt. Frans II viel en werd, toen garibaldi zich nabij Napels vertoonde, door al de zijnen verlaten, omdat hij het volk geene morele waarborgen voor eene betere toekomst had kunnen aanbieden.