Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1860
(1860)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe nakomelingen van Olivier Cromwell, Lord-Protector van Engeland.Onder alle heerschzuchtige karakters, die Brittanje heeft voortgebragt en daar ontwikkeld zijn, bekleedt voorzeker olivier cromwell wel de eerste plaats. Ontegenzeggelijk was hij de grootste man van zijn tijd en oefende een blijvenden in- | |
[pagina 395]
| |
vloed uit op de uit- en inwendige beschaving van zijn vaderland en zijner landgenooten. De eigenaardigheden van den Brit, gelijk wij die nog heden bij hem opmerken, vertoonden zich in den regten zin des woords in het tijdperk, tusschen de ter dood brenging van koning karel I en de wederherstelling der stuarts gelegen, en zijn alzoo afkomstig uit die dagen, op welke cromwell den stempel van zijn doordringend verstand heeft gedrukt. Men kan alzoo met het volste regt beweren, dat cromwell meer dan de meeste zijner groote medeburgers in den geest van het Engelsche volk voortleeft en daarom alles wat hem betreft, van algemeen belang moet zijn. Het zij ons derhalve veroorloofd, na eenige woorden over de afstamming van den Lord-Protector van Engeland, een blik op zijne nakomelingen en hunne lotgevallen te werpen. Wanneer mannen, groot van geest en wilskracht, uit de duisternis, welke tot nog toe over hen lag verspreid, plotseling op het tooneel der wereldgebeurtenissen te voorschijn treden, om met eene sterke, krachtige hand in het raderwerk der geschiedenis in te grijpen, ziet men niet zelden, dat menigerlei fabelen en onwaarheden, zoowel over hun persoon als over hunne afkomst en hunne familie worden verbreid, zoodat het den gemoedelijken navorscher dikwerf moeijelijk valt, het ware van het halfware en valsche te onderscheiden en de zekerheid vast te stellen. Wat olivier cromwell aangaat, men beweerde, dat hij uit een zeer oud, voornaam, maar verarmd adelijk geslacht ontsproot, ja, sommigen willen dat hij van de plantagenets afstamdeGa naar voetnoot(1), en zien het als eene beschikking der Voorzienigheid aan, dat het een man uit dit koninklijk bloed was, die den troon der stuarts zoo geweldig deed waggelen. Wij laten nu hier volgen, hetgeen wij met zekerheid om- | |
[pagina 396]
| |
trent de afstamming van olivier cromwell kunnen vermelden, en waarvoor wij als waarheid kunnen instaan. - De oorspronkelijke naam zijner familie is niet cromwell, maar williams; zij behoorde tot den geringen burgerstand. De oorzaak der naamsverandering is aan het navolgende toe te schrijven: in de zestiende eeuw speelde een zekere thomas cromwell, de zoon van een hoefsmid te Putney, in Engeland eene groote staatkundige rol. Eerst een gunsteling van den kardinaal wolsey, ging hij later in de dienst des konings over, werd op 9 Julij 1536 tot baron cromwell van Okeham, op 10 April 1539 tot graaf van Essex verheven, klom tot de hoogste staatsambten en waardigheden op, maar viel plotseling in ongenade en werd ten jare 1540 onthoofd. Deze thomas cromwell had tijdens zijne hoogste gunst en zijnen glans, een neef, robert williams, aan het hof weten te plaatsen, die even verstandig als vermetel was zijn gewonen en onberoemden naam met dien van zijn oom te verwisselen en zich nu voortaan ook cromwell liet noemen, ofschoon de werkelijke eigenaar van dien naam kinderen naliet. Deze neef wist zich, zelfs na de katastrophe des graven van Essex, de gunst van het hof te behouden, en verkreeg bij de opheffing der kloosters in Engeland door de vrijgevigheid des konings aanzienlijke en rijke grondbezittingen, hem uit het kerkelijk eigendom toegewezen. Deze goederen schijnen echter het geslacht geen zegen te hebben aangebragt, en deszelfs glans werd weder bijna even spoedig uitgedoofd als hij had geschitterd. Reeds de kleinzoon van robert williams, of liever van cromwell, gelijk zich de familie noemde, namelijk sir olivier cromwell, was tot armoede vervallen en diens zoon robert cromwell, de vader van den Lord-Protector van Engeland, was gedwongen eene brouwerij op te rigten, ten einde daardoor voor zich en zijn gezin in het levensonderhoud te voorzien. Zijn zoon, de beroemde olivier cromwell, liet uit zijn huwelijk met elisabeth, dochter van sir james bourchier, behalve vier dochters, twee zonen na, namelijk: richard en henry cromwell. De oudste zoon richard volgde, na den dood zijns vaders, dezen, zonder eenige hinderpalen of tegenstrevingen, in de regering van Engeland op, even als ware hij uit eene oude gevestigde dynastie ontsproten en | |
[pagina 397]
| |
hij een regtmatig opvolger eener lange reeks van heerschers. Het duurde echter niet lang of er ontstond onrust en beweging, en richard, die verreweg meer de deugden van den stillen burger bezat dan de zoo noodwendige énergie om het roer van staat te bestieren, daarbij vrij van eergierigheid en in den grond zijns harten de koninklijke zaak niet ongenegen was, legde vrijwillig de regering neder, nadat hij slechts een zevental maanden en acht en twintig dagen aan het hoofd derzelve had gestaan. Na verscheidene jaren in het buitenland te hebben doorgebragt, keerde hij in het jaar 1680 naar Engeland terug, zette zich in Cheshunt onder den aangenomen naam van clark neder en besloot als een echte wijsgeer, van de wereld en hare ijdelheid geheel en al afstand doende, aldaar zijn leven in rust te slijten. In dit tweede tijdperk deszelven vermeed hij alles, wat de herinnering aan zijne vader en zijne eigene vroegere betrekking zou kunnen opwekken, zoodat hij zelfs met zijne meest vertrouwde vrienden niet eens over het verledene sprak. Hij stierf op 13 Julij 1712 in het acht en tachtigste jaar zijns levens, en liet zijne vrouw dorothea major uit Hampshire slechts drie dochters na, waarvan de jongste, met john mortimer gehuwd, zonder nakomelingen vroegtijdig stierf; de tweede, elisabeth, ongehuwd bleef, en de oudste een zekeren mr. gibson als echtgenoot had. - De mannelijke nakomelingschap van olivier cromwell berustte nu alzoo na den dood van richard op de zonen van den tweeden zoon henry, die gedurende het regentschap zijns vaders onderkoning van Ierland, na diens dood echter dadelijk vrijwillig van deze hooge waardigheid ontzet werd en zich op zijn goed, de abdij Spinney in Cambridgeshire, had teruggetrokken. Hier leefde hij, even als zijn oudere broeder, zich van alle staatkunde en wereldsche aangelegenheden volmaakt onthoudende, en alleen de eenvoudige en gelukkige pligten van grondbezitter en vader des gezins behartigende. Hij overleed nog voor zijn broeder, ten jare 1673. Zijne gemalin was elisabeth, de dochter van den baronet frans russell van Chippenham, die hem vijf zoons en eene dochter had geschonken. Deze laatste, naar hare moeder elisabeth geheeten, werd aan een bloedverwant, william russell, eigenaar der abdij Fordham, uitgehuwelijkt, wien zij niet minder dan zeven zo- | |
[pagina 398]
| |
nen en zes dochters schonk, waardoor zij de moeder eener talrijke nakomelingschap werd, waarvan nogtans verschillende leden tot de uiterste behoefte vervielen. Een harer dochters, met name elisabeth, huwde met robert d'aye van soham, die zoo laag zonk, dat hij in een tuchthuis stierf, terwijl zijne nakomelingen zoodanig tot armoede kwamen, dat hun naam niet meer in aanzien was. Eene tweede dochter van mr. russell, nam een eenvoudig landbouwer tot echtgenoot; eene derde een arm handwerksman; de jongste, margaretha, werd de gade van zekeren nelson, bij wien zij een zoon had die te Londen goud- en zilversmid was, benevens eene dochter, die, om in haar levensonderhoud te voorzien, na het overlijden van haar echtgenoot, de deurwaarder redderock, te Mildenhall eene kinderschool oprigtte. Van het vijftal zonen van henry cromwell, de voormalige onderkoning van Ierland, liet alleen op een na de oudste, die even als zijn vader, bij den doop den naam van henry had ontvangen, nakomelingen na. Hij had het vaderlijk eigendom, de abdij Spinney verkocht en was bij het leger in dienst gegaan, waar hij tot den rang van majoor opklom; hij stierf ten jare 1711. Gehuwd zijnde met hanna, de dochter van den koopman benjamin hewling, liet hij, behalve eenige dochters, ook een zoon na, van wien nog heden ten dage in Engeland nakomelingen leven. Deze achterkleinzoon van den magtigen regent van Groot-Brittanje heette thomas cromwell, en oefende (sic transit gloria mundi) te Snow-Hill op bescheidene en vreedzame wijze het beroep van suikerbakker uit. Bij zijne eerste vrouw francisca tidman, had de suikerbakker, die overigens in 1784 stierf, slechts eene eenige dochter, anna, die met john field, een Londensch burger huwde; bij zijne tweede vrouw, maria, de dochter van den kruidenier nicolaas skinner, had hij slechts een zoon, olivier cromwell geheeten gelijk zijn beroemde voorvader, die, door zijne bloedverwanten daartoe in staat gesteld, de regtsgeleerde loopbaan koos, en na verloop van tijd jurist werd van tamelijk veel naam. Hij trad, ten jare 1771, met maria, de dochter van morgan morse, in het huwelijk, die hem in 1771 eene eenige dochter, elisabeth oliveria cromwell, schonk, die in 1801 de gemalin werd van thomas artemidorus russell en door dezen moeder van een talrijk gezin. | |
[pagina 399]
| |
Haar vader, de advokaat olivier cromwell stierf ten jare 1821 als de laatste, direct mannelijke spruit van den Lord-Protector van Engeland. Welk een treffend beeld der veranderlijkheid van het menschelijk lot, van de onbestendigheid van allen aardschen glans en aardsche grootheid en heerlijkheid biedt de geschiedenis dezer familie aan! Wij zien de nakomelingen van een man, die, wat magt en invloed betreft, met de magtigste vorsten der wereld wedijverde en van wien het alleen afhing, de erfelijke kroon van een der belangrijkste rijken der aarde aan die nakomelingen over te dragen, wij zien dat geslacht, in de korte tijdruimte eener eeuw, weder tot den burgerstand vervallen. Er blijft ons nu nog overig, eenige woorden over de dochters van den regent olivier cromwell te zeggen, die hij vier, namelijk bridget, elisabeth, maria en francisca naliet. De eerste huwde met den luitenant-generaal hendrik vreton en na diens dood met den generaal karel fleetwood. Uit haren eersten echt stamde een zoon, hendrik, die geene nakomelingen had, benevens vier dochters, namelijk elisabeth, de gemalin van thomas polhill te Otford in Kent; johanna, met richard lloyd esq.; bridget met thomas bendyshe, heer van Southtown in Sussex, en anna met zekeren mr. carter gehuwd. Van deze kleindochters moet mrs. bendyshe eene sprekende gelijkenis gehad hebben met haar grootvader, den lord-protector, en dat wel op zeer merkwaardige wijze: zij had dezelfde stem, den zelfden spreektrant, de zelfde inzigten en denkbeelden als hij; zij hield dan ook het aandenken aan haren beroemden voorvader op buitengewone wijze in eere en kon volstrekt niet verdragen, als dit door iemand, zelfs maar in het minste, werd verongelijkt of beleedigd. Dienaangaande is ons eene haar betreffende anecdote bewaard gebleven. Toen namelijk mrs. bendyshe op zekeren tijd in een voertuig voor het algemeen verkeer bestemd, had plaats genomen, liet zij zich met twee harer reisgenooten in een gesprek in, die volgens het gebruik van die dagen beiden degens op zijde droegen. Het gesprek viel onwillekeurig op den voormaligen regent van Engeland, cromwell en mrs. bendyshe deelde de beide jonge lieden mede, dat zij de kleindochter van dien man was. Niettegenstaande deze verklaring hield een hunner | |
[pagina 400]
| |
niet op, het karakter en de handelwijze van cromwell hevig te gispen. Zij poogde eerst zijne beweringen met evenveel tact als bekwaamheid te ontzenuwen; toen echter het voertuig stil hield en de reizigers uitstegen, maakte zij zich plotseling van het wapen des tweeden harer reisgezellen meester, stelde zich met hetzelve in postuur en daagde dengenen, die haar grootvader beleedigd had, uit zich te verdedigen. Hij wees die uitdaging echter af, maar zij drong op hem in om hem met het ontbloote zwaard te tuchtigen, en alleen de vlugt, waarmede hij zich in allerijl redde, gaf hem gelegenheid zich aan dien schimp te onttrekken. - Elisabeth, op eene na de oudste en tevens de lievelingsdochter van cromwell, met john claypole Esq. gehuwd, stierf vroegtijdig, namelijk reeds op acht en twintigjarigen leeftijd en werd in de westminsterabdij bijgezet. Zij was eene warme aanhangster van het verdreven koninghuis, en bezwoer haar vader nog op zijn sterfbed, zijne eergierigheid toch te beteugelen en de kroon van Engeland weder op het hoofd van de regtmatige eigenaars derzelve te zetten. Maria, de naastvolgende dochter en gemalin van Lord tanconbridge, bij wien zij kinderloos bleef, wordt ons door hare tijdgenooten als eene vrouw van groote geestkracht en énergie afgeschetst, terwijl zij verreweg meer dan haar broeder in staat en bekwaam geweest zou zijn een rijk te regeren en de opvolgster haars vaders te worden. De jongste der vier zusters, franciska, is degene, die eens bestemd was, met den lateren koning karel II den troon van Engeland te deelen. De verdreven stuart had om de hand dezer dochter van cromwell aanzoek gedaan, en maakte het zich ten duren pligt haar onmiddelijk te huwen, wanneer olivier cromwell hem weder op den troon zijner vaderen wilde herstellen. De lord-protector, die aanvankelijk deze onderhandelingen met geene ongunstige oogen had aangezien, bezon zich echter plotseling, weigerde den verbannen koningszoon tot schoonzoon aan te nemen, en huwde franciska aan robert rich, kleinzoon van den graaf van warwick, die spoedig na hunne echtverbindtenis stierf, uit, zonder kinderen bij haar te hebben verwekt. De weduwe nam later een tweeden man, sir john russell, door wien zij moeder van een talrijk gezin werd. |
|